Er is, omdat ze met 'n versterkingscircuit werken, en dat circuitje ook snel
moet worden afgeschakeld, veel overlap tussen spanningsafhankelijk en unidirectioneel (maar er bestaan wel spanningsafhankelijke die toch aan beide kanten gevoed mogen worden). Unidirectioneel herken je op het ding zelf, doordat er is aangegeven aan welke kant de verbruikers ("load") aangesloten moeten worden. Dat kan op de volgende manieren zijn aangegeven, ongeveer op volgorde van meest voorkomend naar zeldzaam:
- De tekst "load" bij de contacten aan een kant (vaak "line" aan de andere kant)
- Het cijfer "2" bij het fasecontact aan een kant ("1" aan de andere kant)
- Pijltjes ↑↑ of ↓↓, aan beide kanten hetzelfde.
- De tekst "out" bij de contacten aan een kant (vaak "in" aan de andere kant)
- Een of meer van de bovenstaande, maar alleen in het schema'tje in plaats van bij de schroeven.
Is een aardlekbeveiliging bidirectioneel, dan staat dat niet altijd aangegeven, maar soms wel:
- Cijfers "1/2" bij het fasecontact aan de ene kant, "2/1" aan de andere kant. (Letterlijk met "/" ertussen!)
- Tekst "load/line" aan de ene kant, "line/load" aan de andere kant.
- "Top/bottom" in de datasheet.
- Pijltjes in 2 richtingen.
Bij een aardlekbeveiliging met toegevoegde elektronica staat dat doorgaans ook in het schema aangegeven. De elektronica wordt dan meestal weergegeven als een lege rechthoek of driehoek die voor z'n voeding aftakt van L en N, of een rechthoek met "IΔ" erin. Aardlekbeveiligingen met zulke elektronica zijn bijna altijd spanningsafhankelijk en bijna altijd unidirectioneel.
Update 2024-04-11: maar wanneer de elektronica en testknop ook worden afgeschakeld bij een fout, zou het
wellicht toch bidirectioneel kunnen zijn:
Spanningsonafhankelijke aardlekbeveiligingen bevatten meestal geen printplaatje en zijn meestal bidirectioneel. Is er geen versterkertje nodig, dan is de testknop in het algemeen het enige dat aftakt. Hier een schema waar ik vertrouwen van zou krijgen:
Bij merken die hun best doen om klanten eerlijk te informeren (dus niet EMAT), staat de minimumspanning overigens gewoon vermeld in de datasheet:
Of als ze echt lief zijn, duidelijk zichtbaar op het apparaat zelf:
(NB: Umin = 40 V is weliswaar spanningsafhankelijk, maar veilig omdat het < 50 V is.)
Update 2024-04-13: er is nog een manier om spanningsafhankelijke aardlekautomaten te herkennen, maar alleen als ze nieuw genoeg zijn. Schneider heeft daarover een informatieve pagina:
Spanningsafhankelijke aardlekbeveiligingen voor huishoudelijke toepassing, hoe te herkennen? In het kort: "E3", wat je op menig smalle aardlekautomaat tegenkomt, is dus ook een indicatie van dat ie spanningsafhankelijk is. Er bestaan ook E2 en E1; zie de link voor details. Het mag echter ook op de zijkant staan, waar je niks aan hebt in een volle groepenkast, en deze aanduiding wordt alleen op nieuwere aardlekautomaten gebruikt. Als er geen E1/E2/E3 op de voorkant staat, zegt dat dus in principe helemaal niks.
E3 betekent volgens die pagina "RCBO die niet automatisch opent wanneer de voedingsspanning uitvalt en niet in staat is af schakelen bij een gevaarlijke situatie (bijvoorbeeld fase-aarde fout)" (RCBO = aardlekautomaat).
[
Voor 20% gewijzigd door
Juerd op 14-04-2024 00:47
]