Omdat jij het antwoord niet kan geven en met een CBS link komt (waar je dus niet deze regels uit kunt afleiden) ben ik speciaal in de Europese wetgeving gedoken voor jou.
Het monitoren van macro-economische onevenwichtigheden gebeurt op basis van EU Verordening 1176/2011 (verordening, dus rechtstreekse werking in alle EU-lidstaten) (
https://eur-lex.europa.eu...L/?uri=CELEX%3A32011R1176)
De Commissie is verplicht een jaarlijks rapport uit te brengen, wat kan leiden tot een waarschuwingsmechanisme:
Art 3, lid 2;
Het jaarlijkse rapport van de Commissie bevat een economische en financiële beoordeling waarbij de verschuivingen in de indicatoren in een perspectief worden geplaatst, en waarbij indien nodig andere economische en financiële indicatoren die relevant zijn voor de beoordeling van de ontwikkeling van onevenwichtigheden, worden betrokken. Aan de gegevens van het scorebord mogen geen automatische conclusies worden verbonden.
Kortom, de commissie kijkt naar
indicatoren die in samenhang met elkaar bekeken worden.
Art 4, lid 4:
Het scorebord bevat tevens indicatieve drempelwaarden voor de indicatoren, die als waarschuwingsniveaus dienen. De keuze van de indicatoren en drempelwaarden moet bijdragen aan het bevorderen van het concurrentievermogen in de Unie.
Again, indicatie drempelwaarden.
Hoe werkt dat waarschuwingsmechanisme dan? Dan moeten we kijken naar Art 6 (reguliere waarschuwingsmechanisme) of art 7, procedure bij buitensporige onevenwichtigheden.
Art 6 leidt er toe dat
indien er een diepgaande evaluatie heeft plaatsgevonden waaruit volgt dat in een lidstaat onevenwichtigheden zijn, aanbevelingen zal doen aan de lidstaat overeenkomstig art 121, lid 2, VWEU:
De Raad stelt, op aanbeveling van de Commissie, een ontwerp op voor de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en van de Unie, en legt zijn bevindingen in een verslag aan de Europese Raad voor.
Aan de hand van dit verslag van de Raad bespreekt de Europese Raad een conclusie over de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en van de Unie.
Uitgaande van deze conclusie neemt de Raad een aanbeveling aan, waarin deze globale richtsnoeren zijn vastgelegd. De Raad stelt het Europees Parlement van zijn aanbeveling in kennis.
Mocht de commissie, na de diepgaande evaluatie van art 5, echter van oordeel zijn dat er buitensporige onevenwichtigheden zijn, dan is het serious business. Dan volgt namelijk een aanbeveling op basis van artikel 121, lid
4, VWEU:
Wanneer in het kader van de procedure van lid 3 blijkt dat het economisch beleid van een lidstaat niet overeenkomt met de in lid 2 bedoelde globale richtsnoeren of de goede werking van de economische en monetaire unie in gevaar dreigt te brengen, kan de Commissie een waarschuwing tot de betrokken lidstaat richten. De Raad kan op aanbeveling van de Commissie de nodige aanbevelingen tot de lidstaat richten. De Raad kan op voorstel van de Commissie besluiten zijn aanbevelingen openbaar te maken.
In het kader van dit lid besluit de Raad zonder rekening te houden met de stem van het lid van de Raad dat de betrokken lidstaat vertegenwoordigt.
De gekwalificeerde meerderheid van de overige leden van de Raad wordt bepaald overeenkomstig artikel 238, lid 3, onder a).
Op grond van art 8 van deze verordening, is de betreffende lidstaat dan verplicht een plan met corrigerende maatregelen voor aan de Raad en de Commissie. De Raad beoordeelt dit plan dan (lid 2). Indien het plan toereikend is zal de Raad het plan bekrachtigen. De uitvoering wordt vervolgens op toegezien (art 9) en beoordeeld (art 10).
