Terugblik op de afgelopen 10 jaar in het NRC:
Populistisch rechts bleek een blijvertjeRudy Andeweg, emeritus hoogleraar politicologie aan de Universiteit Leiden, haalt PvdA-oudgediende Ed van Thijn aan. Die waarschuwde eind jaren 60 al voor een ‘waaierdemocratie’. Hij bedoelde dat de politieke uitersten verder uit elkaar gaan lopen, en dat het midden implodeert. Die trend kon de democratie bedreigen. Het Nederlandse parlementaire stelsel kon imploderen, zoals de Weimarrepubliek in het Duitsland van 1933 ook ineenstortte.
Andeweg: „Ed van Thijn was zijn tijd ver vooruit. Waar hij destijds bang voor was, is nu aan het gebeuren. Middenpartijen zijn uitgehold, kiezers zijn niet loyaal meer aan een eigen groep. Ze straffen partijen die wel regeren vaak zwaar af.”
Verdeeldheid, zegt Sarah de Lange, is er in Nederland altijd geweest. Maar de aard van die verdeeldheid is anders geworden. „Mensen verschillen steeds minder op basis van argumenten van mening, zoals het hoort in een gezonde democratie, maar zijn elkaar als morele vijand gaan zien.”
Mensen verwerpen niet zozeer wat iemand víndt, maar wat iemand in hun ogen ís. ‘Affectieve polarisatie’, noemen politicologen dat. Hierdoor is politiek persoonlijker geworden, zegt De Lange. Het percentage mensen dat zegt andere mensen te haten om hun politieke opvattingen is aan het einde van het decennium toegenomen tot het niveau van de late jaren zestig, het naoorlogse hoogtepunt van de maatschappelijke polarisatie.
Dit cultuurconflict pakt goed uit voor rechts-conservatieve politici, zegt Merijn Oudenampsen. De instorting van de middenpartijen in de jaren 10, met name het CDA, heeft voor een conservatieve golf gezorgd. „Het CDA verenigde regenten en werknemers, conservatieven en progressieven. Zo was het CDA lang een bolwerk tegen de opkomst van het rechts-populisme, terwijl die stroming in andere Europese landen wel opkwam. Na het instorten van de volkspartijen ontstond de kloof tussen ‘volk’ en ‘elite’ alsnog.”
Deels is dit politieke marketing. Wil je in deze tijd politiek succesvol zijn, dan verkoop je economische onderwerpen als een cultuurstrijd, zegt Rudy Andeweg. „Het klimaatdebat van nu gaat over herverdeling: we moeten de economie anders inrichten, en de kosten daarvan komen bij burgers terecht. Thierry Baudet maakte daar een cultuurdebat van, dat was een meesterzet. Het debat over Europa vertoont hetzelfde patroon. Het zou over de economie moeten gaan, maar door voor- en tegenstanders wordt erover gepraat als cultureel project.
Links weet zich weinig raad met de nieuwe verhoudingen. Over culturele zaken zijn linkse partijen intern verdeeld.
[...]
En als het een keer over de economie gaat, „is het voor linkse partijen moeilijk af te wijken van het centrumrechtse discours”, zegt Merijn Oudenampsen. „De financiële crisis, waarmee dit decennium begon, heeft niet tot echt debat geleid. In Nederland houden links en rechts elkaar vast als het over de economie gaat. Hoewel westerse linkse partijen allang niet meer streven naar een begrotingsevenwicht, heeft de PvdA het nog altijd in het laatste verkiezingsprogramma staan. Internationaal is er van alles aan het schuiven op links. Overal staat het kapitalisme ter discussie. Maar in Nederland is er nauwelijks reuring.”
Het artikel doet verder geen uitspraken over de precieze oorzaken en gevolgen van deze ontwikkelingen, het is meer beschrijving van ontwikkelingen in de politiek.
Opvallend is wel dat met de cultuurstrijd enige civiele vorm van politiek debat en inhoudelijke richtingenstrijd onschadelijk is gemaakt, dit zie je soms ook al terug op dit forum. Daarbij draait de cultuurstrijd de politieke argumentatie om, het gaat niet om het eigen beleid, dat wordt vaak bewust vaag gehouden en op basis van gevoel beschreven, het draait vooral om het feit dat een tegenstander met andere ideeën überhaupt bestaat.
Dat zag je bijvoorbeeld al met de boerenprotesten, de situatie van boeren komt door een combinatie voornamelijk CDA/VVD beleid in een economische omgeving waarin de grote supermarkten en de Rabobank het speelveld bepalen. Toch richtte een deel van het protest zich een oppositiepartij die nog nooit geregeerd hadden. Het bestaan van een hun perceptie ideologische tegenstander is bedreigender, dan de de perceptie van eigen groep die juist de oorzaak is.
In een cultuurstrijd zit dan ook geen oplossing besloten en het is vrijwel altijd een middel dat wordt ingezet door partijen die andere belangen nastreven. Je ziet in essentie dat populisten het bestaande systeem willen opblazen en een macht herschikking willen, waarbij ze voor kiezer onduidelijk laten wie er echt aan de touwtjes gaat trekken na de z.g.n. revolutie. Een kijk op het buitenland laat zien dat het altijd een bestaand machtsnetwerk is, vaak in combinatie met familie imperiums (Erdogan/Trump). Zie ook hoe "opeens" de nexit weer terug is op de FvD agenda, een nexit is een van de meeste elementaire voorwaarden voor een macht herschikking. Voor de kiezer die gelooft in de z.g.n. revolutie komt het echter neer op: "meet the new boss, same as the old boss", nadat men er achter komt dat de nieuw baas niet "een van ons" is.
De analyse over links is wel vaker langsgekomen en is op zich niet zo nieuw qua inzichten. Het is vooral de ineffectiviteit op het gebied van economisch beleid sinds partijen zijn meegegaan of niet kunnen ontsnappen aan neo-liberaal beleid, wat regeren en oppositie voeren vervolgens ineffectief maakt. Op sociaal cultureel vlak zie je een versplintering, progressieve standpunten en beleid vormt geen bedreiging voor het neo-liberalisme (en is sommige opzichten juist een voorwaarde) en leidt tot successen. Echter het progressieve op sociaal cultureel beleid doet niets voor bestaande groepen qua sociaal economisch beleid, die te maken krijgen met loonstagnatie, flexibilisering en een terugtredende overheid qua sociale zekerheid. Een belangrijke voorwaarde voor brede acceptatie van progressieve vooruitgang, "a rising tide lifts all boats", gaat zo verloren en schept ruimte voor conservatieve krachten.
Een mooi voorbeeld is hoe Neelie Kroes wordt geprezen als een vrouw die het ver geschopt heeft, maar nu wel werkt voor het toonbeeld van neo-liberalisme en flexibilisering: Uber.
Uiteindelijk is het probleem dat niemand weet hoe men deze dead-lock dient te doorbreken en bij bedenken van oplossing te vast zit in bestaande denkbeelden en belangen. De cultuurstrijd pint mensen vast op bepaalde denkbeelden waaraan men niet meer kan ontsnappen. Je hoeft een bepaalde oplossing maar te framen met een bepaalde partij of kleur zonder het het uit te leggen en mensen zijn al tegen. Je ziet dat al met het klimaatdebat, elke oplossing is z.g.n. "links" en niets doen is z.g.n "rechts".
"When I am weaker than you I ask you for freedom because that is according to your principles; when I am stronger than you I take away your freedom because that is according to my principles"- Frank Herbert