[b]
Herman schreef op maandag 20 augustus 2018 @ 09:18:
[...]
Wanneer je me probeert te overtuigen dat het afschaffen van de dividendbelasting nadelig is voor de Nederlandse schatkist, dan is dat niet nodig. Ja de afschaffing kost geld, dat is ook de reden dat deze in de begroting moet worden gefinancierd.
Dat is één component. We nemen een maatregel, toepassing daarvan kost geld, dat zijn de transitiekosten.
De volgende component is het verlies aan inkomen uit mechanismen die onder de maatregel vrijgesteld worden (even heel simpel gesteld).
Een additionele component is de toename van kosten te maken op Institutioneel niveau, dat wil zeggen de kosten die Instellingen moeten maken in hun uitvoering van de maatregel alsmede de procedures en gerelateerde kosten ten gevolge van aanpassingen en ontwikkelingen na de maatregel. Zoals bijvoorbeeld de Kwestie Belastingdienst en structurele kosten beleid & implementatie (waar met hoge waarschijnlijkheid, zie CBS en WRR, nog verdere kosten te verwachten zijn in relatie tot de Kwestie Rulings).
We zitten dus met één kostenpost die enkelvoudig is, en een volgende die jaarlijks terugkomt. Een extra kostenpost in termen van bureaucratie, en nog een mogelijke kostenpost in termen van gederfd inkomen Staat.
Dat zijn er aldus minimaal drie. Mogelijk vier (de opdracht tot onderzoek van dit laatste blijft helaas verloren gaan in fractiediscipline).
Als we het dus puur als berekening bekijken, dan is het niet meer dan redelijk om te stellen dat de onderbouwingen ten gunste van de maatregel op zijn minst baten dienen aan te tonen evenredig aan (liefst groter dan) de kosten en gederfde inkomsten.
Dit is het frustrerende in deze Kwestie. We hebben veel verhalen te horen gekregen, maar de enige onderbouwingen uit onderzoeken die er liggen, zijn niet ten gunste van de maatregel. Derhalve ook mijn eerdere punt, als we nu - gewoon - zaken netjes op tafel deden leggen, dan was de discussie vrij snel af.
[...]
Verlies aan inkomen kan ik begrijpen, verlies aan beheersing niet. Mocht je dit kunnen onderbouwen dan ben ik daar wel benieuwd naar.
Verlies aan beheersing is hier een perspectief vanuit Staatskundige organisatie en begrippen als soevereiniteit. In ontwerp van ons bestel is de Staat de garantor en eigenaar van macht, met als doelstelling om middels functionaliteit van bestel belangen - zowel gedeelde als individuele - te garanderen om continuïteit en positiviteit van ontwikkeling te bevorderen.
Even heel eenvoudig gesteld, dit komt neer op machtsverhoudingen. Een burger kan het bijvoorbeeld prima vinden om geen zorgpremie te betalen omdat hij of zij eigen vermogen heeft, toch stelt de Staat het als een verplichting omdat er sprake is van collectieve en gedeelde belangen met flink wat afgeleide effecten. Een bedrijf kan het bijvoorbeeld prima vinden om een merknaam op een eilandje te registreren om bij elk gebruik ervan op locatie van daadwerkelijke economische activiteit een aftrekpost te scheppen in relatie tot belastingafdracht. Maar, alles wat we hebben en gebruiken kost ook geld, en het geheel van wat we scheppen met onze belastinginkomsten en herverdeling daarvan is wat al die mooie kansen en mechanismen mogelijk maakt, dus de Staat stelt regels.
Voor nationaal perspectief in deze is de Staat soeverein, een burger of bedrijf niet, dit zijn geen staatskundige elementen. De machtsverhoudingen zijn gescheiden, worden gecontroleerd, en zijn gericht op onderhoud en continuïteit van de algemene collectieve belangen.
Wanneer we op structurele wijze gaan toestaan dat niet langer de Staat, maar andere partijen, beleid en bestuur in deze gaan bepalen, dan breken we in essentie de fundamenten van al die mooie zaken die kansen scheppen af. Voor selectieve belangen kan dat best positief zijn, logisch ook, maar het is niet enkel een korte termijn perspectief, het is ook op meer dan één manier een verlies aan beheersing. De Staat verliest vermogen tot behartiging in balans, de partijen die gebruik maken van verlies aan beheersing door de Staat vertonen zonder uitzondering een gedragspatroon van gulzig voeding naar pervers voedend gedrag. Dit is een stukje bestuur- en organisatiekunde, maar ook een stuk sociologie. Al die wetenschappen waarschuwen ons tegen dit soort zaken vanuit historisch opgebouwde kennis. We zien ook dat in landen waar de Staat beheersing over machtsverhoudingen in relatie tot balans tussen collectieve en selectieve belangen verliest er sprake is van ontstaan van omstandigheden van sociaal-economische, demografische en politieke segregatie. Dat soort dynamiek is weinig productief, een leuk stukje onderzoek is bijvoorbeeld dat van de oorsprong van de economische term "Dutch Disease". Het is immers niet zo alsof we als land hier niet al eens eerder mee gestruikeld zijn.
