Bedankt voor het compliment.
Mythevorming is menselijk. Zeker aangezien veel te veel van ons gedrag bij ordeningsvraagstukken rust op het drijfzand van politieke marketing en het moeras van associatie / resonantie (emotie).
Het "at your service" was trouwens een flinke discussie, en een flink stuk onderzoek. De beslissing om die trigger / frames toch in te zetten was bewust, en het zegt een aantal pijnlijke dingen over culturele psychologie dat het dat was waarmee Fortuyn door de deuren wist te gaan die hij open gekregen had. En dan heb ik het over plekken als VNO net zo als over toegang tot een aantal oude en wat besmette maar belangrijke electorale motoren. De oude landbouwnetwerken, de oude infra en flink wat resonantie bij met name die electorale segmenten die het hoogst scoren voor politieke mobilisatie.
Dat het gebruik van oude netwerken was bewust leek mij logisch, je hebt namelijk externe krachtbronnen nodig. Maar dat "at your service" berekend was had ik me nog niet bedacht. Ik herinner me nog een discussie over zijn saluut dat het "niet nederlands" was en wat een saluut betekent. Dat soort discussies hebben zeker invloed gehad en dat is dus een knap staaltje symbool creatie. Ik snap nu ook waarom de saluut afwijkt.
Met deze realisatie herken ik opeens ook een paar symbolen die andere politicie gebruiken.
Dit is geen verkenning voor dit topic, maar het is bloedserieus de moeite waard om dat eens heel rustig op de korrel te nemen en dan eens heel goed te kijken naar het aspect regionale en sectorale scope van het FvD ontwerp.
Fortuyn bediende zich uiterst doelbewust van een bijzonder zorgvuldig in kaart gebracht overzicht van de drivers achter enerzijds de grootste facilitatiemechanismen, anderzijds de meest breed aanwezige electorale gedragslijnen. Zijn marketing focus was daarbij zorgvuldig gespleten, op subtiele wijze en voorzien van voldoende beheersing over timing / richting van eigen interactie / communicatie om publiek gebruik te kunnen maken van die prikkels, en privaat toegang te krijgen tot de mechanismen.
De electorale en media drama's deden daar flink van af leiden. Wat op zich best verklaarbaar en begrijpelijk is.
Grappig, nu jij dit beschrijft realiseer ik me dat het marketingsapparaat (en de voorbereiding+toepassing daarvan) iets is waar ik eens wat dieper op moet gaan induiken. Ik begrijp de scope, maar daarmee is alles gezegd.
Ik zeg hier wel dit bij, het is zeer de vraag of Fortuyn de beheersing had kunnen blijven houden over zijn machinaties. Zeker bij succes. Hij had immers geen competentie om zich heen met inzage in de dualiteit van zijn inzet. Erger eigenlijk, voor die fase had hij zich omringd met gelovigen, het streven - zo zij hij eens - was om over te gaan naar het "kundig maar gericht" gebruik van expertisepunten - gebruik maken van de collectief geïnternaliseerde TINA / Technisch-economisch denken reflex dus, maar dan wel met verwijdering van de geloofscomponenten. Niet zonder reden had hij enorme focus op het potentieel van SCP, SER en WRR.
Maar goed, hij is nooit bij die transitie kunnen komen. Ik heb hem eens gevraagd in gesprek of hij echt overtuigd was van zijn vermogen om zo'n transitie te kunnen blijven willen dragen, het antwoord bleef hij schuldig. Dat zegt echter best iets. De meeste politici happen op zo'n vraag, het is een teken van onvermogen en gebrek aan blikveld. Sommigen zijn er voorzichtig bij, meestal degenen die hoog zouden of doen scoren op zekere psychologische testen, maar ook daar volgt er wel antwoord. Fortuyn was zich bewust van zijn eigen menselijkheid, en het risico van het compromitteren daarvan. Daarom bleef hij stil.
Mijn inschatting daarbij was dat hij het wel zou willen, maar niet overtuigd was van het kunnen blijven willen. En dat zat hem in zijn reflecties over het moeten bankieren op gelovigen.
Een persoon die overal een antwoord op kan geven vertrouw ik net zo min als iemand die absoluut overtuigt is. Dit spreekt in, mijn beleving, meer voor hem dan tegen hem.
Waarschijnlijk had ik toen de tijd andere eigenschappen toe gedicht dan wat ik hier nu lees. Gezien zijn zorgvuldig voorbereiding vermoed ik dat dit opzet was.
[...]
Dat is logisch, helaas. Zelfs met het doen van hun boodschappen is geheugen en herinnering een substitutiemechanisme. Ons beeld van menselijke vermogens is op zijn minst opmerkelijk, en pijnlijk incorrect.
