In Cobouw, een vakblad voor de bouw staat een interessant
interview met de topmannen van de 5 grote bouwbedrijven over de woningmarkt in Nederland. Ik heb het artikel enigszins samengevat maar het is interessant om in zijn volledigheid te lezen.
1. Bouwkosten: Significante stijging of stabilisatie?
De meningen zijn hierover verdeeld sommige CEO's verwachtten stabilisatie andere verwachten een stijging.
Éen van de CEO's pleit voor meer schaal "Iedere corporatiedirecteur zou wat mij betreft een project moeten aanwijzen waarbij duizenden woningen tegelijk worden gedaan.”
2.Personeelstekort: Buitenlandse zzp’ers bieden soelaas
CEO's zijn het eens personeeltekort zal worden opgevangen want "Roemenen, Polen en Bulgaren willen graag in de Nederlandse bouw werken" maar "Nederlandse jongeren zien de bouw volgens Düzyol niet zitten."
3. Woningmarkt: Extreem ambitieuze woningbouwplannen zijn riskantEr moet haast gemaakt worden, er moeten 1 miljoen woningen bij tot 2030. Een “noodsituatie” die vraagt om een noodoplossing op nationale schaal, vindt Smits. “Het lukt in Nederland niet eens de woningnood stabiel te houden. In plaats van 75.000 nieuwbouwwoningen halen we er misschien 65.000 à 70.000.”
vraag overtreft het aanbod ruim – doemen er volgens hen, behalve de hoge bouwkosten en de personeelstekorten, nieuwe gevaren op. Dura: “We zien dat er steeds meer extreem ambitieuze plannen komen. Qua hoogbouw en qua volume. Het ambitieniveau van voor de crisis is weer helemaal terug. Daar maak ik me wel zorgen om. Het is de vraag of die projecten haalbaar zijn. Grote projecten brengen risico’s met zich mee. Vaak zitten er veel koopwoningen bij, krijg je die wel verkocht? Verder zijn grote projecten complexer en zijn er technische risico’s en prijsstijgingsrisico’s. Bouwers willen overzichtelijkheid met behapbare risico’s.”
De bouwbedrijven maken zich dus enigszins zorgen over de manier waarin het woningtekort moet worden opgelost. Dit zie ik persoonlijk ook wel terug in de randstad. Als er dan ergens moet worden gebouwd, zeker in Amsterdam zijn het dure woontorens met dure appartementen. De torens moeten er dan ook nog eens mooi uitzien
voorbeeld.
4. Overheid: Bouwproject dat op tijd begint is een wonder
De bouwers klagen over onnodige bureaucratie maar ook:
Ik bedoel de begrenzing van de middenhuur, de verplichting van sociale woningbouw en de terughoudendheid met koopwoningen in steden als Amsterdam.” Waar kun je als ontwikkelende aannemer nog bouwen en een nette boterham verdienen? Ook hij ergert zich aan de vergunningsprocedures die te lang duren. Zijn advies: “Verruim het locatie-aanbod, omdat het altijd langer duurt voordat een locatie tot realisatie komt dan je denkt.”
Vooral dat laatste is een probleem aan het worden. In de steden is weinig ruimte en in de dorpen willen ze het dorpse karakter behouden. Zie bijvoorbeeld de
ophef bij de gemeente Zederik dat door een fusie nu tot de provincie Utrecht ipv Zuid-Holland behoort
maar de fusie is volgens hem maar op één manier uit te leggen: de onontgonnen polders in Zederik moeten straks het woningtekort van de Utrechtse steden oplossen. Dat zag hij eerder gebeuren bij Vianen, dat in 2002 ‘haar ziel al verkocht’ aan Utrecht en nu een van de snelstgroeiende randgemeenten van Nederland is.
