Gisteren een lokale 5,5 km gelopen.
Kleine wedstrijd want zowel op de 5,5 km als op de 10,4 km waren er rond de 75 deelnemers.
Gekozen voor de 5 wegens minder sterk bezet en meer kans op een podiumplaats, en daarnaast ook minder lang afzien - de 10km vind ik de lastigste afstand van allemaal.
Vorig jaar had ik daar ook de 5,5km gedaan, en in de eerste honderden meters even 3:05/km gelopen in de slipstream van een paar jonge kerels, die fout wou ik ditmaal niet maken. Ik zag vorig jaar die mannen niet meer terug en werd toen zesde.
Dit jaar dus iets behoudender gestart, maar er was niemand die extreem hard van stapel liep, en na 500 meter liep ik in een kopgroep van 6, met naast mezelf 4 mannen en een vrouw.
Het voelde fijn om in de kopgroep te lopen maar het was wennen aan het snelle tempo. De vorige 2 volle weken hiervoor had ik telkens 70km gelopen, een mooi volume maar wel vrij traag: gemiddeld aan 5:25min/km. Normaal is mijn rustig duurlooptempo 5:10min/km, maar om een of andere reden voelt momenteel iets trager hardlopen prettiger.
Na de eerste kilometer kwamen we door in 3:45 minuten, veel sneller dan ik de voorbije weken getraind had. Zowel de benen als de adem moesten wennen aan het tempo.
De tweede kilometer was iets trager (dat is vaak zo in een 5km, eerste kilometer heel snel en dan voel je dat het nog ver is tot de finish) in 3:53. Eén loper was niet vertraagd en liep 10 seconden voor ons groepje, het leek erop dat de winnaar bekend was. In de loop van de tweede kilometer was ik stilaan opgeschoven naar de kop van de groep. Meestal loop ik liever in de groep dan op kop, maar de eerste helft van de wedstrijd was meewind zodat het niet erg was om vooraan te lopen.
De derde km liep ik in 3:55, en zonder te versnellen haalden we de koploper weer in, blijkbaar had hij zich wat vergaloppeerd.
Haakse bocht na 3,3 kilometer, en vanaf dan was het vol tegenwind aan 4 Beaufort.
Niemand wou de kop overnemen, ondanks een paar pogingen. Ik liet het tempo wat zakken, ik had geen zin om als een gek tegen de wind in te beuken terwijl de anderen konden schuilen.
Intussen waren we nog met zijn vieren, behalve mezelf nog een vijftiger, een meisje van 13 en een jongen van 16 (voetballer aan zijn outfit te zien). Dus het zag er naar uit dat ik het podium zou halen (daar had ik stiekem op gehoopt).
De vierde kilometer kwamen we door aan 4:05.
Ik besloot op 4,5km, 1km van de aankomst, een versnelling te plaatsen. Zo gezegd zo gedaan, na een minuutje keek ik achterom, het meisje en de vijftiger waren gelost, maar de voetballer volgde in mijn slipstream. Versnelling aan 3:30/km zag ik achteraf. Ik hield weer iets in, het was nog altijd vol tegenwind in de velden, en ik wist dat we op het laatste meer beschut zouden lopen, wat in het voordeel is voor de koploper.
De vijfde km verliep zo in 3:56.
Ik was niet van plan het op een sprint te laten uitdraaien, want een sprint tussen een 51-jarige en een 16-jarige draait meestal uit in het voordeel van de jongste. Dus ik moest hem voordien proberen lossen...
Op 5km de gaskraan volledig opengedraaid. Ik keek om en zag dat hij een paar meter moest toegeven en dat het gat geleidelijk aan groter werd. Die laatste 500m ging aan tempo 3:21/km en ik finishte onbedreigd eerste.
Eerste keer ooit op het podium van een loopwedstrijd (tenzij op de lagere school) en mogelijk ook de laatste keer, dus ik genoot van het moment