Een tijdje geleden
noemde ik met de gedachte te spelen om FIRE eens te benaderen vanuit de bril van een mini-verzekeraar. De SWR discussie van de afgelopen dagen raakte bij mij een gevoelige snaar, reden om hier eens echt werk van te maken.
Een gebruikelijk beginpunt is om te kijken naar de balans. Net als elk bedrijf heeft een verzekeraar een balans, bestaande uit activa (bezittingen) en passiva (verplichtingen + eigen vermogen). Een verplichting kan bijvoorbeeld een verkochte auto- of levensverzekering zijn, bezittingen zijn bijvoorbeeld een aandelen- en obligatieportefeuille. Het idee is dat je activa groter zijn dan je verplichtingen, zodat je dus een positief eigen vermogen (EV) hebt: EV = activa – passiva. EV < 0 is problematisch, dan ben je namelijk failliet.
De balans wordt gewaardeerd op marktwaarde. Je aandelenportefeuille staat dus op de balans met de waarde die hij vandaag heeft. Dit geldt dus ook voor de verplichtingen. Dit geldt dus ook voor de verplichtingen. Ik zeg het twee keer, want dit is een belangrijke stap.

Maar hoe bepaal je de marktwaarde van een verplichting, bijvoorbeeld een autoverzekering? Ik kan immers niet op DeGiro inloggen en een autoverzekering kopen of verkopen. Dit moet dus op een andere manier gewaardeerd worden. In het geval van een autoverzekering is het in het meest eenvoudige geval een combinatie van verwachte premie-inkomsten en verwachte schade. Deze waardering van verplichtingen noemen we de BEL: best estimate of liabilities.
Huh, verplichtingen, autoverzekeringen, BEL? We hebben het toch over FIRE?
Klopt, daarom gaan we nu naar levensverzekeringen kijken. Levensverzekeringen houden verband met leven en dood: een uitvaartverzekering is een voor de hand liggend voorbeeld, maar ook een lijfrente die betaalt tot de dood is een vorm van levensverzekering. Een lijfrente betaalt periodiek een bedrag uit, eigenlijk precies hetzelfde als we met ons FIRE spaarpotje willen bereiken! Het enige verschil is dat er bij FIRE soms niet tot de dood, maar tot de AOW/pensioengerechtigde leeftijd wordt gerekend, waarbij er van uit wordt gegaan dat de dood daarna pas komt. Dit is echter een detail dat ons niet belet om FIRE als lijfrente/annuïteit te beschouwen. Nu gaan we hier een prijskaartje aan hangen, oftewel, we gaan deze FIRE lijfrente waarderen, we gaan de BEL uitrekenen.
We beginnen met een paar parameters: we starten nu, in 2024, mijn lijfrente heeft een horizon van 40 jaar en mijn jaarlijkse uitgaven zijn € 25 000. We kunnen deze jaarlijkse uitgaven als cashflow beschouwen, dan zien we het volgende cashflow profiel:
In het meest eenvoudige geval zou ik dus €25k * 40 = €1 miljoen nodig hebben. Maar zeg je nu, is €25k in 2064 niet een stuk minder waard dan nu? Dat klopt, we gaan dus een inflatieindexatie toevoegen. Deze zet ik op 2%,
de doelstelling van de ECB. In 2025 heb ik dus €25 000 * 1,02 = €25 500 nodig en in 2026 €25 500 * 1,02 = €26 010 enzovoorts. Het cashflowprofiel verandert significant:
In 2063 heb ik dus ipv €25k, opeens bijna €55k nodig! Dit had je overigens ook met de
Rule of 72 kunnen schatten: bij 2% rente verdubbelt het bedrag in ongeveer 36 jaar. Maar dat terzijde.
In plaats van €1 miljoen heb ik nu opeens ruim anderhalf miljoen euro nodig, €1 510 049 en 58 eurocent om precies te zijn. Oef! Inflatie is niet onze vriend.
