Ik ben weer met beide beentjes op de grond helaas, na een relaxte vakantie in de Vogezen. De fiets was uiteraard mee, maar aangezien het nadrukkelijk een vakantie met het gezin was heb ik me ingehouden en vijf relatief korte ritjes gemaakt in drie weken.
Mooi gebied daar, met uitstekend asfalt. Eigenlijk beter dan in de 'Duitse Vogezen' (Zwarte Woud). Wij zaten vrij aan de rand, iets ten noordwesten van Gérardmer, dus de bekendste cols waren niet goed aan te fietsen vanaf de camping, toch vond ik genoeg leuke klimmetjes om me te vermaken.
Rit 1 ging eerst even een stukje naar beneden (Granges sur Vologne) om de gehele klim naar de camping en verder richting Gérardmer te kunnen doen. Dat was een pittig muurtje, 3km waarvan de eerste 1.5 aan 12% gemiddeld. Dan bij de camping vlak en vervolgens weer 3km klimmen aan 7% gemiddeld, met ongeveer 200m onverhard ertussen (echt onverhard met grote keien enzo). Daarna lekker afdalen en vals plat naar Gérardmer, door Xonrupt-Longemer en richting La Schlucht. Dat is een heerlijk lopende klim van 12km met meestal rond de 5-6& stijging. Het was wel boven de 30 graden, dus bovenop bidons vullen bij uiterst vriendelijk restaurantpersoneel. Toen afgedaald richting Münster over schitterend pikzwart asfalt. Dit waren ze net aan het aanleggen, dus nog even een stukje ruw wegdek en wachten op wat auto's, maar alsnog prettig. Ik wilde onderaan de klim omdraaien om dezelfde weg terug te nemen, maar het bleef maar (licht) dalen. In Münster dacht ik wel ongeveer beneden te zijn en ben ik omgedraaid.
De Schlucht vanuit Münster is een stuk langer en je overwint ook meer hoogtemeters (dik 700), maar ook nergens steil. Afdalen naar Gérardmer is wederom lekker, nauwelijks remmen en mooi asfalt. De klim terug naar de camping viel me wel zwaar, omdat die ook 3km was met het grootste deel boven de 8% en ik nog niet helemaal in de klim-modus zat, maar het was een lekkere rit.
Rit 2 was een kort rondje linksom naar Sapois en via de Col du Sapois (402hm) terug naar Gérardmer. Vanuit daar de D-weg naar Granges-sur-Vologne gepakt welke 11km lang gemiddeld 1-2% daalt, waardoor je heerlijk kunt koersen. Mijn gemiddelde kwam dan ook ongekend hoog uit voor bergritten op ruim 27km/u.
Voor
Rit 3 besloot ik eerst met de auto naar Münster te rijden, over de col de la Schlucht heen en had ik het plan om via de Petit Ballon en de Markstein de Grand Ballon via het zuiden te beklimmen, dat moest een buitencategorie klim zijn en degene met de meeste hoogtemeters in de Vogezen. Het liep helaas iets anders. Eerst bleek ik de verkeerde weg genomen te hebben vanuit Münster zodat ik een mooie steile klim (10-14%) te pakken had, maar niet naar de Petit Ballon, via een omweggetje kwam ik daar uiteindelijk toch, om zo de tweede helft van die klim mee te pakken. Dit was een mooie klim, waar duidelijk de Tour overheen gekomen was aan alle namen op het asfalt te zien. Laatste stuk is echt een beetje Alpien, met boomloze vergezichten en koeienbellen. Gaat ook lekker boven de 9%, dus best stevig klimwerk. Mijn verzonnen route (mbv Strava en een zeer brakke internetverbinding) bleek niet echt mogelijk op meerdere punten. Ik daalde af in de enige mogelijke richting en kwam zo onderaan de Platzerwasel terecht. Dat beek een lekker pittige col te zijn die een kilometer of 9 eigenlijk steeds tussen de 8 en 11% blijft zitten, dus dat was aardig aanpoten op mijn lichtste 34x27 verzet en proberen onder het omslagpunt te blijven. Van daaruit over een beetje op-en-neer weg over de Route des Crêtes (schitterende weg!) naar Le Markstein gereden, leuke col is dat qua uitzicht en uitstraling. Ik zag de Grand Ballon toen liggen, maar besloot die niet meer op te zoeken, anders was ik nooit voor de beloofde 18:00 thuis geweest. Na een lekkere afdaling met een trage motorfiets voor me (irritant, hij reed net te snel om in te halen, maar langzaam genoeg zodat ik steeds onnodig moest remmen) en een nog tragere camper die ik gelukkig snel kon inhalen kwam ik in Linthal terecht waar ik een mooie doorsteek terug naar Münster zag staan op mijn Garmin kaartje. Dit bleek ook een mooie steile klim te zijn, meer dan 8% gemiddeld over 5,5km. Bovenaan helaas meerdere opties naar beneden, maar allen zeer onverhard. Dat was echt zwaar irritant, kreeg er zere polsen en hamstrings van en mijn ketting stuiterde er ook af. Beetje flashback naar de kasseistroken in Vlaanderen, maar dan nog slechter. Na een paar km werd het gelukkig weer asfalt en kon ik terug naar de auto rijden.
