U heeft bezwaar gemaakt tegen twee besluiten die de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM)25
namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat heeft genomen. In deze besluiten heeft de ACM 1
1
de vergunningen voor het leveren van elektriciteit1 en gas2 aan kleinverbruikers van Welkom Energie B.V.
M
W
u
(hierna: Welkom Energie) ingetrokken.
B
z
e
D
n
s
e
t
n
De ACM begrijpt uw bezwaren als volgt. De overname van het klantenbestand van Welkom Energie door
r
a
H
a
Eneco Consumenten B.V. (hierna: Eneco) had door de ACM in haar concentratiebesluit niet aangemerkt
a
t
a
4
1
g
mogen worden als concentratie als bedoeld in artikel 27, eerste lid, onder b van de Mededingingswet.3 0
Volgens u had deze concentratie daarentegen moeten worden aangemerkt als een fusie als bedoeld in w
7
w
artikel 27, eerste lid, onder a van de Mededingingswet. Door deze fusie is Welkom Energie onderdeel
0
w
7
.
geworden van Eneco en kan niet langer worden gesteld dat Welkom Energie niet meer aan de
a
2
c
2
m
vergunningsvoorwaarden voldoet. Eneco voldoet namelijk wel aan de vergunningsvoorwaarden en haar
2
.
0
n
leveringsvergunning is niet ingetrokken, noch is daartoe een aanvraag ingediend. Onder deze
l
0
0
omstandigheden kon de ACM niet overgaan tot het intrekken van de leveringsvergunningen van Welkom Energie. U verzoekt de ACM daarom de besluiten tot intrekking van de leveringsvergunningen van Welkom Energie te vernietigen.
De ACM beoordeelt uw bezwaar als volgt. Tegen de intrekkingsbesluiten staat op grond van artikel 7:1, in samenhang bezien met artikel 8:1, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), bezwaar open voor belanghebbenden. Om als belanghebbende in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Awb te worden aangemerkt, moet sprake zijn van een rechtstreeks bij het besluit betrokken belang. Op basis van vaste rechtspraak moet voldaan worden aan vijf cumulatieve criteria om als belanghebbende te worden aangemerkt. Er moet sprake zijn van een eigen, persoonlijk, objectief bepaalbaar, actueel en rechtstreeks belang.
Het vereiste van het hebben van een persoonlijk belang houdt in dat het belang, gelet op de ter zake dienende feiten en omstandigheden, in voldoende mate onderscheiden kan worden van de belangen van anderen.4 Dit vereiste vloeit voort uit de woorden 'wiens belang rechtstreeks betrokken is' in artikel 1:2, eerste lid, Awb. Ook een persoon van wie misschien kan worden gezegd dat hij enig belang heeft, maar
1 Besluit met kenmerk ACM/UIT/562701.
2 Besluit met kenmerk ACM/UIT/562699.
3 Besluit met kenmerk ACM/UIT/563601.
4 Uitspraak College van Beroep voor het bedrijfsleven, 11 mei 2017, ECLI:NL:CBB:2017:139, r.o. 7.1.
ACM/UIT/569885
ACM/UIT/569885
Autoriteit Consument en Markt
Zaaknr. ACM/21/168173 / Documentnr. ACM/UIT/569885
zich op dat punt niet onderscheidt van anderen, kan niet worden beschouwd als een persoon met een persoonlijk belang. Het vereiste van een persoonlijk belang is door de Rechtbank Rotterdam, de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) en het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) zo ingevuld, dat “het bij het besluit betrokken belang zodanig moet zijn dat de betrokkene zich daarmee in rechtens relevante mate onderscheidt van (al dan niet tot een - grote - groep behorende) andere betrokkenen”.5
Van een dergelijk onderscheidend belang is in uw geval volgens de ACM geen sprake. De intrekkingsbesluiten hebben immers gevolgen voor alle afnemers van elektriciteit en gas bij Welkom Energie. Niet gebleken is van omstandigheden waarmee u zich in voldoende mate onderscheidt van de belangen van deze andere afnemers van elektriciteit en gas van Welkom Energie. U bent daarom niet aan te merken als belanghebbende bij die intrekkingsbesluiten. Omdat u vanwege het ontbreken van belanghebbendheid niet ontvankelijk bent in uw bezwaar, komt de ACM niet toe aan een inhoudelijke behandeling van de door u naar voren gebrachte bezwaargronden.
De ACM verklaart namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat uw bezwaar niet-ontvankelijk omdat u geen belanghebbende bent in de zin van artikel 1:2, eerste lid, Awb.
Hoogachtend,
Autoriteit Consument en Markt,
namens deze,
mr. M.T.P.J. van Oers
Directeur Juridische Zaken
Als u belanghebbende bent, kunt u beroep instellen tegen dit besluit. Stuur uw gemotiveerde beroepschrift naar de Rechtbank Rotterdam, Sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam. Dit moet u doen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit bekend is gemaakt. Meer informatie over de beroepsprocedure vindt u op
www.rechtspraak.nl. U kunt ook digitaal beroep instellen, via
www.rechtspraak.nl. Daarvoor moet u beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.
5 Uitspraak Rechtbank Rotterdam 11 maart 2003, ECLI:NL:RBROT:2003:AF5745. Hierin verwijst de rechtbank naar: ABRvS 3 juli 1998, ECLI:NL:RVS:1998:AP6493, AB 1998/332, en 6 augustus 2003, ECLI:NL:RVS:2003:AI0789 AB 2004/168 en van het CBb van 15 januari 2003, ECLI:NL:CBB:2003:AF4118, AB 2003/93.