Rekenkamer ziet Nederland door het ijs zakken bij nieuwe crisisHet wordt een structureel probleem, ziet de Rekenkamer: ministeries die hun boekhouding niet op orde hebben. Minister van Financiën Kaag vraagt begrip en wijst naar crises als Oekraïne.
En dat is erg, schrijft de Rekenkamer woensdag in de Staat van de rijksverantwoording 2022, het jaarlijkse onderzoek naar de uitgaven en inkomsten van de twaalf ministeries. Een goede omgang met publiek geld is namelijk „de basis voor vertrouwen van burgers in hun politiek bestuur”.
Irrgang had na de crisisjaren rond corona juist verwacht dat de overheid grotere stappen vooruit had gezet in de verantwoording van de uitgaven. Maar hij constateerde dat op veel ministeries „het ijs te dun is”. En voorspelde: „Als we weer in een crisis komen, zakken we er meteen weer door.”
De Kamer voert over twee weken het traditionele Verantwoordingsdebat. Kan het parlement meer doen om de ministeries bij te sturen? Juist de Kamer wordt het ook niet makkelijk gemaakt, concludeert de Rekenkamer. Ministeries gooien begrotingen steeds vaker tussentijds op de schop, en dat maakt goede controle moeilijker.
In de meerderheid van de gevallen, veertig keer vorig jaar, werd daarbij het parlement omzeild.
e omstandigheden, zoals de oorlog in Oekraïne, kunnen hier niet alle schuld dragen, vindt Rekenkamer-president Irrgang. „Je kúnt zeggen dat vorig jaar ook een crisisjaar was, maar veertig crises zijn wel heel veel.”
Het is altijd goed om te beseffen waarom dit soort controles worden gegaan. Het is ten eerste ter bevordering van de het principe dat macht gecontroleerd moet worden en macht gescheiden moet zijn, d.w.z. de trias politica. Het is ten tweede bedoelt voor het publieke debat en feedback naar de kiezer, de kiezer kan hoogte nemen van de kwaliteit van bestuur en hierdoor de eigen politieke keuze bevestigen of juist afwijzen.
Je ziet dat het eerst eigenlijk niet meer functioneert door de bestuurscultuur in de uitvoerende macht en de ijzeren fractiediscipline bij de wetgevende macht. Dan heb je nog de feedback naar kiezer, maar je ziet dat politieke verslaggeving de consequenties van de bestuurscultuur in onvoldoende mate weten uit te leggen aan de kiezer.
In die rapportages, met wederom de relatie met de bestuurscultuur:
Rekenkamer: Wet arbeidsongeschiktheid is volledig vastgelopenDe wet arbeidsongeschiktheid is "onuitvoerbaar" en op een bepaald aspect zelfs "onrechtmatig". Deze harde conclusie trekt de Algemene Rekenkamer in het jaarlijkse verantwoordingsonderzoek naar het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Volgens de instantie loopt de uitvoering van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de WIA, helemaal vast.
In een reactie zegt Van Gennip dat de WIA nog wel uitvoerbaar is, maar ze erkent dat de wachttijd voor de keuringen veel te lang is en dat dat moet worden opgelost. Ze voegt eraan toe dat ze al diverse maatregelen voor de korte en middellange termijn heeft genomen. "Maar ik heb ook een onafhankelijke commissie ingesteld om te kijken wat voor soort WIA-stelsel we in Nederland willen." Van Gennip verwacht de aanbevelingen van die commissie begin volgend jaar.
Sociale zekerheid is ideologische en politieke beslissing, het raakt aan de ideologie van politieke partijen met hun visie daarop. Dat een minister een onafhankelijk commissie instelt hierin is tekenend, een commissie kan namelijk nooit onafhankelijk zijn zonder dat de inherent politiek ideologisch kaders zijn vastgesteld.
Los van het feit dat een commissie instellen wederom een vorm van uitstel is.
Het is de essentie van de bestuurscrisis en ideologie: dat er niet geregeerd wordt, vooruitgezien wordt en keuzes gemaakt worden is een bewuste politieke keuze. Dat als problemen eenmaal de politiek onherroepelijk bereikt de situatie wederom gefrustreerd en vooruitgeschoven wordt ook.