Via dit topic leerde ik dat er een nieuwe NEN 1010 is, en ik heb me daar eens in verdiept. Het heeft wat consequenties die wellicht voor de openingspost van deze thread relevant zijn. Alvast een disclaimer: ik ben geen professional, hooguit bovengemiddeld geïnteresseerd.
Diverse van de dingen die ik beschrijf, heb ik hier al eerder gelezen, maar ik had geen zin om honderden pagina's te doorzoeken, dus sorry, geen nette quotes van mensen die dingen al eerder hebben benoemd

In de NEN 1010:2020 worden veelvuldig nieuwe internationale termen gebruikt. Daardoor zullen die waarschijnlijk ook steeds meer in het taalgebruik van installateurs en hobbyisten komen. Vandaar hierbij de suggestie om deze afkortingen aan de tabel toe te voegen. Ook al zal in het algemeen meestal nog een oudere versie van de NEN 1010 gelden, het vermelden van de nieuwe afkortingen zou geen verwarring moeten geven.
RCCB (Residual Current Circuit Breaker)
RCD (Residual Current Device)
RCBO (Residual Current Breaker with Overcurrent protection)
RCD (Residual Current Device)
Waarom RCD bij beide? RCCB's en RCBO's zijn twee toestellen die allebei de RCD-functionaliteit hebben. De term RCD wordt dus óók gebruikt voor alamats!
Ze introduceren nog meer termen, zoals OCPD (OverCurrent Protection Device, overstroombeveiliging) en SCPD (Short Circuit Protection Device, kortsluitbeveiliging) maar eerlijk gezegd zie ik die niet snel algemeen gebruik worden, terwijl de diverse termen voor aardlekdingen nu al aardig gangbaar zijn bij het beschrijven van huisinstallaties in het Engels, althans afgaande op mijn beperkte ervaring via het lezen van forums. Wat dat betreft zou ik de gangbare term MCB (Miniature Circuit Breaker, installatieautomaat) ook hebben verwacht, maar die gebruiken ze dan weer niet.
SPD (Surge Protective Device)
Wat betekent "geldig" hier? Ik zou "geldend" hebben verwacht, maar verderop in een tabelletje staan een aantal versies als "geldig" beschreven dus het zal vast geen typo zijn.
Dit is komen te vervallen. In plaats van een vast maximumaantal eindgroepen achter een aardlekschakelaar moet je nu beredeneren welke (capacitieve) lekstroom er door PE te verwachten is, en er niet meer eindgroepen achter doen dan er samen maximaal 9 mA (30% van 30 mA) doen lekken. Dat dat voor de meesten nagenoeg onmogelijk is om te beredeneren, maakt dat 4 groepen waarschijnlijk een goed uitgangspunt blijft. Maar we zullen de reflex om een 5e groep achter een RCD meteen af te keuren moeten afleren; dat wordt voortaan o.a. afhankelijk van welke versie van de NEN 1010 wordt gebruikt. En dat kán nu al de :2020 zijn.
Wat betreft de 4-polige aardlekschakelaars voor 1-fasegroepen... dat is dus weg. Dat vind ik opmerkelijk, want dat was net een nieuwe eis in NEN 1010:2015, later afgezwakt tot advies om 't niet te doen, en nu dus kennelijk verdwenen. Ik vraag me af waarom; het leek me een goed advies.