Er is bij veel verkiezingen in het westen het afgelopen decennium, maar ook daarbuiten, te doen geweest over de opkomst van het conservatisme waaronder sommige vormen van rechts populisme en het in de verdrukking komen van progressieve bewegingen, hoewel deze ontwikkeling geen universeel verschijnsel is gebleken. In progressieve kringen wordt over het algemeen gedacht dat het progressieve gedachtegoed simpelweg een kwestie is van overtuiging is mede beïnvloed door de invloed van progressieve factoren in combinatie met welvaart en onderwijs. Uiteindelijk zullen de universele waarden die nagestreefd worden door progressieve partijen gemeengoed worden, zoals gelijkheid van seksen, geaardheid en etniciteit, mensenrechten, diversiteit in afwezigheid van discriminatie, etc.
Toch halen conservatieve partijen ondanks de vooruitgang die geboekt is op het progressieve front steevast toch altijd een vast aantal zetels en behouden mensen uit deze groep conservatieve standpunten. Nu ben ik een onderzoek tegengekomen van Jonathan Haidt waarin hij onderzoek heeft gedaan naar de oorsprong van het conservatisme en in zijn onderzoek komt naar voren dat progressieve of conservatieve levenshouding al op zeer jonge leeftijd te ontdekken valt en deels erfelijk is bepaald.
Een paar quotes uit een artikel over dat onderzoek:
What Makes People Vote Republican?
When and Why Nationalism Beats Globalism
Een andere belangrijke consequentie is dat zowel conservatieven als progressieven gezien juist door die verschillende mate en invulling van morele factoren elkaar niet begrijpen. Dit fenomeen zie je universeel terug, waarin men elkaars houding en standpunten bekritiseerd of zelfs belachelijk maakt. Met telkens als achterliggende gedachte dat de andere partij simpelweg het licht nog niet gezien heeft of niet wil zien. Maar juist gezien dit gegeven zullen beide partijen nooit van elkaars standpunten overtuigd raken.
De vraag is dan welke implicaties dit gegeven van menselijk gedrag heeft voor de inrichting van de maatschappij en de manier waarop het bestuurd wordt. Ik zie hierin 2 factoren.
Ten eerste is het politieke spectrum vaak ineffectief ingericht voor dit gegeven, partijen die opkomen voor de sociaal economische positie van mensen zijn vaak tevens progressief, terwijl conservatieve partijen juist vaak sociaal economisch (neo) liberaal zijn. Deze tegenstelling ontwrichten mede de Amerikaanse samenleving en Britse samenleving waarin de tegenstellingen scherper zijn, maar hetzelfde is ook te zien in Nederland.
Ten tweede wordt juist het progressivisme versterkt door globalisering. Want globalisering verlang een inrichting van de maatschappij die sterk verwant is aan progressieve standpunten, zoals vermindering van nationale invloeden, minder regulering op veel vlakken, vrij verkeer van personen, deze hebben vaak een andere normen en waarden patronen, etc.
Ik denk dat bovenstaand gegeven, mits het onderzoek vanzelfsprekend correct is, op z'n minst een factor is bij de electorale instabiliteit die we zien in het westen. Ik ben benieuwd naar hoe andere denken over dit onderzoek, de betrouwbaarheid ervan en de implicaties. En in welke mate men zichzelf erin herkent.
Toch halen conservatieve partijen ondanks de vooruitgang die geboekt is op het progressieve front steevast toch altijd een vast aantal zetels en behouden mensen uit deze groep conservatieve standpunten. Nu ben ik een onderzoek tegengekomen van Jonathan Haidt waarin hij onderzoek heeft gedaan naar de oorsprong van het conservatisme en in zijn onderzoek komt naar voren dat progressieve of conservatieve levenshouding al op zeer jonge leeftijd te ontdekken valt en deels erfelijk is bepaald.
Een paar quotes uit een artikel over dat onderzoek:
What Makes People Vote Republican?
We psychologists have been examining the origins of ideology ever since Hitler sent us Germany's best psychologists, and we long ago reported that strict parenting and a variety of personal insecurities work together to turn people against liberalism, diversity, and progress. But now that we can map the brains, genes, and unconscious attitudes of conservatives, we have refined our diagnosis: conservatism is a partially heritable personality trait that predisposes some people to be cognitively inflexible, fond of hierarchy, and inordinately afraid of uncertainty, change, and death. People vote Republican because Republicans offer "moral clarity"—a simple vision of good and evil that activates deep seated fears in much of the electorate. Democrats, in contrast, appeal to reason with their long-winded explorations of policy options for a complex world.
Hij beschrijft vervolgens 2 verschillende visie op de samenleving, een volgens John Stuart Mill:Here's my alternative definition: morality is any system of interlocking values, practices, institutions, and psychological mechanisms that work together to suppress or regulate selfishness and make social life possible. It turns out that human societies have found several radically different approaches to suppressing selfishness, two of which are most relevant for understanding what Democrats don't understand about morality.
En een volgens Emile Durkheim:First, imagine society as a social contract invented for our mutual benefit. All individuals are equal, and all should be left as free as possible to move, develop talents, and form relationships as they please. The patron saint of a contractual society is John Stuart Mill, who wrote (in On Liberty) that "the only purpose for which power can be rightfully exercised over any member of a civilized community, against his will, is to prevent harm to others." Mill's vision appeals to many liberals and libertarians; a Millian society at its best would be a peaceful, open, and creative place where diverse individuals respect each other's rights and band together voluntarily (as in Obama's calls for "unity") to help those in need or to change the laws for the common good.
