Krisp schreef op zaterdag 28 juli 2012 @ 23:10:
[...]
Om toch even op dit stukje in te gaan: je stelt enerzijds dat de gemiddelden zakken doordat er minder/geen duurdere huizen worden verkocht (wat ik voor waar aanneem, is een logische oorzaak) maar anderzijds dat mensen wel degelijk met lagere prijzen genoegen moeten nemen (in de minder rendabele segmenten). Hoe verhoudt dit zich tot elkaar? Is het merendeel van de nu verkochte woningen wel op de 'sweet spot'? Welke markten zijn dat dan? De startersmarkt lijkt bijvoorbeeld op slot te zitten, terwijl mij dat bij uitstek een sweet spot lijkt te zijn.
Er is geen duidelijke verhouding te noemen. Hoewel veel van mijn collega's het niet toe zullen geven staan wij allemaal te kijken van wat er nu aan de hand is. Het voorbeeld wat hierboven ergens (of in een ander topic) wordt genoemd van het appartement van 165k die naar 150k gaat maar nog niet verkocht wordt omdat een andere van 250k om wat voor reden dan ook naar 175k gaat en die van 150k onverkocht blijft is momenteel, weliswaar iets genuanceerder, gewoon keiharde realiteit. Er is natuurlijk ook meer aan de hand dan alleen de starters die niet kunnen kopen, maar het zijn wel veel kleinere factoren die je niet direct aan kan wijzen. Je bijvoorbeeld babyboomers die flink wat overwaarde opgepot hebben die, nu zij rond hun pensioen zitten, het prima vinden om met lagere opbrengsten genoegen te nemen en hun woningen laag prijzen en concurrerende woningen daarmee benadelen, Jan Modaal die voldoende spaargeld heeft en zijn appartement maar voor minder verkoopt omdat het gewoon te klein is voor twee kinderen en hij gewoon naar een woonhuis met tuin moet, echtscheidingen waarbij NHG het verschil (binnen bepaalde voorwaarden) dekt, allemaal gevallen die in een normale woningmarkt ook al voorkwamen maar door het veel hogere aantal reguliere transacties niet merkbaar waren in woningcijfers, dit houdt ook haast niemand bij. Dit zijn nu wel de transacties die nu plaats vinden, vaak in zekere mate noodgedwongen scherp geprijsd, die vanwege de veel lagere aantallen reguliere transacties van veel grotere invloed op de statistieken zijn. Het zijn dus geen sweet spots maar koopjes die je in elke markt wel zou hebben gehad. Overigens worden de gewilde/schaarse objecten die altijd al tegen de vraagprijs werden verkocht nog steeds tegen de vraagprijs verkocht.
Er is in veel gebieden nu ook letterlijk meer koopaanbod dan in het verleden. Een voorbeeld: In drukke gebieden zijn er vinexwijken neergezet. Bij de oudere wijken was het al eerder begonnen, bij de nieuwere wijken is het tijdens de crisis begonnen. Bij de grote steden kan je soms voor de prijs van een appartement van 60 m2 in het centrum ook in een vinexwijk in een woning van 160 m2 met tuin zitten voor hetzelfde geld. Veel vinexwijken staan constant in de uitverkoop. Dat komt door scheidingen en omdat het vaak gaat om mensen van dezelfde leeftijd met hetzelfde inkomen en dezelfde gezinssamenstelling die op hetzelfde moment meer gaan verdienen, groter willen wonen, ontslagen worden, kinderen naar de middelbare school moeten etc. Vaak speelt ook het gebrek aan goede infrastructuur en voorzieningen een grote rol.
(Crisis of niet, vinexwijken moet je vermijden, koop het liefst in een klein project in een inbreidingswijk)
Dus: starters krijgen minder gefinancierd, kopen dus minder, er zijn dus minder kopers. Daarnaast kopen Starters die wel gefinancierd krijgen de inmiddels veel lager geprijsde doorstroomwoningen en degene die zijn starterswoning verkoopt en eigenlijk door had moeten stromen blijft dan zitten (één transactie). Als de starter de starterswoning had gekocht en de doorstromer de doorstroomwoning had gekocht waren er minimaal twee transacties geweest, degene die de doorstroomwoning verkoopt moet immers ook ergens naar toe, dus eigenlijk drie.
Als meer starters wel een financiering krijgen leid dat dus meerdere keren tot twee, drie, vier transacties. Daar moet het mee beginnen.