Er is in wetenschappelijk opgezette blinde luistertests nooit aangetoond dat goed functionerende versterkers, DAC's etc tot significant onderscheidbaar geluid leiden. DIt bewijst uiteraard niet sluitend dat het ook niet zo
is. Dat kan je niet bewijzen). Daarom ligt de bewijslast eigenlijk andersom

.
Floyd Toole heeft op zeer wetenschappelijke manier angetoond dat mensen luidsprekers goed onderling kunnen onderscheiden (zijn doel was niet om dit te bewijzen, maar zijn doel was om een "kwaliteitsgetal" van ruimtelijke 360° response metingen van die luidspreker te valideren)
Waarom vinden "wij" een luidspreker (en zijn akoestiek) de bepalende factor en is de rest eigenlijk amper belangrijk? Ik zal eens een poging doen dat verder toe te lichten, en ik houd het dan even op lineaire respons om het verhaal ietsje eenvoudig te te houden.
Mensen kunnen verschillen in lineaire respons behoorlijk goed horen. Hoe meer richting de 200hz - 3Khz range, hoe gevoeliger het gehoord (verschillen zo klein als 0,5db zijn dan al goed hoorbaar in ABX testen). Daarboven en daaronder wordt het al wat moeilijker onderscheidbaar. Hifi dicteert een bereik van +/-3db voor 20hz - 20.000hz. Ik stel daarnaast dat het tussen de 100Hz en 5.000hz ook wel +/- 0,2db mag zijn. Ik noem dat "akoestisch transparant".
Nu is een luidspreker eigenlijk altijd al zeer imperfect, hierboven staan twee berichten die dat toelichten. Ik zal er nog eens een plaatje bij plakken, de Kef LS50 (een goede speaker!). De frequentierespons moet eigenlijk vlak zijn, maar hij fluctueert +/- 2db (wat erg goed is voor een speaker overigens

):
Dit is ook nog eens gemeten op 90° voor de luidspreker, in een dode ruimte. In werkelijkheid is het geluid door de ruimte nog meer vervormd (de "in room response"). Een ruimte doet namelijk twee hele grote dingen. Hij voegt staande golven toe onder ~200Hz (die overheersen dan het klankbeeld van het laag met piekenen dalen van wel +/-20db, ongeacht de kwaliteit van de luidspreker). Hierbij een random plaatje van internet als illustratie van een (slechte, maar op zich redelijk typische) in room response van laag:
Daarnaast voegt de kamer reflecties toe aan het geluid. Die reflecties geven het geluid ruimtelijkheid (laat het minder als een hoofdtelefoon klinken), maar die reflecties zijn van het geluid dat onder andere onder hoeken ("off axis") van 15-90 graden uit de luidspreker komen en die reflecties klinken anders an het geluid dat er recht voor uit komt. Hier een voorbeeld van een speaker waar iemand er trots op was dat off axes zo goed gelukt was:
Die blauwe lijn voor de duidelijkheid loopt zo'n 2-3 db op in het voor oren zeer gevoelige gebied 1,5-2,5Khz. De bovenste lijnen, laten juist daar een dip zien, in totaal is de speaker daar ineens heel erg aan het "rondstralen" en dit kan resulteren in een vreemd effect rond de 2Khz (zal ik nog een keer zeggen dat dat een hele gevoelige frequenite is?

) Die blauwe lijn is weergave onder de grootse hoek en kan een reflectie worden. Die reflectie zal het klankbeeld negatief beinvloeden.
Op zich kunnen je oren vrij aardig direct en gereflecteerd geluid onderscheiden en het directe geluid is hoofdzakelijk bepalend voor de klank, mar de reflecties beinvloeden de klank zeer zeker. De meeste fabrikanten lukt het vrij aardig (zie LS50 respons hierboven) om een respons recht vooruit recht te hebben, maar onder hoeken gaat het vaak matig. Klankverschillen tussen luidsprekers wordt voor een groot deel door reflecties en 'linaire directivity' bepaald, waarbij een luidspreker die een heel linaire directivity heeft het best klinkt (bron: onderzoek floyd toole). Meestal zie je rond de wisselfrequentie (1500- 4000Hz) waarbij de ene speaker het geluid van de andere overneemt, ineens hele gekke sprongen in directivity. Dit is nog eens in het gebied waar we als mens heel gevoelig zijn voor geluid en verschil.
@
aljooge
en zo vaak weerlegd met hele goede betrouwbare bronnen.
Hier is het lastig dat ik niet zo goed weet wat je bedoelt met
wat er precies weerlegd is. @
Jag zegt "versterkers en DAC's persteren nagenoeg perfect". Dit is een breed statement waarbij je "perfect" kan invullen zoals je wilt. Ik weet dat Jag bedoelt "Versterkers en dac's presteren nagenoeg perfect
vergeleken met luidsprekers. De verschillen die je ertussen kunt meten zijn nagenoeg onhoorbaar". Die laatste stelling kan je onderbouwen op twee manieren:
1. Nagenoeg alle apparaten zijn wat je "akoestisch transparant" bij thuisgebroik kunt noemen (simpel gezegt, lineair +/- 3db tussen 20 en 20.000Hz en daarbovenop +/- 0,2db tussen de 200 en 5.000Hz. THD van pakweg onder de 0,5% en een ruisniveau wat minimaal op 60-70db onder het signaalniveau ligt en in een woonkamer haast onhoorbaar is. Bijna alle versterkers en dacs voldoen aan deze specs. En als ze er niet aan voldoen, is het verschil (zoals bij
deze sonos) wel goed meetbaar. Maar ook bij dit appraat is het geluid met 0,5db toename van het hoog oplopend van 5000 - 10.000Hz nét wel of nét niet hoorbaar. Daarmee is die sonos geen perect apparaat in de strict technische zin, maar is het verschil tussen die versterker en een andere waarschijnlijk nét (met veel moeite, in een stille ruimte, en alleen met ABX testen) hoorbaar.
2. In wetenschappelijk opgezette tests, worden nooit verschillen gehoord tussen dac's en versterkers die akoestisch transparant zijn
Dit is de response van de analoge ingang van de sonos (blauwe lijn, let op schaal vergeleken met de speaker)
Je kan de "nagenoeg perfect" (van de quote van @
Jag) ook interpreteren als "Een versterker moet perfect 0,1db lineair zijn in het hele bereik, een DAC moet een ruisniveau van 109db hebben, mag geen jitter hebben, THD moet ver onder de 0,01% liggen en ik hang daar een "SINAD" score aan, die heel slecht is. Dat is niet wat er bedoeld is.
Het is ook niet zo relevant voor de hoorbaarheid en de impact van apparaten. Je kunt wel enorme verschillen meten en die in allerlei scores uitdrukken. Alleen ben je dan nagenoeg perfecte apparaten (qua akoestische transparantie) aan het scoren tussen "totaal perfect" en "bijna totaal perfect". Daar loopt op het audioscience forum ook een leuke discussie over overigens:
The relevance of measurements to audible quality of sound (antwoord, het is complex, zeker bij harmonische vervorming die ik versimpel tot "0,5% THD" is hoorbaarheid en impact afhankelijk van frequentie waarop het gebeurt en de orde van vervorming).
"De keten is zo sterk als zijn zwakste schakel". Dat klopt! Je geeft daarom aandacht aan de zwakste schakels