Rit 4 was weer een korter ritje. Eerst naar Gérardmer via het bekende 3e categorie klimmetje met stukje onverhard, ik had al op Strava gezien dat een KOM hier misschien mogelijk was of anders wel top 3 notering, dus ik besloot er voor te gaan, helemaal fris na de start. Dat lukte ruimschoots, de KOM gepakt op bijna een minuut van de nummers 2 en verder. Het scheelt natuurlijk dat er maar 50 man ofzo die klim überhaupt gedaan hebben, maar toch leuk meegenomen, Daarna de Col de Grosse Pierre opgereden naar La Bresse. Relaxte, goed lopende klim van 3e categorie. Vanuit La Bresse door richting Hohneck/Schlucht en iets daarvoor kon ik alweer afzakken naar Xonrupt-Longemer. Ik zag toen al een enorm donkere lucht hangen boven "onze" berg en vanaf Gérardmer begon het flink te regenen. Ik pakte weer de D-weg en had wederom een mooi tempo van rond de 40 te pakken, waardoor ik snel door de bui heen was, inmiddels wel doorweekt, maar ja. Op de muur naar de camping scheen de zon weer en ik heb daar toen mijn PR neergezet, ging lekker. Ook hier door veel stukken vals plat omlaag een gemiddelde van boven de 26, wat ik normaal niet haal in de bergen.
Voor
rit 5 had ik plannen om La Schlucht nog eens op een goed tempo op de rijden en dan door naar de Hohneck. Dat ging goed, tijd op de Schlucht flink verbeterd en toen door over de Route des Crêtes naar de Hohneck. Dat bleek een heuse "sommet" te zijn, waar asfalt naartoe liep, dus die kon ik niet links laten liggen. Een kilometer steil omhoog via wat haarspeldbochten en verrot asfalt stond ik op het dak van mijn vakantie, op 1366m. Mooi uitzicht, maar helaas net niet de Alpen kunnen zien door iets de heiïge lucht. Dezelfde weg naar beneden en nog een paar km verder over de Route des Crêtes en daar lag een mooie afdaling naar La Bresse. Onderweg bleek mijn ketting er weer afgestuiterd te zijn en deze had ik ongemerkt helemaal in de knoop gedraaid in mijn trapper. Na een tijdje pielen toch weer goed gekregen, maar toen ik vanuit La Bresse de Col de Grosse Pierre vanaf de andere kant (richting Gérardmer) opfietste, vloog hij er weer vanaf

. Toch eens een nieuwe ketting erop doen na 5600km en de voorderailleur weer eens afstellen. Het was deze dag 34 graden in de schaduw en daarvan heb ik vrij weinig gezien. Ondanks dat ik volgens mij aardig veel dronk, werd de hitte me toch teveel. Op die col vanuit La Bresse kroop ik omhoog en moest ik alle zeilen bijzetten om een paar km aan 6% nog goed te verteren. De muur naar de camping was echt harken met 40-50rpm, dat had niets met fietsen te maken.
Maar wel een heel mooie rit en weer een les geleerd
Al met al een leuke kennismaking met de Vogezen, maar voor echt klimwerk moet je denk ik meer naar het zuidoosten een uitvalsbasis hebben of gewoon meer tijd voor lange ritten. Vorig jaar in het Zwarte Woud kon ik meer hoogtemeters maken in minder kilometers, ik heb ook het idee dat de bergen daar net iets hoger zijn.
Ik zag trouwens op Strava ook Rick van der Star vaak voorbij komen in dezelfde periode op dezelfde routes, dat is iemand hier uit het topic, maar wie?