Ik vond ook nog een leuke om de Ta aan de afgiftekant (iets) omhoog te krijgen.
Mijn systeem heeft een buffervat (tekening LW 1001 PB). De afgiftekant heeft een eigen ΔP pomp. De laadpomp GP12 staat op automatisch toerental.
Blijkt dat die "automatische" stand beter "domme" stand kan heten. Bij de start van een run gaat die naar 100%, om vervolgens langzaam af te nemen. Ik nam, ten onrechte, aan dat die dan zou stoppen op het optimale punt. Helaas daalt die gewoon door tot 1%.
Gevolg is dat de WP lekker warm water maakt, dat met slakkentempo richting afgifte pompt, alwaar de ΔP pomp, die met veel hogere snelheid draait, het lekkere warme water vermengt met het retourwater wat via de buffer komt. De Ta (BT25) richting vloer was dus veel lager dan wat er vanaf de WP (BT12 of BT63) kwam.
Doelstelling was om het debiet van beide pompen ongeveer gelijk te krijgen, zodat er zo min mogeleijk vermenging via de buffer plaatsvindt.
Het is gelukkig mogelijk om de minimale snelheid van GP12 in te stellen. En ook eenvoudig om de het juiste percentage te vinden (had de SMO40 ook zelf kunnen doen). De snelheid net zo lang verhogen totdat BT63 en BT25 (bijna) gelijk zijn. En dan een paar procent daaronder gaan zitten, want het kan ook de andere kant op schieten. Dus vooral er op letten dat BT3 niet warmer wordt dan Tr (BT71). Dan gaat namelijk het omgekeerde gebeuren.
Met deze aanpassing ging mijn BT63 met 2°C omlaag en BT25(Ta) met 1,2°C omhoog. Bt71(Tr) bleef gelijk. Netto dus een hogere ΔT over de vloer en een lagere ΔT over de WP.