. Hier onderscheid ik vier catagorieen (van audiofielen

):
De 1e catagorie: Veel aandacht en geld besteden aan dingen als digitale connecties, blokjes hout aan je speaker, audiofiele netwerkswitches en allerlei dingen waarvan er niet eens een theoretisch werkingsprincipe bekend is waarom het beter zou klinken. Dat is leuk als hobby en je hoort inderdaad verschillen. Vrij duidelijk veroorzaakt door biasses.
Dan de 2e catagorie: Analoge kabels verbeteren. Hele lange en hele dunnen speakerkabels, kunnen geluid beinvloeden (honderden meter lang, zeer dun) en zilver geleid anders dan koper, geleid anders dan aluminium. Het oxideert anders. Een kabel kan als een soort elco werken en daarmee een filtereffect hebben. Allemaal feitelijke waarheden. Maar de analoge kabels doen helemaal niets met het signaal in het hoorbare bereik. Hier aandacht aan besteden is leuk, maar ook hier is het niet iets dat tot hoorbare verschillen leidt.
Dan de 3e catagorie. Versterkers, dac's, etc. Hier kan je duidelijk verschillen meten (zie metingen op audiosciencereview). Na het kopen van een nieuwe versterker hoor je duidelijk verschil. Je vriendin (die het helemaal niets boeit) hoort het ook! Echter in luistertesten zijn de verschillen amper hoorbaar en als je de metingen kritisch bekijkt, zijn dat allemaal systemen die of akoestisch transparant zijn, of waarvan de verschillen met zeeeeeeeer veel moeite nét hoorbaar zijn.
En dan de laatste catagorie: Luidsprekers en akoestiek. Heeft aantoonbaar (blinde testen, wetenschappelijk uitgevoerd, gedocumenteerd door Floyd Toole) hoorbare impact op geluiskwaliteit. Aan akoestiek is in veel gevallen niet zoveel te doen. Aan luidsprekers wel. De twee problemen (reflcties en staande golven) zijn redelijk aan te pakken met akoestische maatregelen, maar die zijn lelijk. Zonder extreme akoestiche maatregelen kan je het ook aanpakken met "constant directivity luidsprekers" voor de reflecties (dit moet je zeker niet willen equalizen!) en met meerdere (kleine) actieve subs die elkaar actief corrigeren (multisub, behoorlijk complex en moeilijk bereikbaar).
Wat stoort is dat er extreem veel focus op soms 1, vaak 2 en maar altijd op catagorie 3 wordt gelegd door audoifielen, terwijl dat in essentie een marginale impact op hoorbare geluidskwaliteit heeft. Ieder mag uiteraard voor zichzelf beslissen waar de aandacht aan besteed dient te worden. En het blijft een hobby. Ik heb ook rotel eindversterkers gekocht, want 'voelt lekker'. Ik gebruik ook geen dropveters als kabels, ik vind koper mooi spul en wil voor RCA kabels net ff wat stevigers hebben (Procab kabels van Bax shop). Digitale kabels zijn (na veel frustratie en vage problemen) allemaal high-speed-hdmi van de action en alles (4k,HDR) werkt nu als een zonnetje

.
Wat nog storender is, is dat in adviestopics gedaan wordt alsof versterkers en DAC's een bepalende factor zijn in geluidskwaliteit, terwijl de dominant (99%) bepalende factor voor hoe het geluid van die set klinkt, echt bepaald wordt de ruimte en de speakers. Daar zit zoveel imperfectie in.
De essentie voor als je echte verschillen wilt weten is: Wantrouw je eigen waarneming, objectiveer alles zoveel mogelijk met relevante criteria ("er is verschil hoorbaar in een levelmatched dubbelblinde ABX test" is denk ik het beste criterium) en onderzoek op wetenschappelijke manier wat belangrijk is.
De essentie voor genieten is: Doe gewoon wat je leuk vindt.
De essentie van adviseren op tweakers is: Als je heel stellig adviseert dat er heel veel belang en geld aan catagorie 1, 2 of 3 besteed dient te worden, dan krijg je daar respons op van een flink aantal mensen die objectiviteit aanhangen

.