Om nog heel even terug te komen op de financiën, het altijd een patroon bij populistische partijen om een directe cliëntelistische relaties te zoeken met de achterban, d.w.z. directe belangenbehartiging i.p.v. het afwegen van alle belangen in een samenleving. Die zijn dan gericht op het versterken van de populistische band met kiezer en werkt beide kanten op.
Bij het invoeren ervan kan de partij op dat specifieke beleid de achterban voor zich winnen. Maar ook als het weer afschaft wordt door andere partijen, kan diezelfde band weer versterkt worden. Het is dan ook niet voor niets dat populistische partijen weinig moeite hebben met financieel slecht onderbouwde maatregelen of te veel geld uitgeven. Welke richting het ook uitgaat, als ze het qua PR goed spelen winnen ze altijd zolang de journalistiek het spel bewust of onbewust meespeelt.
Daarnaast, als het qua financiën toch uit de hand loopt, hebben populisten vaak weinig moeite om het mes te zetten in beleid wat hun eigen achterban niet raakt. Dit wat qua PR vaak verpakt als zijnde overbodig, een bekend voorbeeld wat je vaak hoort is "linkse hobbies".
Het bevorderen van populistisch cliëntelisme lijkt relatief onschuldig, zeker ook omdat het aan de buitenkant ook wel enigszins lijkt op vertegenwoordiging. Maar juist door het ontbreken van afweging van alle belangen, ondermijnt dit de liberale democratische rechtstaat. Het zorgt ervoor dat er een cultuur ontstaan van het eigen belang en niet het algemene belang. Dat bereid vervolgens de weg voor naar autoritair leiderschap.
De afbraak van de liberale democratie is dan ook nooit een gebeurtenis, maar een proces van noodzakelijke stappen die gezet moeten worden alvorens het voltooid kan worden. En daarin zit dan ook precies het probleem, bij elk stapje kan beweert worden dat het onschuldig is, maar zet ze achterelkaar en het is te laat.
Hoe de afgedreven PvdA’er Ronald Plasterk de verkenning naar een rechts kabinet ging leidenEn toen was daar PvdA’er Ronald Plasterk. Gevraagd door Wilders, zei hij, omdat „hij de indruk had gehad dat ik hem geen loer zou draaien”. De twee hadden elkaar in de zomer ontmoet op Bonaire. Het klikte. Hij wilde het „niet groter maken” en zeker ook niet „dramatisch laten klinken”, zei Plasterk toen hij eind november aantrad. Maar het „land riep, toch?” En hij had geluisterd.
Dat Plasterk de informatiegesprekken wil leiden, komt volgens Koole door een combinatie van „ijdelheid” (een woord dat vaak valt als PvdA’ers het over hem hebben) en „een wat mechanische opvatting van politiek”. Ideologie, bedoelt hij, weegt niet zo zwaar voor Plasterk. „Hij denkt: er is een uitslag, de PVV is de grootste, rechts heeft gewonnen dús moet er een rechts kabinet komen. En als ik gevraagd word, dan moet ik dat doen.”
Plasterk schreef dat hij de sociaaldemocratische boodschap over wilde brengen aan de Telegraaflezer. Cohen: „Als ik al iets van die columns zie, dan kan ik dat er niet bepaald in bespeuren”. Het mailcontact bloedde dood.
Andere PvdA’ers, politiek actief, krijgen ook berichtjes van Plasterk over een ingenomen standpunt, de actualiteit of hun beleid. Wat dat zegt? Volgens sommigen probeert hij zijn mening op te dringen, zijn gelijk te bewijzen. Zij zien dat Plasterk er niet ontvankelijk voor is als onjuistheden uit zijn columns worden weersproken. Anderen zien zijn berichtjes als bewijs dat hij zich nog betrokken voelt bij de partij. Waarom zou hij anders de moeite nemen?
Zijn ijdelheid, zeggen mensen die hem kennen, kan Plasterk ook in de weg zitten. Hij laat graag zien dat hij het beter weet. Hij was als minister niet altijd goed in het aanbrengen van een duidelijke lijn. Het zijn berichten die nu ook klinken bij formerende partijen. Dat hij de boel volgens betrokkenen op z’n beloop liet, zou de gesprekken geen goed hebben gedaan. Cohen: „Hij vindt het heel mooi dat hij dit mag doen. Maar als dat gedreven is door ijdelheid, dan is het risico dat dat meer plaats inneemt dan het doel”.
Dit is ook het beeld wat ik persoonlijk van hem had gekregen. Het niet kunnen brengen van een duidelijk lijn qua proces bij zijn ministerschap kan naar mijn mening ook niet los gezien worden van de genoemde ideologische flexibiliteit. Want als je flexibel omgaat met allerlei politieke processen en standpunten, dan wordt het moeilijk om zelf een lijn in te bepalen, aangezien er geen duidelijk grondslag is waarop die gebaseerd kan worden.
Het is in die zin dan ook niet vreemd dat de Wilders hem graag zag als informateur, iemand die ideologisch flexibel is en qua perceptie van een andere partij is zal zich ook niet zo snel focussen op de ideologische verschillen tijdens zo'n proces. Terwijl daar het probleem uiteindelijk wel zit.
Gecombineerd met z'n gebrek aan procesvaardigheden is het dan ook niet vreemd dat het op deze manier geklapt is. De vraag is of de journalistiek en andere partijen in staat zullen hier doorheen te prikken bij het debat volgende week, de voorboden daartoe zijn er helaas niet.
"When I am weaker than you I ask you for freedom because that is according to your principles; when I am stronger than you I take away your freedom because that is according to my principles"- Frank Herbert