NRC: Waarom is Nederland zo verrechtst? Drie schrijvers zoeken naar een antwoord -
RecensieDe radicaal rechtse PVV krijgt ongekende invloed op de nieuwe regering. Waar komt de ruk naar rechts in Nederland vandaan? Drie boeken over politieke keuzes, over waarden en normen en over de vraag waar de democratie eigenlijk voor bedoeld is.
Tom van der Meer: Waardenloze politiek. Hoe de Nederlandse politiek de kunst van het conflict verloor.Democratie is nou eenmaal conflict, zet Van der Meer uiteen. Dus het heeft geen zin om te schrikken van een drastische verkiezingsuitslag. Van der Meer duidt de uitslag als een correctiemechanisme. Als er in een democratie geen stevige woorden vallen is er veel meer reden om je zorgen te maken, want dan zijn de burgers murw geslagen of de politici aan het samenzweren.
De correctie was voorspelbaar, bekeken vanuit de aanhoudende oververtegenwoordiging van hoger opgeleiden – met nagenoeg alleen maar academici in het parlement, waarin een belangrijk deel van de bevolking zich onvoldoende herkent. Maar om iets te snappen van de huidige politieke verhoudingen helpt het wel om te zien dat democratisch conflict zich op verschillende niveaus voltrekt.
De meeste mensen krijgen politiek mee via nieuwsprogramma’s en talkshows op televisie. Maar de journalistiek neigt daar naar ‘sportverslaggeving’ (Van der Meer). Wie ‘de grootste’ wordt of wie ‘moet aftreden’ zet de toon. ‘Peilingen zeggen niks, maar..,’ is een terugkerende eerste zin onder politieke verslaggevers, waarna ze minutenlang praten over die nikszeggende peiling. Onder het gedoe over poppetjes, namen en rugnummers spelen andere conflicten: over politieke keuzes, over waarden en normen, over de vraag waar de democratie eigenlijk voor bedoeld is. Hoe minder die onderliggende patronen tot uitdrukking komen, hoe groter de kans dat radicale partijen teleurgestelde burgers weten te mobiliseren, constateert Van der Meer.
En er is nog een onhebbelijke manier om serieuze maatschappelijke conflicten zoek te maken. De Nederlandse politiek houdt van bestuurlijke oplossingen. Compromissen heten onvermijdelijk. Er is ook altijd haast. Welke politicus je het ook vraagt: de tijd dringt!
Technocratie heet dat ook wel, zo beschrijft Van der Meer.
In deze observatie kan ik me vinden, dit is een klacht die eigenlijk al terug gaat naar de jaren 80 en 90 met de opkomst van zowel de technocratie en z.g.n. depolitisering onder Lubbers alsmede het neoliberalisme/globalisering dat verder werd uitgebouwd. Er ontstond hierdoor een politieke cultuur van TINA (there is no alternative) en de politiek van de onvermijdelijkheid, mensen krijgen de illusie van keuze.
Het probleem is dat het eigenlijk al zo lang speelt dat het lijkt alsof de politiek en journalistiek resistent is geworden voor de kritiek die met golf bewegingen telkens opnieuw weer terugkomt. Als partijen verliezen erkennen ze het wel, maar er veranderd vaak weinig. We zijn verleert echt politiek op de inhoud qua keuzes en tegenstellingen te bedrijven.
Kustaw Bessems: Stuurloos. Wegwijzers voor een land op drift.Maar de toegevoegde waarde van het boek schuilt erin dat Bessems zeer goed geïnformeerd is, een eigen en vooral ook lichte toon heeft (‘Als kinderen werden we bij ons thuis al aangemoedigd voor te dringen in een rij’ ) en de lezer al schrijvende deelgenoot maakt van zijn groeiende verbazing dat hij door al dat tobben over de verzorgingsstaat van een vrolijke liberaal een gemeenschapsdenker is geworden. ‘We zullen nooit weten of burgers zich minder verweesd hadden gevoeld als het bestuur sinds de verzuiling meer oog had gehad voor nieuwe maatschappelijke verbanden, maar ik kan het me zo goed voorstellen. We zullen nooit weten of er misschien minder onvrede was geweest als in het immigratiebeleid verder vooruit was gekeken, maar ik vind het aannemelijk. We zullen nooit weten of het onbehagen iets minder grillig naar buiten was gekomen als de overheid zich niet had verschanst achter gezichtsloze uitvoeringsfabrieken, maar ik geloof dat.’
