‘Burger, stem op partijen die opkomen voor het collectieve goed’
Ten eerste geloven veel kiezers ideologisch gezien nog steeds in de principes en uitgangspunten van het neo-liberalisme, als de beloofde resultaten uitblijven dan wordt de oorzaak meestal elders gezocht, maar niet bij het systeem zelf. Men valt tevens voor de argumentatie dat er geen andere keuze is en als we toegeven dat het slecht zou zijn voor de economie. Het neo-liberalisme wordt hierdoor gezien als een soort onbeïnvloedbaar natuurverschijnsel. Het bekendste argument wat vaak terug komt: "als we belastingen verhogen, dan verdwijnen de bedrijven en rijken, we kunnen beter het systeem bespelen". Laat dan nou precies zijn wat de belastingdienst doet, maar het levert de gemiddelde burger niets op dat multinationals in Nederland belasting kan ontwijken.
Je ziet hierdoor ook tevens de lokroep van populisme op rechts, het systeem is niet verkeerd, bestaande partijen leveren alleen niet de juiste versie.
Ten tweede ontbreekt het aan een serieuze analyse over dit onderwerp in de media, er wordt geen overkoepeld verhaal verteld dat de malaise in de samenleving verklaart, elke crisis is er een op zichzelf. Maar van wanprestaties bij justitie, problemen in de zorg tot aan flex contracten, allemaal ontsproot de oorspronkelijke ideologie erachter uit het neo-liberale gedachtegoed.
Ten derde, de oppositie tegen het neo-liberalisme komt alleen vanuit linkse en progressieve partijen. Historisch gezien is de samenleving qua kiesvoorkeur centrum rechts en krijgen linkse en progressieve partijen nooit de macht om systeemveranderingen door te voeren.
Electoraal gezien is punt 3 steeds meer een probleem voor mainstream rechtse en conservatieve partijen, men is zo lang aan de macht dat het problematisch wordt om afgerekend te worden op de gevolgen van het eigen beleid. Je ziet dat dat in westerse landen er tactieken worden gebruikt om de status quo te handhaven die eigenlijk niet thuishoren in een democratie:
1) Oppositie voeren tegen het eigen beleid, in plaats van verantwoordelijkheid nemen. Heel duidelijk te zien bij de boerenprotesten.
2) De existentiële bedreiging van de oppositie, oftewel het "sore winner"/"zure winnaar" effect. "Ok, we maken nu al decennia lang de macht uit en ons beleid is niet perfect, maar de dreiging van ander beleid is existentieel". Hoe slecht het ook gaat, als de tegenstander de macht heeft dan is het einde zoek.
Uiteindelijk zet de continuering hiervan de deur open voor bewegingen die de democratie verder willen terugdringen en de deur open willen zetten voor meer ongelijkheid en oligarchie door populisme. Men belooft immers waar te maken wat de mainstream neo-liberale partijen simpelweg niet konden leveren.
En dat is uiteindelijk ook de kern van het probleem, zolang het idee en de ideologie van het neo-liberalisme aanlokkelijk blijft en niet ontkracht wordt, zuigt het de samenleving mee in een vicieuze-cirkel.
De huidige onvrede onder burgers wordt, paradoxaal genoeg, veroorzaakt door hun eigen keuze voor partijen die de burgers in de kou zetten, analyseert Paul Pennings.
Het is dus de politieke steun van burgers voor het neoliberale denken dat de overheid steeds verder verzwakt ten opzichte van de markt. Dit leidt tot de paradoxale situatie dat de huidige onvrede van burgers deels wordt veroorzaakt door hun eigen massale politieke steun aan partijen die prioriteit geven aan neoliberale oplossingen die de burgers in de kou zetten.
Dit wordt een vicieuze cirkel die alleen kan worden doorbroken als gewone burgers partijen gaan steunen die opkomen voor het collectieve goed (veiligheid, milieu, gezondheidszorg, onderwijs, sociale zekerheid, pensioen) en daarin een centrale rol van de overheid voorstaan.
Enkele protestgroepen hebben inderdaad deze machtsmiddelen, denk aan boeren, milieuactivisten en onderwijzers. Maar vele andere gedupeerde groepen en sectoren hebben dit niet. Het gevolg is dat de neoliberale doorwerking vooral die groepen en sectoren zal raken die zich het minste kunnen verweren, omdat ze niet of zwak georganiseerd zijn, zoals laagopgeleiden, gehandicapten, minderjarigen, werklozen, bepaalde groepen ouderen, migranten, bijstandsgerechtigden, slachtoffers van misdrijven, et cetera.
