Nog even een leuke ballonnen doorprikker zo vlak voor de feestdagen.
Het poldermodel waarmee Nederland zich identificeert blijkt een poldersprookje te zijn, aldus Merijn Oudenampsen, de door @
Virtuozzo vaak aangehaalde socioloog/politicoloog.
https://www.groene.nl/artikel/het-poldersprookjeHet is een prachtig verhaal, dat in sterke mate het nationale zelfbeeld is gaan bepalen. In de strijd tegen het wassende water heeft Nederland een unieke eigen overlegcultuur ontwikkeld. Het polderen behoort tot onze volksaard. Nederland zou er zijn huidige welvaart en democratie aan te danken hebben.
Het verhaal ontstond als gevolg van de crisis van de jaren tachtig. Nederland deed het toen uitzonderlijk slecht, met een enorme werkloosheid en grote begrotingstekorten. Anders dan in Groot-Brittannië of in de Verenigde Staten echter, waar het tot felle conflicten kwam met de vakbonden, werd in Nederland nog overlegd. In het beroemde Akkoord van Wassenaar spraken werkgevers en vakbonden af om de lonen te matigen. In de jaren negentig kroop de Nederlandse economie weer uit het dal. Het was een opmerkelijke comeback, die internationaal veel lof oogstte. Al snel kwam de term ‘poldermodel’ op, om de Nederlandse aanpak te duiden.
In de economische boom van de late jaren negentig werd rond het poldermodel een soort nationale volksmythe geconstrueerd. Journalisten en historici stelden dat de wortels van het poldermodel helemaal terug reikten tot de zeventiende eeuw. Allerlei groepen burgers kwamen toen bij elkaar in de waterschappen, en in kalm overleg zochten zij naar een werkbare consensus. Het is opvallend hoe wijdverbreid dit verhaal is.
Er zit natuurlijk een kern van waarheid in: er is in Nederland een historisch gegroeide overlegcultuur en we hebben hier instituties als de SER en de Stichting van de Arbeid. Alleen hebben ook veel andere landen, geheel zonder polders, een cultuur van polderen. Daarbij is het polderen veel minder de norm in onze cultuur dan veelal wordt gesuggereerd. Dat was al zo in de negentiende eeuw, toen Willem I het land op autocratische wijze regeerde en de Nederlandse voorspoed deels te danken was aan dwangarbeid in Nederlands-Indië. Zelfs in de jaren tachtig, geboortegrond van het poldermodel, was de consensus beperkt en stonden de vakbonden en de SER vaak buitenspel. Ruud Lubbers kreeg internationaal de bijnaam ‘Ruud Shock’, omdat hij zonder overleg de ambtenarenlonen verlaagde.
Zo is de invloed van vakbonden sinds de jaren zeventig met grote sprongen afgenomen. Neem de inflatie, in de jaren zeventig werd die nog automatisch gecompenseerd in de lonen. Nu mogen werkenden al blij zijn als werkgevers een deel van het koopkrachtverlies vergoeden. Het Centraal en Cultureel Planbureau (CPB) voorspelt ondertussen dat het deel van het nationaal inkomen dat naar arbeid gaat volgend jaar daalt naar 71,8 procent, zo ongeveer het laagste peil sinds midden jaren zestig.
Het machtsevenwicht tussen vakbonden en werkgevers zodanig veranderd dat je nauwelijks meer van een model kunt spreken. De polder is kortom de benaming geworden voor de dominantie van het bedrijfsleven.
Dat bleek natuurlijk al uit het feit dat beleid veelal uitbesteed wordt aan “de maatschappelijke organisaties” zoals VNO-NCW of andere zogenoemde brancheverenigingen. Nadat de uitkomsten van bijvoorbeeld alle klimaattafels publiek werd was dat bijna niet meer te ontkennen.
Maar nog duidelijker was het hele dividendbelastingdebacle, waaruit bleek hoeveel macht de grote bedrijven (van oudsher) hebben in Nederland.
@
TheBrut3 deze post vind ik eigenlijk wel een goed antwoord op je post. Het algemene belang is ondergeschikt aan de B.V. Nederland (wat ik echt het meest misplaatste en schadelijkste frame van de laatste 15 jaar vind; een land c.q. overheid is geen bedrijf. Het is zelfs niet eens vergelijkbaar).
Hier nog een mooie link, over ons moreel zelfbeeld.
https://www.groene.nl/artikel/het-geordende-land-van-ooit
[
Voor 5% gewijzigd door
dawg op 22-12-2022 16:08
]