defiant schreef op zondag 22 november 2020 @ 01:54:
[...]
Dat verbaast me al een lange tijd, zulke sociale geografische analyses zijn niet nieuw en laten al tijden een consistent beeld zien in waar de kloof zich bevind, toch wordt dit niet echt opgepakt. Zeker progressieve partijen lijken zich terug te trekken in hun randstedelijke bubbel, waardoor je dezelfde dynamiek krijgt zoals te zien is de VS.
Het is opvallend dat bijvoorbeeld juist iemand zoals Özcan Akyol dit wel door heeft en verkondigd in de media.
Er spelen een aantal fenomenen van organisatie en informatiestroom. Een grote factor is de dominante concentratie binnen sociale geografie. Blik naar binnen, zelf versterkende effecten - en als je dan zit met informatiestromen die, nu ja, niet geheel en al getoetst zijn op lading bij de bron ben je als organisatie al snel reactief. Jij bent immers niet degene die kaders schept, maar ze volgt.
Even heel cru, en uiterst simplistisch én gegeneraliseerd. Er speelt ook een factor van achtergrond, opbouw en overtuiging.
Conservatieve politici hebben vaak een reeds aanwezig belang. Ze komen vaak uit achtergrond van vermogen. Ze komen vaak uit achtergrond van netwerken van economische activiteit. Ze staan instinctief dichter bij het verkopen dan het werken, dichter bij het spel dan het werk, dichter bij de marketing dan het werk. Ze bewegen zich vrijer in afstand tot het werk. Ze weten dat ze niet representatief zijn in positie, maar ze weten heel goed de marketing van wat normaal is te verkopen. En ja, ook confessioneel zit daar. Hard, maar het is managen en marketen van geloofsgedrag. Niet leuk om te horen misschien, maar dit is wel de kern.
Progressieve politici komen vaker uit een heel andere hoek. Met idee, met overtuiging, met kortere afstand tot de vloer, maar er zit en groeit een afstand vanuit idee en overtuiging. Aan de andere kant ligt de focus wel op de vloer, maar de discrepanties resulteren al snel in het a) geen raakvlak hebben met het gedrag in de bestuurskamer en b) verlies aan binding met wat de vloer thuis allemaal over zich heen krijgt. Men zit dichter bij het werk, maar het verwordt tot een “het juiste juist” doen bij blinde vlek voor het spel. En verkopen, dat zit er niet in. Eerder een soort verwachting dat het juiste zich zelf verkoopt.
Individueel, organisatorisch, het werkt zich algemeen uit.
Natuurlijk is dit gesimplificeerd en gegeneraliseerd. Maar, er zitten punten van aandacht bij die de moeite waard zijn om bij observatie en verkenning in het achterhoofd te houden.
De ironie is dat conservatief door de meer instinctieve relatie met marketing en verkopen gezien wordt als behartigend, terwijl dat een correlatie is die per definitie onmogelijk is. Conservatief is een expressie van selectief belang van schaal groter dan het individuele. Het is behoudend, absoluut, maar in termen van voeding en bezit. Opnieuw komt de realiteit van selectief belang voorbij als iets wat buiten beeld valt. Belangrijker nog, conservatief zoekt status quo voor selectief belang. En aangezien verandering de enige constante is zit je bij conservatief altijd met een driver voor concentratie en krimp. Maar, de marketing, de verkoop, het beeld en het gevoel. Het fundament van bindingskracht is normaal en kruimel.
Progressief is inherent meer behartigend. Het richt zich niet op selectief belang, wat in politiek snel een kwetsbaarheid is, maar de scope van collectief belang is wat in lijn ligt met de realiteit van complexiteit en schepping / verdeling. Van kans, van welvaart, van toegang, etc. Maar omdat het niet verkoopt en er geen instinctieve binding is met marketing is progressief niet wat frames schept. Hoe hard ook, mensen bewegen binnen frames. De meeste mensen willen een normaal hier en nu. Progressief zit met de voor collectief belang sterkste kenmerken zich zelf in de weg voor het aantrappen van het fundament van politieke macht.
In termen van zowel sociale geografie als organisatie heeft dit allemaal effecten. Kijk naar de VS, de conservatieven daar slagen er in om een perceptie van tweedeling te scheppen in frames tussen de stedelijke progressieve elitist en de werkende mens. Terwijl de dokwerker, de ICT’er en de accountant allemaal in die nieuwe arbeidersklasse zitten onder het glazen plafond. Men schept de frames. Daarmee is elke andere politieke hoek reactief. Men definieert het normaal en het abnormaal, prikkelt en normaliseert op dat kunstmatige schisma - mensen volgen daar in.
Het WRR had vorig jaar, als ik het goed herinner, een onderzoeksprogramma wat precies deze politieke gedragslijnen en effecten in sociale geografie en electorale bewegingen onder de loep deed leggen. Het komt bij progressief niet eens aan bod. Zit niet in het netwerk, de informatiestroom intern is gecentraliseerd, effect fractiediscipline, de overtuigingen scheppen een blinde vlek. Die paar die wel wat meer verkoper zijn, en minder echte focus op de vloer hebben, die springen uit het bootje want dat loont zich. Twee jaar geleden was die conferentie over neoliberalisme, georganiseerd vanuit het academische. Er was nauwelijks iets van progressieve politiek aanwezig. Wat er was liep weg bij het moment van reflectie, die derde weg kwam immers voorbij.
Dit is geen Nederlands fenomeen. Het is ook zeer verwant aan het struikelen van progressieve politiek bij omgang met populisme. Niet vreemd, er ligt een natuurljk hellend vlak tussen conservatisme door naar corporatisme en verder naar autoritarisme. Dat is geen nieuw gegeven, je hoeft niet eens naar onderzoek te grijpen, sla een geschiedenisboek open en het is snel evident. Maar omgang daarmee komt neer op een harde verkenning van de methodes bij de overtuigingen.
Saillant punt. Progressieve politiek heeft een diepe reflex in mensen aanspreken. Zonder na te denken over hoe mensen in hun sociale psychologie daar op reageren. Zonder na te denken over verschillen in taal en term. Conservatieven doen alsof ze luisteren, niet op de bühne, in het netwerk. Ze spreken niet aan. Ze laten mensen zelf hun associatie maken. Veel krachtiger voor effect.
Het is interessant om te zien hoe bijvoorbeeld methodologie bij rijzende sterren van DWARS juist de sociale geografische voetafdruk verkleint. Zet daar eens naast een van Helvert die puur zijn eigen voetafdruk verbreedt, of een Wendel, de Ridder of Chabot die voetafdruk vergroten zonder een vinger vuil te maken. Maar enkel anderen hun zegje te laten doen, dan een frame te herhalen en ze een ingang geven bij het netwerk.
Bot, maar conservatieven maken vanuit kenmerken beter gebruik van sociale psychologie dan progressieven die veel meer vanuit zelfbeeld echt werk doen. De ironie is meervoudig frappant.
Populisme: de weigering van complexiteit en de poging om simplistische antwoorden te formuleren op ingewikkelde vraagstukken middels gebruik van elke mogelijke prikkel van gedrag - i.p.v. moeite te doen voor gezonde participatie.