Natuurlijk kan een Overheid niet alles weten, en is externe expertise altijd noodzakelijk. Het voorziet ook in controlepunten, omdat een Overheid ook maar menselijk is en dus fouten maakt. Maar het is een subtiele balans, die vrij makkelijk verstoord kan worden wanneer we van externe expertise de ontwikkeling maken naar externe consultatie. Wat je dan ziet is dat zowel via loyaliteitsnetwerken als lobby als organisatorische dynamiek de Staat positie verliest omdat beleid en bestuur in essentie aangeleverd worden door andere partijen. Ik denk dat menigeen zich nog wel de relatie zal herinneren tussen de externe consultaties en de directe links met ontstaan van omstandigheden van wat uiteindelijk hier de bankencrisis werd. Als klein voorbeeld.
Alles is een wisselwerking. Niets is statisch. Maar wanneer de Staat de beheersing verliest over zaken omdat externe partijen richting, tempo en vorm bepalen van maatregelen, bestuur of beleid, dan weten we inmiddels best wel dat er omstandigheden ontstaan die juist zaken als concurrentievermogen, innovatief vermogen en zo meer compromitteren. Spreek eens met vertegenwoordiging van MKB Nederland, wat tegenwoordig nog slechts een lamme eend is van behartiging, nota bene ondergebracht onder auspiciën van een VNO-NCW, wat een heel andere focus van behartiging heeft. MKB, als motor van samenleving, verliest het afgelopen decennium vrij consistent op zo ongeveer elk niveau van wet- en regelgeving op nationaal niveau, met flink wat afgeleide effecten, zoals bijvoorbeeld fiscaal stelsel, kaders financieringen en zo meer. Vrij herleidbaar tot externe consultatie, waar VNO.NCW - letterlijk - de teksten schrijven van maatregelen. Net zoals de drie grote banken dit voor het Financiële domein van Overheid doen.
Enfin, dit is allemaal intern. En eigenlijk is dit slechts het kleinste aspect van het grotere geheel.
De voetafdruk van multinationals in en binnen Nederland is al decennialang consistent aan het afnemen. De oude spinoff effecten zijn al sinds begin jaren '90 in de kolom van kosten terecht gekomen, middels maatregelen en beleid van faciliteren en verschuiven van nationale naar regionale politieke focus.
Multinationals bewegen zich over landen heen, boven de soevereiniteit van landen. En dat kost behoorlijk. Niet enkel omdat ze in staat zijn beleid en bestuur te bepalen, maar ook omdat ze in staat zijn te kiezen waar we ze wat doen op welke wijze en tegen welke compensatie. Iets om in het achterhoofd te houden.
Nu lopen steeds meer landen tegen lampjes aan omdat men allerlei zaken dient te bekostigen en stimuleren, zodat er goede zaken gedaan kunnen worden, mensen wat potentieel hebben, en er algemene stabiliteit van welvaart en welzijn is. Maar terwijl we die kosten prima onder controle hebben, nemen de inkomsten af omdat er de afgelopen decennia een enorme toename is gekomen van allerlei speciale omgangsvormen, regels en uitzonderingsposities voor multinationals. Die steeds minder zelf bijdragen, en vaak herleidbaar zijn tot complicaties voor wel groeiende motoren van economische activiteit.
Landen worden simpelweg uitgespeeld. En nu we er langzaam achter beginnen te komen hoe dat werkt, wat de motivaties zijn, wat de kosten daarvan zijn, en dat er eigenlijk niet eens baten zijn, proberen we samen te werken om opnieuw balans te bereiken. Vrij logisch ook, balans is wat zaken mogelijk maakt. Zonder balans is het op zijn best schipperen. Zie het concept verdeel en heers.
