Oftewel, niks. We zitten ook nog altijd te wachten tot Caroline van der Plas met de vuist op tafel gaat slaan in Brussel.
Vooralsnog lijkt het bekende script van "delay, deny, defend" te worden gebruikt. Niet mijn woorden, maar die vang ik op bij LVVN-ers.
Overigens ook deels mijn observatie, bij gesprekken met BBB-ers. Die zijn allemaal wel eens op media-training geweest in Deventer. Hun kiezers trappen in dergelijke scripts, maar anderen zijn over het algemeen toch iets resultaatgerichter. Binnen het kabinet was er de stille afspraak dat BBB zich volledig op landbouw mocht storten, mits ze keurig mee gingen met de PVV-plannen voor asiel & migratie. Nu blijkt dat er op landbouw geen sprake is van stappen vóóruit, maar zelfs achteruit, begint men ook binnen de coalitie te morren.
En dan komt toch dat
Scheermes van Hanlon weer langs. Want zoveel geklungel kán niet meer redelijk verklaard worden met incompetentie en infantilisme.
En dan ga ik toch even een paar stapjes achteruit nemen, en u weer even de grote wereld in te nemen. Er zijn grofgezegd drie soorten smaakjes als het gaat om landbouwbeleid voeren:
- Amerikaans model. Focus op grote bedrijven. Focus op productie. Boeren zijn net zo vervangbaar als hun Spaanstalige dagloners.
- Japans model. Focus op de boeren. Focus op kwaliteit ten koste van kwantiteit. Een erfenis van na-oorlogse jaren.
- Chinees model. De Chinezen hebben heel goed staan kijken naar de Amerikanen, de japanners en de Europeanen. En vooral naar de nadelen en de perverse prikkels in deze systemen, en zijn vervolgens heel goed gaan nadenken: Ruim baan voor grote, innoverende agri-bedrijven mits ze de boeren helpen en het platteland (re)vitaliseren.
De verschillen zitten 'm vooral in de prikkels: bij de Amerikanen is productie de graadmeter waarop de subsidies worden uitgedeeld. Bij de Japanners is er een vaste subsidie, ongeacht bedrijfsgrootte of productie, maar er moet wel een minimale omzet (zo rond de 10K euro) gehaald worden. Bij de Chinezen wordt er subsidie uitgekeerd naar gelang hoe arm de boer is: des te armer, des te meer geld die krijgt. Tevens mogen grote, niet-agrarische bedrijven investeringen die ze doen in het ontplooien van agrarische activiteiten, van de winstbelasting aftrekken (daarom heeft bijvoorbeeld tech-reus Tencent een heuse incubator en lab in Wageningen).
Heel kort door de bocht.
Europa bevind zich daarentegen op een pad. We zijn ooit begonnen, na de oorlog, met landbouwhervormingen á la de Japanners. Maar we zijn nu hard op weg om naar het Amerikaanse model te gaan. Dat is natuurlijk geen toeval, hier komt actieve sturing en lobby om de hoek kijken, vooral van grootzakelijke actoren, en ik noem geen namen, maar ze spreken Nederlands.
Hier zit namelijk ook een oude koloniale component in: in vroeger tijden had men in de koloniën plantages. Het idee van een plantage is dat men de oorspronkelijke boeren van hun land trapt, er een grote onderneming voor terug zet, buitenlands management (die zichzelf geen boeren noemen maar planters) invliegt, en de oorspronkelijke boeren mogen enkel nog terugkomen als uitzendkracht met een nulurencontract. In het gunstigste geval. Dat model werkte in de eeuwen ná de Gouden Eeuw prima voor cash-crops als tabak, koffie, suiker, palmolie waarbij in de plant-fase geringe menselijke inzet voor nodig is, maar na de oogst wel dure machinerie voor vereist is.
De enige reden waarom we dit planters-model nooit toe hadden gepast bij de zuivel in Nederland zelf was simpelweg omdat de melkveehouderij van oudsher begrenst was tot de hoeveelheid koeien die een boer en zijn gezin op een dag konden melken, en hoe snel de gekarnde boter op de markt kon komen.
Terzijdelingse noot: Gouda en Edam hebben zelf nooit kaas geproduceerd. Dat waren alleen plekken waar de kazen verhandelt werden, die door de boeren uit de omgeving aangeleverd werden. Een Edammer is een export-kaas bij uitstek, hier in de Albert-Heijn is het een jonge kaas. Maar als ik diezelfde ronde rode bal in de Hero in Indonesië koop, is het een extra belegen kaas. Daar kent men de Edammer enkel als belegen kaas, daar van oudsher de Edammers als jonge kaas in het schip geladen werden en belegen waren als ze in Indië uitgeladen werden.
Maar die tijd is met de komst van allerhande complexe machines wel voorbij. En dan kunnen we het efficiëntieslagen noemen, we kunnen het verregaande robotisering noemen, we kunnen de woorden "verticale integratie" in de mond noemen. Maar in essentie komt het op hetzelfde neer: tenzij er failsafes worden ingebouwd zoals de Chinezen hebben, hollen we heel rap richting het planters-model waarbij de huidige boeren slechts als uitzendkracht met een nulurencontract terug mogen komen (mits ze kunnen concurreren met uitzendkrachten uit het buitenland).
En voor u denkt: die unclero zit me hier iets nieuws en revolutionairs te vertellen. Dit zijn al hele oude ideeën. En die ideeën zijn allang courant op de plekken waar de echt grote hoeveelheden geld langs komen. Wijlen Pim Fortuyn dronk graag champagne met zulke grootzakelijke belangen. Daarom kon hij schrijven over
varkensflats en dromen van een harde sanering van de boerenstand en meer marktwerking ("up or out") en minder subsidies.
Quelle chimère est-ce donc que l'homme? Quelle nouveauté, quel monstre, quel chaos, quel sujet de contradiction, quel prodige!