Wat mij betreft kun je een paar kanten op. Een soort stroomdiagram.
Wil je sleutelen: ja, ga door naar A
Nee, ga door naar B
A. Wil je alleen achter sleutelen of ook voor? Alleen achter, ga naar C. Beide, ga door naar D.
B. Je wil niet sleutelen. Dan zul je een cassette moeten kiezen waarmee je overal boven komt. Dat is uiteraard afhankelijk van het terrein waarin je fietst, je niveau en je trapfrequentie. Voor de één zal het een 28 zijn en de ander een 30 of zelfs een 32. Tegenwoordig maakt Shimano er een sport van om al die cassettes aan te vangen met een 11, en over het nut daarvan kun je discussiëren, maar goed. Het voordeel van een 11 t.o.v. een 12 is dan wel weer dat je iets langer op je binnenblad kunt blijven rijden.
Op het vlakke zal je merken dat je veel op het buitenblad rijdt met een redelijk scheve kettinglijn. Moet je tegen kunnen. Ook zul je merken dat je behoorlijke stappen in je verzet hebt. Ook zul je, in bepaalde gevallen, merken dat je nogal eens vooraan moet schakelen. Dat is keerzijde van niet willen sleutelen.
Een andere optie kan zijn een 36 binnenblad te steken. Voordeel is dat je vooraan minder hoeft te schakelen. Nadeel is dat je dan de 2 tanden extra voor, achter moet compenseren met een grote cassette. Soms is dat niet mogelijk en als het wel nodig is dan worden de gaten tussen de verzetten nóg groter. Je lost één probleem op en creëert dus een nieuw probleem.
C. Je wil alleen achter sleutelen. Dan is een 12-25 voor op het vlakke met een klimcassette (wederom, afhankelijk van je niveau, bijv. met een 28 of een 30 erin) een goede optie. Op het vlakke heb je, net als in scenario B last van het feit dat je nogal eens vooraan moet schakelen (tenzij je heel sterk bent en/of je een laag RPM draait, dan kun je alles op het buitenblad). Meerwaarde t.o.v. B. is dat je op het vlakke verlost bent van gaten in de cassette.
Ook bij deze situatie kun je kiezen voor een 36 voorblad, zodat je minder vooraan hoeft te schakelen. Je moet dan alleen wel een iets grotere klimcassette kiezen om de 2 tanden op te vangen.
D. Nu kun je je verzet optimaal aanpassen aan de omstandigheden. Op het vlakke monteer je dan een 39, of als je heel sterk bent of een heel laag RPM hebt zelfs een 42. Je kunt dan zeer veel op het binnenblad fietsen, dus van het schakelen vooraan ben je verlost. Doordat je achter je cassette ook aanpast op het terrein, heb je ook geen last van grote gaten. Nadeel: je moet sleutelen (duh).
Moraal van het verhaal: het ideale verzet bestaat niet, alles heeft z'n voor- en nadelen en het is maar net wat je belangrijk vindt...
Ik moet nu weg maar zal t.z.t. de optie 36 binnenblad er ook nog in werken. [edit] gedaan.
[
Voor 17% gewijzigd door
havana op 21-09-2017 08:29
. Reden: zpelvauten ]