Hij betoogd vervolgens dat progressieven feitelijk een samenleving nastreven volgens John Stuart Mill maar conservatieven zich juist thuisvoelen in een maatschappij volgens Durkheim en hierdoor dus incompatibel zijn:But now imagine society not as an agreement among individuals but as something that emerged organically over time as people found ways of living together, binding themselves to each other, suppressing each other's selfishness, and punishing the deviants and free-riders who eternally threaten to undermine cooperative groups. The basic social unit is not the individual, it is the hierarchically structured family, which serves as a model for other institutions. Individuals in such societies are born into strong and constraining relationships that profoundly limit their autonomy. The patron saint of this more binding moral system is the sociologist Emile Durkheim, who warned of the dangers of anomie (normlessness), and wrote, in 1897, that "Man cannot become attached to higher aims and submit to a rule if he sees nothing above him to which he belongs.
In een ander artikel van Jonathan Haidt haalt hij soortgelijke conclusies aan van andere onderzoekers, het belangrijkste is dat het autoritarisme dat je terug ziet bij conservatieven geen gegeven is maar beïnvloed wordt door factoren die als bedreigend worden ervaren voor de eigen normen en waarden :A Durkheimian ethos can't be supported by the two moral foundations that hold up a Millian society (harm/care and fairness/reciprocity). My recent research shows that social conservatives do indeed rely upon those two foundations, but they also value virtues related to three additional psychological systems: ingroup/loyalty (involving mechanisms that evolved during the long human history of tribalism), authority/respect (involving ancient primate mechanisms for managing social rank, tempered by the obligation of superiors to protect and provide for subordinates), and purity/sanctity (a relatively new part of the moral mind, related to the evolution of disgust, that makes us see carnality as degrading and renunciation as noble).
When and Why Nationalism Beats Globalism
Her core finding is that authoritarianism is not a stable personality trait. It is rather a psychological predisposition to become intolerant when the person perceives a certain kind of threat. It’s as though some people have a button on their foreheads, and when the button is pushed, they suddenly become intensely focused on defending their in-group, kicking out foreigners and non-conformists, and stamping out dissent within the group. At those times they are more attracted to strongmen and the use of force. At other times, when they perceive no such threat, they are not unusually intolerant. So the key is to understand what pushes that button.
Als deze onderzoeken kloppen, en conservatisme en progressiviteit zijn feitelijk gelinkt aan deels erfelijk persoonlijkheidsfactoren, dan heeft dat natuurlijk implicatie over hoe we de samenleving inrichten en hoe politieke partijen hierop zouden moeten reageren. De belangrijkste is conclusie is hierin dat conservatieven op moreel vlak restrictiever zijn dan progressieven met hun universele waarden en op dat vlak conflicteren en het dus ook niet mogelijk is een samenleving geheel volgens een progressieve en conservatieve visie in te richten.The answer, Stenner suggests, is what she calls “normative threat,” which basically means a threat to the integrity of the moral order (as they perceive it). It is the perception that “we” are coming apart:
The experience or perception of disobedience to group authorities or authorities unworthy of respect, nonconformity to group norms or norms proving questionable, lack of consensus in group values and beliefs and, in general, diversity and freedom ‘run amok’ should activate the predisposition and increase the manifestation of these characteristic attitudes and behaviors.
So authoritarians are not being selfish. They are not trying to protect their wallets or even their families. They are trying to protect their group or society
Een andere belangrijke consequentie is dat zowel conservatieven als progressieven gezien juist door die verschillende mate en invulling van morele factoren elkaar niet begrijpen. Dit fenomeen zie je universeel terug, waarin men elkaars houding en standpunten bekritiseerd of zelfs belachelijk maakt. Met telkens als achterliggende gedachte dat de andere partij simpelweg het licht nog niet gezien heeft of niet wil zien. Maar juist gezien dit gegeven zullen beide partijen nooit van elkaars standpunten overtuigd raken.
De vraag is dan welke implicaties dit gegeven van menselijk gedrag heeft voor de inrichting van de maatschappij en de manier waarop het bestuurd wordt. Ik zie hierin 2 factoren.
Ten eerste is het politieke spectrum vaak ineffectief ingericht voor dit gegeven, partijen die opkomen voor de sociaal economische positie van mensen zijn vaak tevens progressief, terwijl conservatieve partijen juist vaak sociaal economisch (neo) liberaal zijn. Deze tegenstelling ontwrichten mede de Amerikaanse samenleving en Britse samenleving waarin de tegenstellingen scherper zijn, maar hetzelfde is ook te zien in Nederland.
Ten tweede wordt juist het progressivisme versterkt door globalisering. Want globalisering verlang een inrichting van de maatschappij die sterk verwant is aan progressieve standpunten, zoals vermindering van nationale invloeden, minder regulering op veel vlakken, vrij verkeer van personen, deze hebben vaak een andere normen en waarden patronen, etc.
Ik denk dat bovenstaand gegeven, mits het onderzoek vanzelfsprekend correct is, op z'n minst een factor is bij de electorale instabiliteit die we zien in het westen. Ik ben benieuwd naar hoe andere denken over dit onderzoek, de betrouwbaarheid ervan en de implicaties. En in welke mate men zichzelf erin herkent.
Climate dashboard | “Reality is that which, when you stop believing in it, doesn't go away.”