5. Waar te bouwen? Makkelijke locaties binnenstad bijna opGemeenten en provincies zullen in 2019 meer bouwlocaties moeten aanwijzen. Ook buiten de steden, menen de topmannen. “We kunnen de woningvraag niet volledig binnenstedelijk oplossen. Zeker niet als je een goede en gezonde leefomgeving wilt maken”, stelt Ton Hillen. Binnenstedelijk bouwen zal vooral op hoogbouw uitdraaien. “De vraag is: willen mensen allemaal in die hoge torens wonen? Je moet wel producten maken die passen bij de consument. Elke gemeente zal goed moeten kijken wat die behoefte is.”
Reken er volgens Hillen op dat binnenstedelijk bouwen de komende jaren stroever en trager zal gaan. De makkelijk aan te pakken binnenstedelijke locaties raken langzaam op. “We komen nu toe aan de complexere locaties, waar ook ruimtelijke ordeningsprocedures ingewikkelder zijn, en het aantal stakeholders groter.”
Volgens Daan Sperling zitten gemeenten en provincies “te veel op de toer dat alleen binnenstedelijk gebouwd kan worden”. Nu de ruimte om te bouwen in Nederland steeds kleiner wordt, pleit hij voor een terugkeer van het Rijk als regisseur. Angst voor lelijke nieuwe wijken, is niet nodig. Of de woningen nu buiten of binnen de stad komen, volgens Hans Smits zijn architecten en stedenbouwkundigen in Nederland in staat “zéér leefbare, zéér creatieve, zéér duurzame, fantastische woonomgevingen” te maken.
De discussie komt toch weer terecht bij het fundamentele punt van dat er in met name in de rancstad te weinig bouwlocaties zijn buiten de grote steden en dat zowel de grote steden als de kleinere randgemeentes eigenlijk niet willen bouwen in het groen.
De afzwaaiende voorzitter van de Amsterdamse makelaarsvereniging, Sven Heinen komt eigenlijk tot vergelijkbare conclusies, in een
interview met de Volkskrant
Infrastructuur:
Volgens Heinen denken we te veel in klein stedelijk woonbeleid en moet er alomvattende visies komen voor de regio's. Bijv: NZ-lijn doortrekken naar Purmerend in plaats van alleen aan Amsterdam denken. Verder meent hij dat er een Minister moet komen "die kan beslissen over de grenzen van gemeenten en provincies heen" . Het risico hierbij is natuurlijk wel dat kleinstedelijke gebieden het gevoel krijgen dat ze van alles krijgen opgelegd vanuit Den-Haag.
Lucht voor corporaties
Volgens Heinen moeten corporaties meer lucht krijgen door de verhuurdersheffing af te schaffen en ze de mogelijkheden te geven niet alleen sociale huur te bouwen. Op deze manier kunnen corporaties daadwerkelijk wijken gaan bouwen die gemengd zijn, "sociale huur, middeldure huur en koop". Verder stelt hij dat er in Amsterdam snel gewoon geen plek meer is om betaalbare woningen te gaan realiseren en er dus buiten de ring( A10) gaat moeten worden gebouwd. Oftewel bouwen in het groen tussen Amsterdam-Noord en Purmerend.
Met name de voorstellen om meer bevoegdheden aan de Minister te geven vind ik interessant, dit kan natuurlijk zorgen voor een overvallen gevoel bij inwoners van randgemeentes en dorpen maar het is een feit dat er te weinig woningen zijn. Woondeals zoals tussen de
gemeente Groningen en minister Ollongeren om 20K woningen te gaan bouwen moeten denk ik toch meer gemeengoed worden. De vraag is of dit effectief is of dat het rijk gewoon bouwlocaties moet gaan aanwijzen. Misschien kan een combinatie met INFRA zoals waar Heinen voor pleit een oplossing kan bieden. Bijvoorbeeld de NZ lijn doortrekken naar Purmerend en Hoorn met lightrail. Vervolgens bij de tussenliggende plaatsen die bereid zijn om veel woningen te gaan bouwen een station realiseren, op die manier kan je een win-win creëren. Ik ben persoonlijk vrij Amsterdam georiënteerd maar een vergelijkbaar plan is vast ook mogelijk in Rotterdam/Eindhoven/Utrecht.