Nu waren we op verschillende supranationale niveau's prima op weg om daar de schouders onder te zetten. Niet makkelijk, maar goed, tandje bijzetten, en met passen en meten kom je tot iets waar iedereen baten bij heeft en de kosten goed te verhapstukken zijn. Probleempunt in deze is echter dat de afgelopen twintig jaar Nederland de centrale spil blijkt te zijn in het tegenwerken (en ik kies dit woord bewust, omdat er sprake is van actieve focus tot compromitteren) van dat soort samenwerking voor innovatie en balans. Vaak zonder dat de Staat, het Rijk dus, het echt doorheeft, omdat beleid niet langer het soevereine domein is van de Staat, maar van commerciële partijen die zich niet richten op participatie of voetafdruk, maar slechts op min/max processen ongeacht kosten elders.
Dat is een behoorlijk probleem. De Kwestie Dividendbelasting heeft een aantal deuren geopend die zelfs in Nederland voorheen gesloten waren. Deuren die we eerder associëren met de gemiddelde bananenrepubliek of grijze overheid als Rusland. Deuren waar we best goed van weten dat ze niet gezond zijn, ook niet voor de partijen die er graag doorheen gaan, omdat we daar best wat studie van gemaakt hebben.
Maar des te meer externe consultatie met mandaat aanwezig is, des te minder vermogen de Staat heeft tot correctie van excessen of het bijsturen van richting of focus van ontwikkelingen.
Dit ligt wat gevoeliger, als onderwerp, we laten het ook graag buiten perspectief vallen, omdat het iets is wat meer abstract is, wat verder van het bed ligt, en gevoelig ligt omdat er best wel een reflex is van het graantje en het pikken. Probleem is wel dat het iets betreft wat direct raakt aan het fundament van zaken waar we gebruik van maken om dingen te doen, van mogelijkheden die kansen scheppen of ons in staat stellen om kansen te nemen. Omstandigheden.
Bij stabiele omstandigheden waarbij Staat, bestel, burger en bedrijf ongeacht hun gedragsverhoudingen (en het heen-en-weer daarvan) wel kaders van balans kennen is er solide fundament voor opbouw, voor aanpassing, voor het scheppen.
Bij instabiele omstandigheden waar de machtsverhoudingen vereist daarvoor gecompromitteerd zijn of raken, verliezen die kaders hun bestaansrecht omdat de gedragsverhoudingen meer en meer bepaald worden tot wat we voedingsgedrag noemen. Van eten wordt het vreten, heel cru gesteld. Terwijl de taart dezelfde blijft. Als een Staat dan niet langer in staat is om zaken of gedrag te corrigeren, dan is er op gegeven moment héél veel spel van machteloosheid, en zijn er nauwelijks nog kruimels. Het is nou niet alsof we daar niet behoorlijk wat historische lessen in hebben.
Abstract, ja, en nee. Het is allemaal meetbaar. Het WRR is mede op basis daarvan ook zo hard geweest. Het CPB idem. Zelfs de grote drie van de banken keken op van hun puntenspelletjes en zochten ingang voor lobby want er is sprake van zogeheten systemische destabilisatie.
Op het partijcongres werd gesteld dat de Overheid prima in staat is om mogelijke, eventuele, situaties te corrigeren, op basis van vermogen tot beheersing van variabelen en omstandigheden. Het was een leuk verhaal, maar vrijwel de hele zaal wist dat dit vermogen al langer een gevoelig onderwerp was, maar met deze Kwestie eigenlijk niet langer onderdeel was van soevereine instrumentatie van Staat.
In dat opzicht is wat in essentie een kleine kwestie van kosten, baten en politiek spel is, een structuurverschuiving in ordening en inrichting van economisch Nederland. Met flink wat consequenties ook voor de landen om ons heen waar wij mee verbonden zijn. Die zitten, zo cru als het klinkt, met een intrigant aan tafel terwijl men probeert zaken aan te pakken om ontwikkelingen zo constructief mogelijk in banen te leiden. Daar krijgen we best wel wat tikken door en voor. De kosten daarvan? Die zijn niet voor het groot-zakelijke transnationale domein. Die zijn voor burger en bedrijf thuis.
[...]
Ik heb het idee dat we langs elkaar praten. Dat in principe (of beter: vanuit principe) het afschaffen van de dividendbelasting leidt tot een eerlijker en eenvoudigere wijze van heffing, is voor mij een belangrijke reden om begrip te hebben voor dit besluit. Die stelling staat m.i. nog overeind. Maar zoals ik aangaf, is het nu even een zure appel gelet op de gemiste inkomsten.
