Ik merk dat er nogal wat verwarring bestaat over de pensioenen. Ik zal hieronder proberen uit te leggen hoe het in het huidige stelsel werkt en waarom pensioenpremie niet veel zegt. Onderstaand gaat alleen over het pensioen wat je bij een werkgever opbouwt. Niet over AOW, ZZP-pensioen (FOR) en individuele pensioensparen.
Disclaimer; ik ben geen pensioen of fiscaal expert. Onderstaand is hoe ik het begrepen heb. Mocht iemand verbeteringen hebben ten zeerste welkom.
Er zijn momenteel 3 soorten pensioen.
- uitkeringsovereenkomsten, zoals de middelloonregeling en de eindloonregeling
- kapitaalovereenkomsten
- premieovereenkomsten, zoals de beschikbarepremieregeling.
Het overgrote deel van de pensioenen is een Uitkeringsovereenkomst en wel de middelloonregeling. Onderstaande uitwerking gaat over deze variant.
1) Pensioen wordt opgebouwd over jouw salaris. Onder salaris wordt verstaan bruto salaris + vakantiegeld + pensioendragende toeslagen. Pensioenfondsen hebben een maximum tot welk salaris je pensioen opbouwt, bijvoorbeeld maximaal € 79.719 . Voor het bedrag erboven hebben sommige pensioenfondsen additionele regelingen. Het totaal heet het
pensioendragend salaris
2) Van dit pensioendragend salaris wordt de
Franchise afgetrokken. Deze is in 2021 € 14.544
3) Over het bedrag wat overblijft bouw je pensioen-aansprak op met het
Opbouwpercentage. Dit percentage is verschillend bij de pensioenregelingen en zeer belangrijk om te bepalen hoeveel aanspraken je opbouwt.
4) Voor deze aanspraak betaal je
premie. Een deel van de premie wordt door je werkgever betaald en een deel betaal je zelf. De verdeling is anders per pensioenfonds, maar vaak is het een 50/50 verdeling.
Een hoge premie betekend dus niet dat je veel pensioen opbouwt en een lage premie ook niet dat je weinig opbouwt. Van belang is het opbouwpercentageRekenvoorbeeld pensioenopbouw
Bruto jaarsalaris € 45.000
Franchise - 14.554
Pensioengrondslag € 30.446
Opbouwpercentage x 1,815%
Opbouw ouderdomspensioen € 553 bruto per jaar
Zoals de oplettende lezer al heeft gemerkt spreek ik over een pensioen aanspraak. De premie die jij betaald gaat namelijk in een grote pot samen met alle andere actieve deelnemers in de pensioenregeling. Met deze pot doet het pensioenfonds investeringen (aandelen, obligaties, hedgefunds, vastgoed en renteswaps) waarmee er rendement gemaakt wordt. Ook dit rendement gaat in de grote pot. De passieve deelnemers (pensionada's) krijgen uit deze pot hun maandelijkse uitkering.
Als alles goed gaat is er tegen de tijd dat jij met pensioen gaat nog genoeg geld in de pot en krijg jij ook je maandelijkse uitkering. Om dit te waarborgen moet een pensioenfonds een dekkingsgraad hebben van >100%. De simpele uitleg is dat de dekkingsgraad wordt berekend door het huidige vermogen *
rekenrente te vergelijken met de toekomstige verplichtingen (jouw pensioenaanspraak).
De discussie die nu steeds gaat is over de hoogte van de rekenrente. Hoe hoger deze is hoe beter een pensioenfonds op papier aan de verplichtingen kan voldoen. Pensioenfondsen maken over het algemeen goede rendementen, maar de rekenrente is gekoppeld aan de rente op staatsleningen waardoor de rekenrente erg laag is en daardoor de dekkingsgraden.
Op het moment dat een dekkinsgraad laag is moeten er maatregelen getroffen worden zoals a) premie omhoog om het tekort aan te vullen b) uitkeringen omlaag c)opbouw percentage omlaag (of een combinatie).
In een volgende post zal ik proberen uit te leggen wat er veranderd in het nieuwe stelsel en waar de uitdaging zit in de overgang.