Dit leidt dan weer tot een sterker wordende tweedeling tussen hen die zich weten te redden (of zelfs floreren) en groepen die steeds verder gemarginaliseerd worden.
Een terugkerend fenomeen, dit heeft volgens mij een aantal oorzaken:Het is aan de burger om de politiek die kant op te duwen (door te stemmen op partijen die steun bieden aan alle groepen in de maatschappij) en aan de media om het gevoerde beleid kritisch te toetsen op de manier waarop regeringen deze overkoepelende doelstelling in de praktijk trachten te realiseren.
Publieke steun voor zo’n type beleid wordt steeds lastiger omdat veel burgers zich laten informeren via sociale media, waarbij vaak blikvernauwing plaatsvindt, die het bijna onmogelijk maakt om veel begrip te hebben voor andere groepen.
Ten eerste geloven veel kiezers ideologisch gezien nog steeds in de principes en uitgangspunten van het neo-liberalisme, als de beloofde resultaten uitblijven dan wordt de oorzaak meestal elders gezocht, maar niet bij het systeem zelf. Men valt tevens voor de argumentatie dat er geen andere keuze is en als we toegeven dat het slecht zou zijn voor de economie. Het neo-liberalisme wordt hierdoor gezien als een soort onbeïnvloedbaar natuurverschijnsel. Het bekendste argument wat vaak terug komt: "als we belastingen verhogen, dan verdwijnen de bedrijven en rijken, we kunnen beter het systeem bespelen". Laat dan nou precies zijn wat de belastingdienst doet, maar het levert de gemiddelde burger niets op dat multinationals in Nederland belasting kan ontwijken.
Je ziet hierdoor ook tevens de lokroep van populisme op rechts, het systeem is niet verkeerd, bestaande partijen leveren alleen niet de juiste versie.
Ten tweede ontbreekt het aan een serieuze analyse over dit onderwerp in de media, er wordt geen overkoepeld verhaal verteld dat de malaise in de samenleving verklaart, elke crisis is er een op zichzelf. Maar van wanprestaties bij justitie, problemen in de zorg tot aan flex contracten, allemaal ontsproot de oorspronkelijke ideologie erachter uit het neo-liberale gedachtegoed.
Ten derde, de oppositie tegen het neo-liberalisme komt alleen vanuit linkse en progressieve partijen. Historisch gezien is de samenleving qua kiesvoorkeur centrum rechts en krijgen linkse en progressieve partijen nooit de macht om systeemveranderingen door te voeren.
Electoraal gezien is punt 3 steeds meer een probleem voor mainstream rechtse en conservatieve partijen, men is zo lang aan de macht dat het problematisch wordt om afgerekend te worden op de gevolgen van het eigen beleid. Je ziet dat dat in westerse landen er tactieken worden gebruikt om de status quo te handhaven die eigenlijk niet thuishoren in een democratie:
1) Oppositie voeren tegen het eigen beleid, in plaats van verantwoordelijkheid nemen. Heel duidelijk te zien bij de boerenprotesten.
2) De existentiële bedreiging van de oppositie, oftewel het "sore winner"/"zure winnaar" effect. "Ok, we maken nu al decennia lang de macht uit en ons beleid is niet perfect, maar de dreiging van ander beleid is existentieel". Hoe slecht het ook gaat, als de tegenstander de macht heeft dan is het einde zoek.
Uiteindelijk zet de continuering hiervan de deur open voor bewegingen die de democratie verder willen terugdringen en de deur open willen zetten voor meer ongelijkheid en oligarchie door populisme. Men belooft immers waar te maken wat de mainstream neo-liberale partijen simpelweg niet konden leveren.
En dat is uiteindelijk ook de kern van het probleem, zolang het idee en de ideologie van het neo-liberalisme aanlokkelijk blijft en niet ontkracht wordt, zuigt het de samenleving mee in een vicieuze-cirkel.
"When I am weaker than you I ask you for freedom because that is according to your principles; when I am stronger than you I take away your freedom because that is according to my principles"- Frank Herbert