Belecthor schreef op maandag 19 december 2022 @ 10:50:
[...]
Ik heb een oude woning en moet minstens 100k investeren om naar label A te gaan. Glas vervangen, spouwmuur vullen, dak isoleren zijn niet giga ingrijpende maatregelen en heb je met relatief weinig geld nog wel gedaan (<20k). Ga je denken aan kozijnen vervangen, voorzetwanden met isolatie en vloerverwarming met warmtepomp aanleggen, dan moet je flink in de buidel tasten (of zelf even een paar maanden vrij nemen, maar dat is ook niet gratis, evenals materiaal).
Naast het feit dat ik dat geld niet heb en niet kan lenen bij de bank, is dat kans groot dat ik dit geld ook niet meer terugzie bij een verkoop. Dan wacht ik liever af, betaal ik wat extra belasting en koop ik in één keer een andere woning dan dat ik het zelf rigoureus isoleer.
Ik denk dat het meer zin heeft om alle oude jaren '20 en '30 wijken hier plat te gooien en er wat nieuws neer te zetten dan alles nu naderhand te isoleren.
Dit was 4 jaar geleden ruwweg mijn strategie ook. Ik ben laat op de koopmarkt gekomen ivm langdurig ziekte. Dus rond m'n 37e heb ik m' neerste huisgekocht. Voor 200k kon ik of ene G label woning kopen (2 onder 1 kap tot hoekwoning). Of nieuwbouwappartement van 70m2 met a-label. Ik heb bewust voor A-label gekozen, om al deze ellende voor te zijn.
Maar alsnog moet ik over 10 ofzo jaar nog van het gas af (warmtenet of warmtepomp, dat moeten we met de VVE nog uitzoeken)
Mara ik had dus de luxe om vooruit te kijken en van de plank te kopen. Als je 10 jaar geleden ofzo gekocht hebt waren mensen daar helemaal nog niet mee bezig. En je moet toch ergens wonen in Nederland, want er zijn gewoon niet voldoende huizen. Laat staan allemaal c-label of hoger.
Het is ook een beetje systeemproblemen op de eindconsument dumpen. Nu ben ik niet tegen kapitalisme, maar negatieve effecten zul je moeten mitigeren.
Tevens, ik lees ook hierboven over mensen met 3 electrische autos; ik denk dat ik met m'n afgeschreven ford ka (net voor de sloop weggekocht) en 6000km per jaar op benzine toch iets minder vervuilend ben. Dat zijn de kilometers die ik niet met het OV kan maken, maar wel moet maken (ziekenhuis, mantelzorg en gewoon uberhaupt naar een locatie niet in een grote stad / dicht bij een station).
Zelfs tripjes naar Almelo (voor afstudeerbezoeken) duren met het OV 80 min, en met de auto 25 (reistijd deur tot deur). Ik kan niet 5 studenten op een dag bezoeken met het OV. Dan kost me dat vrije tijd, ik krijg daar de uren niet voor. Online is wel een optie, maar dat is toch minder goed dan fysiek. De gesprekken zijn face2face altijd beter is mijn ervaring. Als je autogebruik wilt verlagen, zal je toch zaken ook anders moeten inrichten. Maar als het systeem zo blijft, dan zal ik altijd auto blijven rijden. Ik heb 3 jaar zonder auto geleefd en ik nu eerlijk zeggen: de auto heeft een betere waardepropositie voor mij dan het OV in sommige situaties.
Aanvullend, om resource-gebruik terug te dringen zullen we gewoon moeten denken aan servitization. Dat kan haast niet anders. Als we omschakelen van een bezit samenleving naar meer een dienstensamenleving, dan kunnen we denk ik best veel van de huidige welvaart houden. Je krijgt dan een ontkoppeling tussen resourcegebruik en waardecreatie. Dat vereist wel dat de quality-attributes van de waardepropositie dicht bij bezit moeten zitten, zodat mensen intrinsiek geneigd zijn om de andere situatie te pakken. Klakkeloos vervuiling duurder maken en de alternatieven niet beter zullen vooral op weerstand gaan stuiten. Weerstand ontstaat namelijk bij de (perceptie) van waardeverlies. De service-offering moet dus zo zijn, dat de perceptatie van waarde (de waardepropositie) wordt gehandhaafd. Maar goed, we zijn wel wat laat hieraan begonnen.
Terug naar het voorbeeld vervoer:
En dat zal dus bv een fijnmazig netwerk van deelautos zijn met een combinatie van uitstekend openbaar vervoer.
Tevens is die circulaire economie ook nog niet zomaar gemaakt. Het close-the-loop-verhaal is vaak verre van winstgevend. Met een paar cent per kg kom je er net. BV polyestertextiel uit virgin materials is fors goedkoper dan de hergebruikte versie (voor hoogwaardige recycling).
Ook is het ophalen, uit elkaar halen en recyclen vaak gewoon fors duurder dan uit de grond halen. Dat moet dus wel veranderd worden.
Wat je nu vaak ziet gebeuren is wel iets interessants, je gaat vanuit een verliesgevende organisatie (e.g., recycling centrum) een ecosysteem opzetten, waarbij je dus collectief gaat proberen de ecosysteemwaardepropositie winstgevend te krijgen en dan de inkomsten te verdelen over de actoren (eigenlijk zijn het rollen). Concurrentie zal dan meer op ecosysteemnivea komen, dan daadwerkelijk op individuele actoren. Een actor kan uiteraard in verschillende ecosystemen zitten (aangezien het rollen zijn).
Ik heb nu een ecosysteem ontworpen voor een landelijke organisatie (en daar moest dus geld gevonden worden om close the loop te realiseren en dat werd dus een consumentenbijdrage, dat is hoe de wereld nu nog in elkaar steekt)
Ik ga het nu bij de volgende anders aanpakken en meer richten op de FAIR-value zoals de literatuur voorschrijft (maar daarvoor moet ik eerst een methode bouwen, work in progress). En hierbij moet je dus daadwerkelijk meer richting conflictoplossing en goede 'value engineering' gaan doen om toch de neuzen dezelfde kant op te krijgen.