Ik heb net mijn tekst geedit omdat ik teveel vanuit mijn eigen situatie redeneerde.
Ik heb namelijk ook en 3x25a hoofdaansluiting. Echter heb ik in de garage waar de Venusen hangen een onderverdeelkast.
In de hoofdkast een 3P+N C20 300ma aardlekautomaat, een 5x4mm2 kabel naar de onderverdeelkast, waar een hoofdschakelaar en 3x B16 30ma alamat’s in zitten.
Ff stukje chatGPT:
Selectiviteit (in de elektrotechniek) betekent simpel gezegd:
“Alleen dat deel van de installatie waarin de fout zit schakelt uit — de rest blijft gewoon werken.”
Voorbeeld om het eenvoudig te maken:
Stel je hebt twee aardlekschakelaars achter elkaar:
• Hoofdaardlekschakelaar in de meterkast
• Aardlekschakelaar voor de keuken
👉 Als er nu een fout optreedt in een keukenapparaat, wil je dat alleen de keuken-ALS uitschakelt en niet de hele installatie via de hoofdaardlekschakelaar.
➡️ Dat noemen we selectiviteit: de beveiliging die het dichtst bij de fout zit grijpt als eerste in.
Als beide aardlekschakelaars tegelijk zouden uitschakelen, dan is er géén selectiviteit.
Dat is onhandig, want dan valt misschien ook de koelkast, verlichting of verwarming uit terwijl de storing alleen in de keuken zat.
De vuistregel voor selectiviteit is een factor 1,6. Echter was dit gebaseerd op smeltzekeringen. Tegenwoordig worden ook vaker C20 of B20 aardelekautomaten toegeslaan, bijvoorbeeld voor een laadpaal of onderverdeelkast.
Waarbij de C en B iets zeggen over de reactiesnelheid op hoge stromen.
Voor een huisinstallatie met eindgroepen is B karakteristiek de norm.
Dus bij een 25a hoofdzekering, max een 16a groep.
Dus als je niet naar een onderverdeelkast hoeft, en je de groepen rechtstreeks naar je meterkast kunt trekken, dan kun je het best 6 losse groepen maken, verdeeld over 3 alamats.
Moet je met een onderverdeelkast gaan werken, dan wordt het een lastiger verhaal.
[
Voor 6% gewijzigd door
Magicw00b op 12-10-2025 12:59
]