volgende alarmerend artikel, dit keer specifiek gericht op nederland. ik zal enkele stukjes quoten, het is best een lang artikel (leestijd +/- 20mins):
Natuurlijk, dijken worden opgehoogd en rivieren krijgen hier en daar wat extra ruimte. Maar is dat voldoende? En vooral: voor hoe lang? De zeespiegelstijging is nog lang niet voorbij en gaat mogelijk een stuk sneller dan we eerder dachten. De grote vraag is of het Nederland zoals we dat nu kennen wel te handhaven is.
In dit verhaal komen diverse Nederlandse zeespiegelspecialisten aan het woord, die tot nog toe hun zorgen vooral uitten binnen de eigen kring. Zo hebben klimaatonderzoekers en glaciologen groeiende twijfels over de stabiliteit van de Antarctische ijskap. De zeespiegelstijging kan hierdoor fors versnellen. En dat heeft grote consequenties voor Nederland, aldus deskundigen die kijken naar de gevolgen van de zeespiegelstijging. Om het zeewater tegen te houden, moeten de dijken hoger. De polders daarachter komen dan relatief dieper te liggen, waardoor ze kwetsbaarder worden, en ook duurder in onderhoud. En die hogere dijken vormen ook zelf een probleem: ze voorkomen natuurlijke opslibbing, waardoor onze delta niet kan meegroeien met de oprukkende zee.
Wie het zeespiegelonderzoek de afgelopen jaren heeft gevolgd, ziet een toename in het ijsverlies op zowel Groenland als Antarctica. Ook uit satellietwaarnemingen blijkt dat de zeespiegelstijging mondiaal aan het versnellen is. In de twintigste eeuw lag de wereldwijd gemiddelde snelheid onder de 2 millimeter per jaar, na de eeuwwisseling was het al rond de 3 millimeter en in de afgelopen tien jaar is dat opgelopen naar 4,3 millimeter per jaar. Die versnelling zal doorzetten, maar het is natuurlijk onzeker hoe hard. De vooruitzichten voor het vervolg van deze eeuw lijken steeds somberder te worden. Rekende het laatste IPCC-rapport (2013) nog in decimeters, nu komen steeds vaker studies voorbij – ook van ons eigen KNMI – die rekenen in meters, als alles tegenzit. Daarbij wordt uitgegaan van blijvend hoge CO2-emissies en mogelijke processen die het smelten en afbreken van ijs aan de randen van de grote ijskappen versnellen. Als je daar bovenop ook nog een statistische pechmarge meeweegt, kom je op het meest ongunstige scenario: een zeespiegelstijging van 292 centimeter in 2100.
Die bovengrens is bijna het drievoudige van wat wetenschappers een jaar of tien geleden voor mogelijk hielden. Nou is het meest ongunstige scenario bepaald niet het meest waarschijnlijke. Maar ook 1 meter is veel water. En nog veel belangrijker: het houdt niet op na 2100. Integendeel: de mens zet op dit moment een zeespiegelstijging in gang die het uiterlijk van onze planeet voor millennia zal beïnvloeden.
‘We moeten een gecontroleerde terugtrekking op termijn gaan overwegen,’ zegt polair meteoroloog Michiel van den Broeke van het Instituut voor Marien en Atmosferisch onderzoek (IMAU) van de Universiteit Utrecht. Hij beklemtoont dat er grote onzekerheden zijn als het gaat om bijvoorbeeld het ijsverlies op Antarctica. Nu is dat nog kleiner dan op Groenland, maar het ijsverlies is in de afgelopen tien jaar wél verdrievoudigd. Zet die versnelling door?
Van den Broeke krijgt bijval van zijn Utrechtse collega Roderik van de Wal: ‘De enorme effecten op lange termijn worden doorgaans veronachtzaamd. In Nederland bestaat erg de houding dat we met adaptatie de problemen wel zullen oplossen. Dat is een misvatting.’
gelukkig doen we meer dan voldoende tegen klimaatverandering.Tijdens de klimaattop in Katowice in december 2018 was een Zeeuwse delegatie aanwezig om hun zorgen te uiten over de nieuwe inzichten van versnellende zeespiegelstijging. De Oosterschelde-stormvloedkering is er bijvoorbeeld helemaal niet op gebouwd, sprak wethouder Cees van den Bos van Schouwen-Duiveland – die opriep tot een volwaardige discussie.
Minister van Infrastructuur en Waterstaat Cora van Nieuwenhuizen (VVD) was er bij de NOS vlug bij om te zeggen dat ze de zorgen van de Zeeuwen goed begreep – en zelfs dat de uitkomst van Katowice ‘voor Nederland van levensbelang’ is. Maar ze stelde ook dat de discussie die Van den Bos wil al loopt. ‘Zo worden alle waterkeringen eens in de zes jaar tegen het licht gehouden. En werkt het KNMI aan nieuwe klimaatscenario’s voor Nederland,’ aldus de minister. Haar uitspraak illustreert de houding van politici en beleidsmakers in Nederland: gaat u allen rustig slapen, wij waken over u! Maar als je eens in de zes jaar met een zaklantaarn op een stormvloedkering schijnt, wordt-ie niet ineens twee of drie meter hoger – of beter nog, volledig oprekbaar. En om voor klimaatzaken te verwijzen naar het KNMI is in deze context ook een beetje pijnlijk, want bij het instituut is nog maar 1,2 fte beschikbaar voor zeespiegelonderzoek. Dat past helaas in een lange trend. Nederland had ooit de Rijks Geologische Dienst, een nationaal niet-commercieel onderzoekscentrum dat bij de enorme uitdagingen waar we in onze delta voor staan onmisbaar werk had kunnen verrichten. Maar toenmalig minister van Economische Zaken Hans Wijers (D66) besloot de dienst in 1997 op te heffen als onderdeel van de voortdurende privatiseringen.
