Politisering is een proces waar conforme structuren (regels, kaders, toetsing e.d.) gecompromitteerd worden door een combinatie van netwerk en beïnvloeding. Anders gezegd: politieke organisatie verwijdert de scheiding die geplaatst hoort te zijn tussen "de politiek" en mechanismen van ons bestel, zoals overheid, onderzoeksinstellingen en zo meer.
Onder de streep komt het er op neer dat politisering resulteert in een dynamiek waar twee algemene trends ontstaan:
1. We bankieren niet langer op toetsing.
2. We bankieren niet langer op balans.
Dat eerste, verhaal maken wordt belangrijker dan het werk doen, perceptie neemt het over van realiteit, we gaan over tot beleid op basis van ideologie. En ideologie is pur sang niets anders dan een constructie van geloof voor gebruik van geloofsgedrag.
Dat tweede, in plaats van uitgaan van het geheel van belangen & afhankelijkheden verschuiven we naar een voorop stellen van selectieve belangen - te weten die van wie op de stoel zit, of degene die iemand op de stoel geplaatst heeft.
Tegenwoordig begint duidelijk te worden dat er ook brede gedragseffecten bij aanwezig zijn, er is wat discussie over de vraag of dat een separate en eigen trend is, of dat het verweven is met die twee. Denk bijvoorbeeld aan transitie naar bankieren op de prikkel, of bankieren op korte termijn.
Dit soort processen zijn zelfversterkend. Gedrag is besmettelijk en normaliserend. Als bijvoorbeeld een persoon van grensoverschrijdend gedrag in een bestuursraad zit heeft deze persoon er belang bij dat hij niet de uitzondering is. Het is een beetje een les binnen zowel bestuur- als organisatiekunde, zit er rot, dan groeit de rot. Immers, rot heeft daar belang bij - anders valt het op en wordt het verwijderd.
Treedt politisering op dan volgt langzaam maar zeker een verschuiving weg van formele stelsels van regels (daarbij hoort toetsing én sanctie bij overschrijden) naar een dynamiek waar de regels niet langer toegepast worden, en uiteindelijk een dynamiek waar genormaliseerd gedrag de koers bepaalt.
[...]
Wat is het verschil tussen toepassing van politisering en politisering?
Politisering kan een proces zijn wat organisch is. Denk bijvoorbeeld aan onze tijd van Verzuiling, waar binnen structuren van macht er geen focus was op grensoverschrijdend gedrag maar puur het voorzien in behartiging naar aanwezige - veelal confessionele - normen. Ondanks dat het een organisch proces is in deze was het resultaat er een van ondermijning van functionaliteit.
De toepassing van politisering is een keuze tot introduceren en bevorderen van bovenstaand proces binnen agenda voor doelstellingen. De ondermijning is effectief bewust, wordt gedragen en georganiseerd - het is subversieve handeling.
Maar de toepassing van politisering maakte dus niet zelf de pensioenroof mogelijk, maar de disproportionele impact van die toepassing. Wat is dan die impact, en hoe is die disproportioneel ten opzichte van wat?
De impact was disproportioneel omdat toen er niemand stil bij stond dat een politieke actor dergelijk gedrag ten toon kon, wilde en deed spreiden. Er was weinig tot geen bewustzijn van, dat soort zaken waren iets uit oudere tijden. Dan treden gedragseffecten van bias op. En daarmee is er gewoon geen of te weinig weerstand tegen.
Was was hoogst uitzonderlijk? De impact, de toepassing van politisering, of politisering zelf?
Voor die periode? Alle drie. Politieke partijen hadden in die tijd hun "eigen" netwerken, de spreekwoordelijke baantjescarroussel, maar er was sprake van een redelijke balans tussen functioneren van politiek en mechanismen als overheid. Er werd zelfs gewaakt tegen organisch proces van politisering. De impact van die kwestie, die wordt tegenwoordig nog gevoeld binnen het pensioenstelsel, op veel manieren - maar daar zijn hele boeken over geschreven, gaat wat ver voor dit topic.
[...]
Dus processen van normalisatie (ik neem aan tav politisering) bestaan uit meerdere fasen. Kan je uitleggen welke fasen jouw theorie onderscheidt, en waarom we dan net niet in de derde fase zitten?
Mijn theorie is het niet, en het is eigenlijk ook geen theorie. We noemen het een politieke theorie, maar het is effectief een model binnen een specifieke school van politiek. Te weten, machtspolitiek. Het model wat binnen deze school gehanteerd wordt is dat van zogeheten
Selectorate Theory. Er zijn varianten van, voornamelijk verschillend in cultuur-historische kaders bij implementatie, maar in algemene zin is het model de basis van wat we de machtspolitieke school noemen: een functioneel kader voor richting geven aan datgene wat je nodig hebt voor macht om eigen selectief belang en individuele positie te garanderen.
We zitten nog net niet in die derde fase omdat we pas na de Toeslagenaffaire doorgezet hebben in Beleid & Bestuur met het toepassen van de Nieuwe Beleidsfundamenten over alle domeinen heen, en niet enkel voor sociaal domein met specifieke focus op een mechanisme daarbinnen.
