Het tweede. Dat is meetbaar trouwens in analyse van aanwezigheid topic/sentiment binnen Nederlands publiek debat. In zekere zin kan de term isolationisme gebruikt worden, maar die term dekt het slechts voor een deel. De grootste factor is eigenlijk dat Nederlanders op de een of andere manier de stimulans tot zich informeren verloren zijn.
Die is vervangen door een reflex van afwijzen van complexiteit, tevens van wegkijken van uitdagingen. En in zich snel verbreden patroon binnen sociale en electorale geografie, door een perverse en kortzichtige gulzigheid van korte afstand - iets wat binnen analyse van groepsdynamica zeer zorgwekkende indicatoren schept t.a.v. het nestelen van stimuli van sociopathie binnen paden van selectie / filter mechanismen daarvan.
Het is alsof de cultuur-historische narratieven slechts nog voor PR zijn, en niet als kaders voor gedrag. Tot zover Nederland Handelsland bijvoorbeeld. Maar ook binnen circuits van de oh zo kritieke correlaties MKB/R&D/Onderwijs loopt het spaak. Om het nog maar niet te hebben over hoe zoveel ondernemingen gestart worden (mooi) maar hoe weinig ervan ook voldoen aan de kaders & vereisten van onderneming (pijnlijk) en hoe weinig daadwerkelijk consolideert (schadelijk). Waarbij echt een rol van de oude vijf multinationals opgemerkt moet worden, men koopt leeg.
Kijk, ontwikkelingen uitwerken voor waarschijnlijkheid en potentieel en analyse van vereiste voorbereidingen en zo meer, het is allemaal niet moeilijk. Maar, het is een kwestie van willen waar het scheef gaat. De zogeheten Vloek van Cassandra is een reëel en meetbaar fenomeen binnen gedragsdynamiek van samenlevingen. Er ligt altijd een drempel om verder dan de drempel te kijken. Zeker wanneer we interen op prestaties uit het verleden en bijbehorende opbouw. Zeker wanneer de meer bepalende segmenten van electorale geografie zich niet bewust zijn van verschuivingen in gedragslijnen en hun kruimels volgen.
Het gaat dan allemaal goed. Niet zeuren, neusjes gelijk zetten. Saillant is dat we dan juist kunnen zien welke predisposities zich zo laten gelden. En dat zijn predisposities van gulzigheid en autoritarisme. Tja. Maar onze mening heerst.
Mening is het fundament geworden van bankieren als samenleving. Er is niets zo ondermijnend als dit in onze geschiedenis. En dan gebruik ik het woord "mening" als term voor een amalgaam aan gedragslijnen. Opinie, geloof, emotie. Zeker omdat het fenomeen mening juist de sterkste correlatie heeft met aanwezigheid van predisposities. Nu ja, dan knalt er een oude les van onze geschiedenis op tafel: wanneer mening bankiert en de reflex die van gulzigheid en autoritarisme is, tja, dat is een zelfversterkend proces.
Ligt gevoelig, maar het is een regel zonder uitzondering.
Wanneer gaan landen onderuit? Zelfs die vraag resulteert in reflexieve afwijzing. Terwijl het twaalf jaar geleden nog een volstrekt normale periodieke oefening was binnen bestuur & beleid - een basale vereiste van het aan de pols houden van de vinger in relatie tot meer dan subjectieve en selectieve statistiek, maar het uitwerken van lijnen van ontwikkeling en gedrag in relatie tot in het verleden geleerde lessen.
Tegenwoordig is dat botweg taboe. Visie is vies, dat is wat losgelaten wordt op een basale oefening van controleren of het fundament van je huis scheuren heeft of niet en of dat een resultaat is van ontwikkelingen buiten, of binnenshuis. Controleren is visie? I know, ridicuul. Maar het is integraal aan Nieuwe Beleidsfundamenten.
Dan zit er bij toch enig historisch bewustzijn. Wanneer landen rekeningen vooruit schuiven en volharden in status quo dan wel bankieren op perceptie daarvan, dat is wanneer landen onderuit gaan. Dat kan heel langzaam gaan, in een vorm waar generatie X de lasten van generatie Y draagt zonder op niveau van generatie X te mogen komen. Maar ook heel snel, vanuit disproportioneel toenemende kwetsbaarheid voor externe katalysatoren.
Maar hoe dan ook, status quo haalt zaken onderuit. Zonder uitzondering. Je werkt naar voren, je repareert en onderhoudt, je corrigeert en pas dan is bouwen iets wat bestendig kan zijn. Anders is het melken, en elke econoom kan uitleggen wat de consequenties zijn van kapitaalconcentratie binnen transfermechanismen tussen generaties.
Populisme: de weigering van complexiteit en de poging om simplistische antwoorden te formuleren op ingewikkelde vraagstukken middels gebruik van elke mogelijke prikkel van gedrag - i.p.v. moeite te doen voor gezonde participatie.