### artikel uit fd
Grootbanken zijn niet debet aan stilzwijgende kartelvorming – kijk eerst naar de luie spaarders
Timo Klein
De ACM is kritisch op de lage spaartarieven van ING, Rabobank en ABN Amro, maar heeft de verkeerde schuldige op het oog. Want waarom zou een bank in beweging komen, als de spaarder blijft zitten, vraagt Timo Klein zich af.
Bij andere banken zijn spaartarieven mogelijk hoger, maar spaarders stappen amper over. Foto: ANP / Peter Hilz
De spaarrentes bij de drie grootbanken ING, Rabobank en ABN Amro zijn verdacht laag. In een recent verschenen rapport komt de Autoriteit Consument & Markt (ACM) met de volgende diagnose: grootbanken stemmen hun spaartarieven stilzwijgend met elkaar af.
Het is niet illegaal, maar wel schadelijk. Alleen: klopt deze beschuldiging van stilzwijgende kartelvorming wel?
Economische theorie verklaart (al dan niet stilzwijgende) kartelvorming, door concurrentie te modelleren als herhaaldelijke interactie tussen een beperkt aantal grote bedrijven. Bedrijven hebben dan misschien de prikkel om prijzen hoog te houden – of, in dit geval, de spaarrente laag. Dat komt omdat ze inschatten dat een afwijking van de normale gang van zaken de concurrentie uitnodigt om in toekomstige interacties hetzelfde te doen. Het gevolg? Een ‘race to the bottom’, waarbij de winst van de bedrijven verdampt.
Zo’n race to the bottom is mooi voor ons als consument, want wij kunnen genieten van lagere prijzen – of in het geval van de banken: een hogere spaarrente. Maar het is dus minder mooi voor bedrijven. Dan maar liever stilzitten als bedrijf; dat levert op de lange termijn meer op.
‘Afstemming tussen concurrenten is illegaal, maar kan je de grootbanken dit werkelijk verwijten?’
Dit soort afstemming tussen concurrenten is illegaal – als dit expliciet gebeurt tenminste, bijvoorbeeld doormiddel van onderlinge communicatie. In bijvoorbeeld de Verenigde Staten kan je hier zelfs de bak voor in draaien.
Stilzwijgende afstemming is, zoals de ACM terecht opmerkt, echter niet illegaal. Het staat bedrijven immers vrij om zelf hun prijzen te bepalen of hun rentetarieven aan te passen – zolang ze dit in ieder geval maar onafhankelijk van elkaar doen.
Er is echter één probleem met de diagnose van stilzwijgende kartelvorming: het gaat er vanuit dat de banken eigenlijk een prikkel hebben om de rente omhoog te gooien, maar dat het vooruitzicht van de ‘race to the bottom’ hen tegenhoudt.
Maar deze prikkel is naar mijn idee allesbehalve vanzelfsprekend. Een hogere rente betekent namelijk óók heel veel extra kosten voor het bedienen van bestaande klanten. En daarbij is het nog maar de vraag hoeveel nieuwe klanten je met een hogere spaarrente aantrekt.
Wij als Nederland zijn inmiddels met z’n allen redelijk niet-geëngageerd als het aankomt op ons spaargeld – enkele uitzonderingen daargelaten. Bovendien kost overstappen naar een andere bank ook best veel moeite.
Kortom, gaan klanten werkelijk massaal overstappen naar een andere grootbank, wanneer er eentje de spaarrente met een procentpunt verhoogt? En als wij dat niet doen, kan de ACM het de grootbanken dan werkelijk kwalijk nemen dat ze de spaarrente niet verder verhogen?
Deze alternatieve diagnose – te veel niet-geëngageerde spaarders en te hoge overstapdrempels – ligt meer voor de hand dan stilzwijgende kartelvorming tussen de grootbanken. Hoewel de uitkomst hetzelfde is (te lage spaarrente), is het antwoord op de schuldvraag wél anders.
Bij stilzwijgende kartelvorming kunnen we beschuldigend naar de banken kijken. Bij marktfricties zoals on-geëngageerde spaarders en overstapdrempel is dat nog maar de vraag.
Lees het volledige artikel:
https://fd.nl/opinie/1526...ce=nieuwsbrief&utm_term=A
[
Voor 3% gewijzigd door
Datisraar op 12-08-2024 20:21
]