Wat wel onze vriend is, is de tijdswaarde van geld, beter bekend als de time value of money (TVM). De TVM stelt eigenlijk dat een euro vandaag niet dezelfde waarde heeft als een euro morgen. Aangezien we vandaag leven en vandaag ons FIRE bedrag willen weten, willen we dus de huidge waarde van al die toekomstige bedragen weten. Om dit te doen kun je het toekomstige bedrag verdisconteren: PV = FV / (1 + r) ^ t, waarbij PV = present value, FV = future value, r = risk free rate en t = het tijdstip van het toekomstige bedrag. Bij een risk free rate (= rente) van 10% is €110 over een jaar dus €110 / (1 + 0.10) ^ 1 = €100 vandaag waard. Bij een rente van 0% is de PV gelijk aan de FV en bij een negatieve rente is de PV hoger dan de FV. Zie hier meteen de dekkingsgraadproblematiek van Nederlandse pensioenfondsen.
Goed, de time value of money dus. Als risk free rate gebruiken we de
Duitse staatsrente. Het gaat wat ver in detail, maar het idee hierachter is dat Duitse staatsobligaties zo goed als risicovrij zijn en dat je hier in theorie de toekomstige cashflows kunt nabootsen. Ons cashflow profiel komt er als volgt uit te zien:
Waar inflatie niet onze vriend was, is de TVM dat dus duidelijk wel! We komen nu op een FIRE bedrag van €903 991.56 uit, bijna 10% lager dan het oorspronkelijke bedrag dus en ruim ca. 40% lager dan het inflatiegecorrigeerde bedrag.
Voor wie nog leest: dank voor de aandacht, we zijn er bijna. Ik noemde eerder dat een levensverzekering over leven en dood ging. Er is namelijk een kans dat we in de komende 40 jaar overlijden, in dat geval heb je natuurlijk niet alle cashflows nodig. Aangezien we een BEL berekenen – een best estimate -, kunnen we simpelweg rekenen met de verwachte kans dat je nog leeft op het moment van een jaarlijkse onttrekking. Deze kans noemen actuarissen px. De kans dat je dood gaat is 1 – px en noemen ze qx. Dit kun door middel van allerlei ingewikkelde modellen gaan berekenen, maar makkelijker is het om een
projectietafel van het Actuarieel Genootschap (AG) te pakken, waar dat al voor ons is gedaan.
Hierbij is de startleeftijd uiteraard van belang: jongeren hebben minder overlijdenskans dan ouderen, met uitzondering van de eerste paar levensjaren. Dat laatste is overigens wel interessant, in de middeleeuwen was de levensverwachting voornamelijk zo laag doordat er veel kindersterfte was. Was je eenmaal die dodelijke jaren voorbij, kon je best oud worden. Maar ook dat terzijde.
Als voorbeeld neem ik iemand (een vriend

) van 31, man, die heeft volgens het AG 90.68% kans om over 40 jaar nog in leven te zijn. Deze kansen vermenigvuldig ik simpelweg met de cashflows, waarmee we tot het laatste plaatje komen:
Dit plaatje verschilt niet heel veel van het voorgaande, met name de laatste cashflows zijn iets lager. Ons FIRE bedrag is een slordige €880k. Door het meenemen van sterftekansen kunnen we dus bijna een jaar eerder met FIRE!
Terug naar het begin, naar de SWR. Bij een bedrag van €25k pj heb je bij een 4% SWR €625k nodig, bij een SWR van 3% wordt het €833k. Allebei lager dan de BEL van bovenstaande FIRE lijfrente dus. Belangrijk verschil is daarbij de horizon, als we ipv met 40 jaar met 30 jaar hadden gerekend (gebruikelijk bij SWR berekeningen), daalt de BEL naar €686k.
Tijd om af te ronden. Maar we zijn nog niet klaar: hierboven hebben we een best estimate berekend, maar risico buiten beschouwing gelaten. We zagen dat de inflatie en rente een grote impact hebben op ons FIRE bedrag, wat als die hoger of lager zijn? En hoe verhouden deze verplichtingen zich tot onze bezittingen, ons FIRE spaarpotje?
Dat bewaar ik tot een later moment.