Het ging kiezers vooral om het verlangen naar culturele homogeniteit. Dan is het niet alleen van belang om het serieuze conflict in de democratie in ere te herstellen, zoals Van der Meer wil. Of om de overheid aan te passen aan de verlangens van de moderne burger, zoals Bessems wil.
Ook hier sluit ik me bij aan, Nederland kent geen politieke traditie van sociaal maatschappelijke conservatieve partijen. VVD en D66 waren altijd al liberaal, de PvdA was dat ook met de derde weg. Maar het CDA vervulde die rol ook, ook al sprak Balkenende over normen en waarden, het CDA kon het niet leveren. Het NSC is hierin de enigste partij met potentie die hieraan voldoet.
Wie op migratie vlak meer richting integratie of zelfs assimilatie wil heeft die optie nooit gehad bij de traditionele partijen. Vanuit sociaal maatschappelijk liberaal oogpunt zijn die middelen er niet en kan het geeneens. Dus wordt er vanzelf ruimte gecreëerd op de flanken.
Hans Schoots: Grootse gedachten. Extremen in democratisch NederlandIn Grootste gedachten brengt de historicus Hans Schoots de extremisten in beeld die de parlementaire democratie afwezen. Allerhande denkers, activisten en terroristen spiegelden de afgelopen eeuw de bevolking de ‘hemel op aarde’ voor, zoals Schoots het noemt. Mits eerst even afgerekend werd met de democratie.
Schoots’ boek maakt scherp duidelijk dat boosheid en activisme bij de samenleving horen, dat de polarisatie waarmee Wilders nu ‘het land terug aan de Nederlanders wil geven’ zeker niet van gisteren is.
Maar eigenlijk zou de conclusie van het boek moeten zijn dat het belijden van extremisme op zich niet veel zegt. Veel belangrijker voor een democratie dan wat activisten aan antiparlementairs roepen of wat politici over ‘de rechtstaat’ beloven, is het concrete gedrag dat parlementariërs en ambtenaren tonen. Hitler, Mussolini, Poetin en Erdogan kwamen min of meer democratisch aan de macht, zoals Schoots ook opmerkt. Daarna overstemde de sterke leider de democratie met nationalisme. Het Poolse PiS begon een paar jaar geleden als gewone conservatieve partij, legaliseerde daarna discriminatie van homo’s en brak kantjeboord het pluralisme af.
Maar in landen met populistische regeringen rot de vis vanaf de kop, stelt Van der Meer. Eerst hier en daar een tandje minder – met de vrije pers, met de wetenschap en met de rechtspraak. En pas gaandeweg het kiesstelsel wijzigen ten faveure van de regering. Het belangrijkste wat daarvoor nodig is, zijn verantwoordelijke mensen die meebewegen, zoals conservatieve politici die het conflict met radicaal rechts willen vermijden. Of in de terminologie van Bessems: leiders die liever niet het eigen gelijk óf ongelijk onderzoeken.
Ook hier ben ik het mee eens. Mensen die waarschuwen voor antidemocratische partijen worden als het proces eenmaal is ingezet vaak niet meer serieus genomen en/of het verstompt in een inmiddels vergiftigd publiek debat. D.w.z. kritiek wordt weggezet als zijnde partijdig en daarna opzij geschoven.
De laatste opmerking is dan ook terecht, waarbij het probleem dus juist is dat we geen echt mainstream conservatieve partijen hebben gehad in Nederland. De kritiek op radicaal/extreem rechts kwam altijd uit de liberale hoek, maar dat is veel minder effectief omdat de ideeën en grondbeginselen te veel verschillen.
Het NSC had die rol kunnen vervullen, maar is zelf inmiddels ook al over de streep.
"When I am weaker than you I ask you for freedom because that is according to your principles; when I am stronger than you I take away your freedom because that is according to my principles"- Frank Herbert