Ik heb veel supersports op de openbare weg gereden. ZX-6R, 748 en nu een RSV Mille ME. Om het leuk te hebben moet je hard rijden en om hard te rijden moet je hard werken en om zachtjes te rijden moet je nog harder werken. Het rijwielgedeelte is zo strak, spartaans en nerveus dat je constant scherp moet zijn en moet kunnen vertrouwen op je vaardigheden. Felle reactie op slecht asfalt, lastig in langzame bochten. Het hebben van een supersport is een al emotie en een beetje sado-masochisme.
Met die ZX-6R en met die 748 reed ik ruim 15.000 km/jaar. Toertochten, regelmatige tripjes naar de Nordschleife (heen en terug en stuk of 6 rondjes, was al snel 600 km op een dag), weekenden weg naar (buitenlandse) wedstrijden (MotoGP en SBK), vakanties door heel West-Europa, circuitdagen. Het ging steeds harder en steeds gekker (omdat de motor het kon en omdat ik het kon) en de circuitdagen werden steeds aantrekkelijker.
Daarna de 748 weg gedaan en een R6 gekocht en die volledig aangepast voor gebruik op het circuit. Zomeravondcompetitie gereden en nadat ik daarmee gestopt ben heb ik een RSV Mille aangeschaft. Mijn volgende motor wordt een Tracer 9 of een Multistrada V2.
Ik heb tot nu toe 2 motoren gekocht met mijn volle verstand: mijn eerste (een Yamaha FJ600) en mijn R6 circuitfiets. Voor de volgende motor ben ik er nog niet uit: volle verstand = Tracer vs emotie = Multistrada. Waarschijnlijk wordt het budget doorslaggevend

.
Moraal van het verhaal: supersport is leuk, maar andere motoren zijn leuker.
The choice is simple – do you do it in this life, or the next? In case of the former, why wait?