Er is geen functioneel verschil tussen iemand die bij een Toeslagenaffaire onderuit gehaald wordt dankzij aanwezige systemische methodologie en een Koolmees die nuchter stelt dat er voor ondernemers geen maatwerk zal zijn bij beoordeling achteraf van conformiteit bij Covid compensatie maatregelen. De richting van de relatie wordt omgedraaid: de burger is de jure en de facto fout tenzij de burger niet in geautomatiseerde selectie zit, of er in slaagt meer gewicht binnen netwerk dan wel publiek debat te ontwikkelen in relatie tot kosten voor overheid bij continuering van toepassing van beleid op de burger. Voor bedrijven geldt inmiddels hetzelfde.
Die Nieuwe Beleidsfundamenten zoals ontwikkeld voor wat de kwestie van Toeslagenaffaire werd komen uit dat model van Selectorate Theory. Het wordt een wel heel erg lang bericht als ik dat in detail moet uitleggen, ik heb eerder een aantal boekentips geplaatst, dat wikipedia artikel maakt er ook melding van - het lijkt allemaal ingewikkeld, veel meer is het echter een confrontatie met onze bias. Het idee dat mensen bewust inzetten op dat soort methodologie. Maar goed, wat bij een domein fundament is, dat wordt verder ingezet bij andere domeinen.
Op dat punt zitten we nu eigenlijk, dus net voordat het overal genormaliseerd én fundament Beleid & Bestuur is.
[...]
Bedoel je dat de politiek of overheid(?) liever burgers controleert dan de overheid zelf en die mechanismen ook actief omgezet heeft in de andere richting? Even advocaat van de duivel: heeft dat naast eigenbelang van de organisatie ook nog positieve effecten zoals een efficiënte overheid?
Specifiek: machtspolitiek. Dat is binnen ons politieke spectrum dominant geworden. Dit is ook wat overwicht heeft binnen processen van politisering (niet enkel voor overheid trouwens, ook media landschap en onze zakelijke netwerken).
Er zijn geen nuttige effecten van dit alles, behoudens daar waar men in positie zit om op dergelijke manieren eigen selectief belang te behartigen. Onder de streep van alle politieke theorie en zo meer, dit zijn processen van corruptie, van afbraak. En zelfs dat is op lange termijn ook voor selectief belang destructief. Maar goed, lange termijn: na ons de zondvloed.
Probeer het eens te zien in termen van een voedingssysteem. Iedereen in het stelsel moet eten, er moeten afspraken gemaakt worden over verdeling en consumptie en zo meer. Maar zit je op de stoel en het gaat je enkel om het eigen eten, dan treden perverse prikkels op. Dan volgt gedrag wat weliswaar nuttig kan zijn voor die persoon op die stoel, maar het wil ook zeggen dat elders middelen tot productie, verdeling, consumptie e.d. gecompromitteerd moeten worden. Voeg dan grensoverschrijdend gedrag toe, en wat een oefening in balans is, wordt tot oefening voor onbalans gemaakt. Bewust.
Wil je hier echt meer over weten, dan zijn die boekentips van de afgelopen tijd de moeite waard, over
Elite Capture, Networked Nudging, Selectorate Theory - dit zijn immers de ontwikkelingen die de afgelopen veertig jaar gestimuleerd en genormaliseerd zijn geworden.
Let wel, Selectorate Theory krijgt heel veel kritiek. Die is ook gerechtvaardigd voor de kritiek die de aandacht legt op de beperkingen van het model en bijbehorende methodologie. Zie dat stuk "na ons de zondvloed". Er is ook veel kritiek met een andere invalshoek, voornamelijk vanuit specifieke denk tanks (Omtzigt heeft er nogal wat referenties voor gehad in uitspraken en schrijven de afgelopen jaren) - maar dat is een geval van "als mensen begrijpen wat we doen hebben we een probleem".
Waar de meeste mensen een bias issue hebben met het toegepaste model zit hem in de aanname van functionaliteit binnen parlementaire systemen. Selectorate Theory is een transitiemodel. Geen status quo kader. het gaat doelbewust uit van streven naar instigeren van transities tussen varianten van ordening om uit te komen bij een inrichting waar de persoon op de stoel niet langer te maken heeft met concurrentie voor het kunnen zitten op die stoel.
Beetje zoals Mark altijd de zogenaamde "zachte" wetenschappen van de hand wijst, compleet met label, altijd strikt focus legt op "economisch denken". Terwijl economie juist een sociale wetenschap is

En er juist ingezet wordt op saillante toepassingen van harde wetenschap. It's always about behaviour. Your behaviour.
Gevalletje "kijk naar het vogeltje, niet naar onze echte toolbox".
Populisme: de weigering van complexiteit en de poging om simplistische antwoorden te formuleren op ingewikkelde vraagstukken middels gebruik van elke mogelijke prikkel van gedrag - i.p.v. moeite te doen voor gezonde participatie.