Laat ik dit zeggen, herinnering is altijd een expressie. Als mensen eens heel goed onderzoek deden naar het fenomeen Fortuyn is er flinke kans dat velen die verkenning al vrij snel resoluut afwijzen of aan bias toegeven, al zullen sommigen best schrikken aangezien Fortuyn een uniek fenomeen was. Hij deed niets anders dan exact hetzelfde als toenmalige traditionele politiek, echter innovatief in die zin dat hij lading en format om deed draaien. Het inzicht verkrijgen in de toolbox is een brute wake up call voor velen. Het spiegelt immers niet enkel voor de verkenning van het onderwerp, maar voor eigen gedrag en positie t.a.v. conservatieve politiek.
In moderne politieke marketing wordt erkend dat menselijk geheugen een apart beestje is. Elke keer dat mensen zich iets herinneren verandert de herinnering. Dit stukje neuropsychologie is de basis van instrumentatie waarbij gesteld wordt dat dit een goed ding is. Als je immers een mens of groep mensen kunt laten herinneren (wat eenvoudig is, bijvoorbeeld met gebruik van persbericht of direct contact om media in repetitie van narrative of talking point voor frame te krijgen - een basale en banale toepassing tegenwoordig) kun je de herinnering laten veranderen door mensen zelf. Aangezien ruimschoots gekend is hoe herinnering bij welke soort prikkel kan veranderen vanuit eigen gedrag individu / groep heb je dus bot gezegd een toolbox.
Inderdaad. De
neurologische verklaringen van een Déjà vu mag van mij verplichte kost zijn. Te veel mensen die denken dat ze een fotografisch geheugen hebben of dat ze niet beinvloed kunnen worden.
Politieke marketing is meer dan lullen. Het is een wetenschap geworden, de commerciële ligt structureel voor op de publieke wetenschap. De bias reflex bij confrontatie met deze realiteit is er een van negeren / afwijzen / substitutie, "gelukkig" hebben we tegenwoordig flink drama op korte afstand, zoals Brexit, waar met bitter weinig moeite hard zichtbaar is hoe groot de bereidheid is tot gebruik van dat soort toolboxen, en hoe geavanceerd en succesvol ze zijn.
Jack de Vries was in zijn beste dagen een kinderlijke amateur in verhouding tot wat tegenwoordig, tegen interessante prijs, beschikbaar is.
In de context van de discussie is het eerder professionalisering of commercialisering ipv wetenschap. Ja, het is een wetenschap, maar in de huidige context hebben we het primair over toepassing van de resultaten om een effect te bereiken.
[...]
Ik zou het volgende stellen:
1. Fortuyn heeft de weg vrijgemaakt voor toepassingen als Wilders en Baudet (immers, zie 2).
Dit is in zekere zin iteratief, het gaat hierbij echter niet om een natuurlijk verloop of natuurlijke reactie. Het zijn immers allebei ontworpen, kunstmatige, gestructureerde en onzelfstandige toepassingen. Het zijn geen fenomenen die van beneden naar boven komen, geen politieke organisatie vanuit onderbuik, geen cyclische reactie op genestelde traditionele politiek, geen verwoording of expressie van alarmsignalen vanuit demografische voet van reële economie.
De crux is dat goed gezien werd dat Fortuyn de weg vrij gemaakt had voor één van twee brede opties: óf een iteratieve problematiek vanuit normaliseren van Fortuyn's politieke marketing onder gevestigde (partij)politiek zonder beheersing daarover voor gevestigde politieke belangen, óf een hoog waarschijnlijkheidspatroon van iteratieve stoorzenders in politieke arena die konden raken aan de variabelen van conservatieve bindingskracht.
Ik deel die stelling. Wel ga ik nog nadenken over het bestaansrecht van elke iteratie. Waarschijnlijk ook handig als ik dan naar het buitenland kijk.
Daarmee was de keuze duidelijk:
2. beter een gecontroleerde toepassing dan ruimte laten. Et voila. PVV.
Het FvD is een variante, echter niet vanuit politieke netwerken, maar groot-zakelijke. Waarmee we eigenlijk een fenomeen binnengehaald hebben wat we sinds de VOC tijd niet meer gehad hebben: directe inmenging in processen van bestuur en beleid door private en groot-zakelijke actoren. Met het verschil dat in die periode de focus er een van melken was, tegenwoordig van verstoren voor uiteindelijke herordening naar corporatisme.