Prima, maar dat is een subjectief perspectief. Het zou helpen als er niet enkel sprake was van mooie verhalen die ontworpen zijn voor aansluiting bij een perspectief, maar als er ook onderbouwing op tafel lag waarmee we gewoon konden zeggen "voila, zie je, baten zijn groter dan kosten en derving".
Zoals al duidelijk gemaakt, het is niet "even" door de zure appel heen bijten. We moeten dat nu doen, absoluut. Maar we moeten elk verder jaar ook door een volgende zure appel bijten, en alle komende jaren, terwijl er op zijn minst een á twee zure peren jaarlijks bijkomen.
Dit is waarom ik zo hamer op het gebrek aan toetsbare onderbouwing. Als aangetoond kan worden dat baten > kosten/derving, dan is het einde discussie en is het inderdaad een flinke zure appel maar dan zijn we er klaar mee. Dan zitten we nog steeds met negatieve effecten op supranationaal niveau, maar in ieder geval is voor ons als Nederland dan de uitdaging klaar.
(NB. Er zijn overigens ook wel bedrijfseconomische argumenten vóór het afschaffen van de dividendbelasting. Denk aan een voordeel voor de in Nederland gevestigde beursfondsen etc. Maar dat terzijde)
Gevestigd, ja en nee

Ben voorzichtig, er zit daar een groot verschil tussen de marketing, en de fiscale realiteit. Ik denk dat je weet hoe het werkt. Als iemand een eigen deur krijgt, dan wil de ander die ook. En aangezien er dan al precedent is, is dat een stuk makkelijker. Als die eerste dan ook nog de regels doet bepalen, tja. Spinoff effecten is iets waar we vanuit ons technisch economisch denken best snel aannames over maken, zonder dat we er ook echt op induiken. Een spinoff effect is niet vanzelfsprekend positief bijvoorbeeld. We hebben het hier over processen met singuliere basis in gedrag.
Enfin, ik weet waar je op wijst. Maar wat is in het beste snapshot de voetafdruk daarvan voor interne economie en de interactie tussen motoren van economie? We mogen daar best eerlijk in zijn, ja er is sprake her en der van selectief nut, maar enkel daar waar het deel kan nemen aan wat in essentie een volgende variant van kapitaalvlucht is (er is immers geen sprake meer van stroom of instroom, maar van uitstroom). \
Zoals ik al zei, baten dienen gelijk of liefst groter te zijn dan kosten en derving. Als we dit voorbeeld als één argument stellen, prima, er is dan echter nog lang geen sprake van pariteit.
Ik zou prima bereid zijn om de partij in de Kwestie te steunen. Zolang er maar sprake is van toetsbare onderbouwing. Dat ons gevraagd wordt om te bankieren op marketing is best zuur, aangezien marketing gewoon manipulatie is. Wat voor velen frustrerend is, dat komt neer op de omgang met de Kwestie zelf. Het komt van Buiten (bewust de hoofdletter), en dat is iets anders dan een initiatief wat van binnen komt, waar belangen over discussiëren en de hoofden voor bij elkaar steken. En ja, dat punt van verlies aan beheersing. Een beetje zicht op vermogens van lange termijn is zo slecht niet. Een beetje erkenning van afhankelijkheden, hoe indirect dan ook, is ook zo slecht niet.
Wat ook de onderbouwing mag zijn - en de marketing is geen onderbouwing - het zou dat moeten compenseren. Maar, de Kwestie is klaar. Voorbij. De facto. Nu is het bij ons iets anders, maar ik kan bijvoorbeeld heel goed begrijpen dat men binnen een CDA een gevoel van iets tussen overname en kleine coup van extern beleid heeft. Op gegeven moment breekt zoiets ons en hen op, en waar staan die electorale kringen dan? Nergens, op zijn best. Of bij bruine hemden op zijn ergst. En zoals we best wel weten, is het geen goed zaken doen of leven bij zoiets.
Enfin, voor velen is het te abstract en te ver van het bed om echt over de correlaties en relaties na te denken, en dit in verhouding te zetten binnen hun eigen overwegingen van en voor politiek (keuze)gedrag. Dat is jammer, aangezien dit wel een kwestie is die vanuit dat verlies aan soevereiniteit van Staat effecten heeft op functionaliteit van bestel, en dus op al die fundamenten en mechanismen van omstandigheden voor die burger en bedrijf.
Populisme: de weigering van complexiteit en de poging om simplistische antwoorden te formuleren op ingewikkelde vraagstukken middels gebruik van elke mogelijke prikkel van gedrag - i.p.v. moeite te doen voor gezonde participatie.