Dat is niet zo eenvoudig als het lijkt.
Virus 1 heeft een R0 waarde van 2 en virus 2 van 10. Virus 1 hospitaliseert 2%, virus 2 hospitaliseert 1% van de geinfecteerden.
Aannames: constante omstandigheden en geen herinfectie binnen dezelfde golf. Generatietijd 4 dagen.
In het ene geval zal in de opgaande flank van de golf (het deel tot R onder 1 zakt) 50% van de bevolking een infectie oplopen. 1% van de bevolking komt in in die periode in het ziekenhuis, en die periode duurt ongeveer 96 dagen.
Virus 2. 90% van de bevolking raakt geinfecteerd, 0.9% in het ziekenhuis. Dat ontloopt elkaar weinig. Het grote verschil is dat deze fase slechts 31 dagen duurt. De bulk ban de opnames is iets kleiner maar komt veel sneller.
Nou is een R-waarde die een factor 5 verschilt wel een heel extreem voorbeeld.
Laten we dat relatieve “virus 2” modelleren naar wat delta/omicron ratio’s. Virus 2b is ongeveer 55% besmettelijker en brengt 33% minder hospitalisatiekans.
Dat zou virus 2b op de opgaande flank ongeveer 68% van de bevolking infecteren en 0.9% in het ziekenhuis sturen, in een periode van ongeveer 61 dagen.
Ten opzichte van virus 1 dus een kortere golf in het ziekenhuis, maar wel met 40% meer opnames per dag.
Een stap verder naar wat we bij omicron zien: de patienten blijven veel korter in het ziekenhuis. Daardoor blijven de bedden ondanks de hogere opnames toch nog iets leger dan eerst. En nog een stap verder: die extra besmettelijkheid van variant 2b tov variant 1 smelt als sneeuw voor de zon als je mensen een boosterprik geeft. Omdat binnen enkele weken een groot aantal ouderen de prik heeft gekregen, zakken de opnames in die periode net zo hard in als ze opkwamen, per saldo blijven ze dus redelijk lang laag en nemen ze pas tegen het eind van de golf wat toe.