Pas theorie-examen gehad en er kwamen een aantal vragen voorbij die ik niet wist en niet in mijn boek staan en ook een aantal vreemde vragen. Ik hoop dat iemand mij hiermee kan helpen. Ik heb even ter verduidelijking situatieschetsen gemaakt om zo een duidelijker beeld van sommige vragen te maken.
Eerst de vreemde dan maar.
1. Moet u uw dimlicht voeren? [SITUATIE:] Motor rijdt buiten de bebouwde kom in het donker.
-> Naar mijn mening niet want je mag ook groot licht voeren. Maar er reed niets voor of achter de motor dus "moet u" vind ik een vreemde vraagstelling.
2. Staat u hier het veiligst? [SITUATIE:] Daglicht; Motor helemaal rechts geparkeerd en de man staat loodrecht tegen de vangrail op de vluchtstrook.
-> Je staat helemaal rechts. Echter had ik uit mijn boek (voor rijbewijs b dacht ik) dat ze blijkbaar van iedereen verwachten dat mensen
dan over de vangrail heen gaan klimmen omdat ze daar dan veilig staan. Dat is begrijpelijk maar hoe moeten al die oude, beperkt gehandicapten en dikke mensen dat doen dan?
Bovendien zit ik het meest veilig als ik over de vangrail klim, de bushalte op zoek en dan naar huis ga om de bank op te zoeken. Weer zo'n vreemde vraagstelling dus.
3. Hoe hard mag u hier? [SITUATIE:] Einde bord max 70, 1 rijbaan met 2 rijstroken die elkaar scheiden dmv een onderbroken streep. Ergens in de verte is er iets wat lijkt op
een vluchthaven maar ik kon het niet goed zien op die tv. Er stond in ieder geval geen bord bij dat daar een vluchthaven was dus ik had maar 80 ingevoerd.
En even om er nog maar eentje te geven. Er was ook een vraag waarbij men vroeg of ik hier gewaarschuwd werd voor een daling.
[SITUATIE:] Voor de motor zie je een helling met het bord van een helling. Het antwoord is dus nee want het is een helling en geen daling.
Best wel een belachelijke vraag vind ik. Het bord voor helling en daling is trouwens bijna hetzelfde. De zwarte driehoek is alleen gespiegeld.
Welke aanrijving vraagt het minste onderhoud? A) Cardanaanaandrijving;

Kettingaandrijving.
-> Stond niet in mijn boek en ik had geen idee wat een cardanaanaandrijving was. In 8 seconden heb je niet veel tijd om erover na te denken. Naderhand opgezocht en het bleek een cardanaanrijving te zijn.
Dan de vervelende vragen die ik wel had moeten weten.
4. Wie heeft er voorrang? A) De motor;

De auto. [SITUATIE:] Motor rijd op een dijk en rechtsonderdaarvan gaat een weg naar boven die de weg van de motor kruist (NIET 90 graden/wegen stonden niet loodrecht op elkaar) en daar reed een auto naar boven.
-> Aan de ene kant kan je zeggen, verkeer van rechts heeft voorrang, maar aan de andere kant kan het ook een uitritconstructie zijn. Ik ging ervan uit dat het een uitritconstructie was omdat er geen borden stonden en omdat de weg er niet loodrecht op stond.
Bovendien is het moeilijk voor de motor om de auto zien aan te komen. Maar ik weet het dus niet zeker. Graag uitleg hierover.
5. Wie heeft voorrang? A) De motor;

De voetganger. [SITUATIE:] Enkelbaansweg (1 rijstrook). Links daarvan kon je volgens mij niets zien maar rechts daarvan was een voetganger die wilde oversteken. Echter stonden er onderbroken streepjes loodrecht op de weg maar verder stonden er geen borden en haaientanden.
-> Ik dacht geen stoplichten, borden, haaientanden, zebrapad of kruissing is rechtdoorgaand verkeer gaat voor dus de motor heeft voorrang. Maar waarom staan die streepjes er dan? Om de voetganger te stimuleren (om de een of andere reden) om op die specifieke plek over te steken?