Als we dan even teruggaan naar wat de Commissie zegt in haar rapport is dit het volgende:
2016 (
https://eur-lex.europa.eu...ri=COM%3A2016%3A728%3AFIN)
De schuldenlast van de particuliere sector is zeer groot maar de particuliere schuldafbouw gaat door, wat tot een geringe daling van het schuldniveau heeft geleid. Beleidsmaatregelen, zoals een verlaging van de hypotheekrenteaftrek en van de leenquotiteiten, zullen naar verwachting de reductie van de schulden van de huishoudens ondersteunen. In 2015 zijn de reële huizenprijzen beginnen te stijgen na eerdere jaren een correctiefase te hebben doorgemaakt. De overheidsschuld ligt iets boven de drempelwaarde en laat een lichte daling zien. Hoewel de arbeidsmarkt door een forse toename van de werkgelegenheid wordt gekenmerkt, wat tot een gestage daling van de werkloosheid heeft geleid, blijft het percentage langdurig werklozen aan de hoge kant.
Al met al duidt de economische interpretatie op problemen die samenhangen met aanhoudende onevenwichtigheden op het gebied van besparingen en investeringen, alsook met de grote particuliere schuldenlast, en met name de hoge hypothecaire schuld. Derhalve acht de Commissie het, mede in het licht van de vaststelling in maart van een onevenwichtigheid, nuttig verder na te gaan of de onevenwichtigheden aanhouden of ongedaan worden gemaakt.
2018https://eur-lex.europa.eu...XT/?uri=CELEX:52018DC0758https://eur-lex.europa.eu...XT/?uri=CELEX:52018DC0758
Over het geheel genomen blijkt uit de economische analyse dat er problemen zijn in verband met de hoge schuldenlast van huishoudens en het hoge binnenlandse spaaroverschot. Bijgevolg acht de Commissie het nuttig, mede in het licht van de vaststelling van een onevenwichtigheid in maart 2018, verder te onderzoeken of deze aanhoudt dan wel ongedaan wordt gemaakt.
Kortom, er wordt een paar keer aangeraden om verder onderzoek te verrichten. In de 2017, 2018, 2019 diepgaande onderzoeken zijn de conclusies over de woningmarkt genomen door de Commissie en dit heeft tot de volgende aanbevelingen geleidt (2018 aanbeveling):
2018Commissievoorstel voor aanbevelingen voor Nederland
BEVEELT AAN dat Nederland in 2018 en 2019 de volgende actie onderneemt:
1.Met inachtneming van de middellangetermijndoelstelling, het budgettaire en het structuurbeleid gebruiken voor een verhoging van de publieke en private investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie. Maatregelen nemen om prikkels voor het aangaan van schulden door huishoudens en de resterende verstoringen op de woningmarkt terug te dringen, met name door de ontwikkeling van de particuliere huursector te bevorderen.
2019BEVEELT AAN dat Nederland in 2019 en 2020 de volgende actie onderneemt:
1. Prikkels voor het aangaan van schulden door huishoudens en de verstoringen op de
woningmarkt terugdringen, onder meer door de ontwikkeling van de particuliere
huursector te bevorderen. Ervoor zorgen dat de tweede pijler van het pensioenstelsel
transparanter, intergenerationeel eerlijker en schokbestendiger wordt. Beleid
uitvoeren om het beschikbare inkomen van huishoudens te verhogen, onder meer
door de voorwaarden ter ondersteuning van loongroei te versterken, met
inachtneming van de rol van de sociale partners. Kenmerken van het belastingstelsel
aanpakken die agressieve fiscale planning, vooral door middel van uitgaande
betalingen, in de hand kunnen werken, met name door uitvoering van de
aangekondigde maatregelen.
Resumé
- De schuld / bbp ratio is een
indicatieve drempel (en dus geen norm).
- Als de indicatieve drempel overschreven wordt kan de Commisie een diepgaand onderzoek instellen
- Uit dat onderzoek kunnen
aanbevelingen komen, waarbij het een lidstaat vrij staat om deze toe te passen en hoe deze toe te passen
- Pas als er sprake is van buitensporige onevenwichtigheden (wat na een diepgaand onderzoek moet worden vastgesteld) kan de Commissie daadwerkelijk een lidstaat opleggen om met een plan te komen
Kortom, het ligt volgens mij een behoorlijk stuk genuanceerder dan jij doet voorkomen.
Overigens opmerkelijk dat de Commissie Nederland met name adviseert om de particuliere huursector te ontwikkelen...