Hier zit pure en zure ironie. Het partijpolitieke geklooi met een als politieke hefboom ontworpen PVV resulteerde op directe wijze in de grote breuk op de traditionele lijn van politiek netwerk -> zakelijke lobby. Zie de Val van het CDA, men heeft het daarbij niet over het electorale struikelen, maar over het zich geconfronteerd zien met lobby wat eerst bij hen aan moest kloppen, maar daarna zich verzelfstandigde. En de spies begon om te draaien. Netwerkfuncties ontstonden, en waar de consequenties van de Val zich van regionale en sectorale niveau's begonnen te verspreiden was er al een open deur aanwezig die eerst door de banken en daarna door andere belangen bruut genomen werd. Externe consultatie.
Je kan eigenlijk stellen dat door het gebruik van schepping van een gecontroleerde toepassing met partijpolitiek blikveld men de deur open heeft gezet voor het gericht compromitteren van het bestel.
Ook deze stelling deel ik. Het verschil tussen PVV en FvD op basis van netwerken heb ik wel eens gemaakt maar dat het de reden van ontstaan is, hoewel logisch, had ik niet gemaakt. Wel ga ik hier nog wat huiswerk doen om mijn kennis uit te breiden.
[...]
Daar zit een stukje ironie, als Fortuyn niet gestorven was, ik durf te stellen dat we dan minder ver op het tegenwoordige - hellende - vlak zaten. Zijn dood is een katalysator geworden. Historisch perspectief, zoiets is nooit gezond. De rimpeleffecten zijn altijd onbeheersbaar. Fortuyn was een fenomeen, maar zijn potentieel tot transitie heb ik bij identificatie van verbonden groepsdynamica voor vereisten van organisatorische schaal altijd lager ingeschat dan menig ander die deze of gene pluche stoel in de problemen zag komen (en daarmee toegaf aan verklaarbare maar weinig productieve reflexen én vertekening van perspectief). Verstoring, ja, verschuiving, nauwelijks. Misschien dat de algemeen conservatieve reflex in subculturele gedragslijnen wat eerder was gekomen, maar onder toenmalige condities valt veel te discussiëren over de vraag of dat wel zo verkeerd was geweest. Premier was hij nooit gebleven, als hij het al had kunnen worden.
Fouten worden altijd gemaakt, maar belangerijker is hoe men ermee omgaat, niet dat men ze voorkomt. Kijkend naar het totaal plaatje zou ik niet de focus leggen op Fortuyn/Wilders/Baudet, maar op die conservatieve reflex. Het zou hoopvol zijn als de reflex onderdeel is van buffer en niet onderdeel van verschuivend gedrag.
Virtuozzo schreef op donderdag 10 september 2020 @ 11:30:
[...]
Er is niet zoiets als een monoculturele samenleving

Heel serieus, dit is een beïnvloedingsconcept. Elke samenleving is per definitie samengesteld en in transitie. Denk eens aan de jongere die progressief is en de oudere die conservatief is, dat zijn subculturen die individueel al samengesteld zijn én in transitie. Daarbij is demografie altijd een proces van beweging. Zelfs Japan is geen monocultuur, met zijn vele subculturen die elkaar niet kunnen zien of luchten en zijn vele subculturen die in segregatie zowel botsen als voeden.
Ik hekel ook beide termen. Cultuur is namelijk altijd samengesteld en is nooit een constante geweest. Het is inderdaad beleving en beinvloeding. Beter om onderscheid te brengen welke subculturen er binnen een cultuur zijn en wat de ratio's zijn. Zodra er één extreem oververtegenwoordigd is gaat het de andere onderdrukken. Uiteraard zijn andere factoren zoals tolerantie en noodzaak. En noodzaak kan ook grensoverschrijdend zijn.
Maar, let op met Fortuyn. Maak niet de fout om net als bij traditionele politiek er op magische wijze van uit te gaan dat zijn acte de présence overeenkomst had met visie en perspectief. Je hebt het over politieke marketing, zelfs toen al was dat een selectieproces van prikkels voor aanspreken van drivers voor organisatorisch en/of electoraal effect.
Fortuyn was meer zorgvuldig consistent in gebruik van prikkels, hij was voor die tijd grensoverschrijdend in simplificatie van wat juist altijd abstract gehouden werd (en daarmee verloor gevestigde politiek het vermogen om complexiteit uit te leggen), maar zoals altijd: politieke marketing is niet de inhoud. Het is de verkoop.
Inderdaad, maar het sluit aanstoot voor gebruikte taal en communicatie niet uit.
"Doubt—the concern that my views may not be entirely correct—is the true friend of wisdom and (along with empathy, to which it’s related) the greatest enemy of polarization." -- Václav Havel