Number10 schreef op woensdag 30 december 2020 @ 18:46::
[...]
We zijn het niet met elkaar eens over de journalistiek volgens mij. Bovenstaande laat zien dat ze toch echt wel in staat zijn om de ‘meta arena’ in te duiken. Persoonlijk hecht ik over het algemeen veel waarde aan het werk van de journalistiek en valt er (bewust) ook weinig aan te sturen wat betreft beleid. Een Wob-toetsing zoals ik dus eerder beschreef (die je wel met beleid kunt vormen) kan de journalistiek voorzien van hetgeen ze nodig hebben voor adequate berichtgeving,
Nee, maar ik begrijp waar je vandaan komt, en ik begrijp ook waar de verwarring zit.
Journalistiek is niet enkel maar puzzelen en doorgeven, het heeft in ons bestel een meervoudige functie. Dat omvat meer dan het uitpluizen van micro niveau data en het in beeld schetsen voor macro arena.
Een kritiek aspect van die functie van Fourth Estate is controle op het bestel pur sang, en dat omvat het hapklaar maken van ook pijnlijke analyse van kwesties voor rol, consequentie en effect van (gedrag en denken van) elke component van bestel. Voor projectie naar toetsing van invloeden op collectieve en individuele belangen.
In deze kwestie staat centraal een reeds lang aanwezige doelgerichte agenda tot instigeren van veranderingen en verschuivingen die niet conform het ontwerp en functionaliteit van ons bestel zijn, vanuit een ontwikkeling en investering in denken en handelen die avers is aan behartiging van het aan politiek en overheid verstrekte mandaat. De basis van dat alles is pur sang gulzig geloofsgedrag. Dat klinkt misschien cru, maar het is de realiteit.
Hoe gestoord is het dat een Edmund Burke Stichting een van de pijlers is van onderzoeksopdrachten van een Teldersstichting voor adviezen ter versterking van een bitter conservatieve agenda van herordening - en laten de beleidsfundamenten een op een overeenkomen met de basiselementen van ideologisch beleid. Er zit zoveel achter de agenda en het denken - waar journalistiek al twintig jaar omheen draait - dat het echt niet leuk meer is. En steeds meer daarvan valt buiten WoB bereik.
Meta niveau is het niveau van gedachtegoed, van netwerkverbinding, van invloed en van beïnvloeding. Dit is het niveau waar narratief geschapen wordt. Als daar iets mis zit is alle energie die zich op andere niveaus richt maar niet raakt aan het hapklaar inzichtelijk maken van aanwezige meta niveau problematiek een totale verspilling.
Het spijt me, maar er is niets in Nederlandse media van welke pijler dan ook die zich op meta niveau begeeft. Het gros van oorzakelijkheid zit in eigen blinde vlekken in combinatie met bias van eigen groepsdynamica. Met een scheut van afname van beschikbaarheid van blikveld, middelen en kwaliteit in algemene zin vanuit impact commerciële druk en vervluchtiging van markt.
Het is hard om te zeggen, en ja er zijn media die heel nauwgezet de details, de data, de segmenten, de knooppunten en de beslissingsbomen in kaart brengen. Maar men vertaalt het niet conform opdracht bij rol en functie. Men trekt de handen af van het meta niveau vanuit op macro niveau enkel vragen stellen voor politieke dynamiek en opinie.
Logisch, want men wordt bij alle aanwezige druk en beperkingen aan alle kanten gemasseerd door een legioen aan communicatiemedewerkers en adviespunten die druk netwerken om het blikveld te beperken. Als ik bij mijn werkzaamheden zo af en toe spreek met journalisten, dan zijn Nederlandse media het grapje van media in landen om ons heen. Zoals een kennis werkzaam bij der Spiegel het omschreef “Nederland heeft geen vierde macht meer, het heeft signaalversterkers die meelopen”.
Hard, maar ik kan haar geen ongelijk geven. Als ik puur zie hoe vaak ra’s van het communicatiecentrum van het EP basale zaken aan de top journalisten van Nederlandse bodem uit moeten leggen? Topje, ijsberg. En dan de nieuwe trend van datajournalistiek, het is om versteld bij te staan hoe een Pointer buiten spel gezet wordt wanneer men aan de slag wil met het doortrekken van conclusies naar politieke arena. Er wordt redactioneel bot aan voorbij gegaan. Om het over commerciële media niet te hebben, het spijt me, maar waar de lower thirds verkocht worden in gepolitiseerd netwerk van lobby is er geen ruimte voor welk meta perspectief dan ook. Enkel wanneer iets buiten beeld valt van het communicatielegioen van advieskringen is het mogelijk ergens impact te scheppen, en media zelf doen het niet.
Nogmaals, ja journalistiek gaat diep. Maar men gaat breed noch hoog. Noem mij een medium wat een informatievoorziening heeft bij deze kwestie waar men de lezer uitlegt bij welk narratief en denken de drivers van beleid hun oorsprong hebben en wat de resultaten daarvan voor de burger niet betrokken in een kwestie betekenen. Waar men de ideologie benoemt, de betrokken invloed aanwijst, uitlegt hoe bewust geïnvesteerd wordt in het scheppen van organisatorische en bestuurlijke syndromen als mechanisme. Waar men ook de lezer wijst op eigen aandeel. Én op eigen aandeel als macht. Want de reden waarom de personen met awards in deze kwestie strikt zich beperken tot macro perspectief is heel bot gezegd het eigen aandeel in het faciliteren van bereik van gedachtegoed achter het fundament en oorsprong van de verschuivingen bij eerdere kwesties.
Zoals ik eerder al zei, ik heb wel eens een appeltje te schillen met Rutger Bregman, maar hij heeft meer dan een punt met zijn wijzen op het eigen aandeel in de affaire van Nederlandse media en het totaal ontbreken van enige bereidheid tot post mortem.
Ik leg het nu even hard op tafel, maar met het volgen van dat communicatielegioen die alle informatiestromen bij deze kwestie verzorgt ligt voor media een bittere blinde vlek ten aan zien van gebruik van hen als gereedschap bij het glad trekken van deze kwestie. Net als de gemiddelde burger ontbreekt het vanuit technisch en economische focus aan blikveld, en vanuit aanwezige groepsdynamica zit er structurele bias ten aan zien van die aanwezigheid van bereidheid tot dergelijk gebruik.
Hoe dieper men gaat, hoe harder men dient.
Dit is een uitsprak over media in kringen van bestuur en politiek, zowel historisch als van tegenwoordig. En hij klopt. Immers, detail focus is stuurbaar en voorspelbaar wanneer jij al weet waar het paadje loopt. Lubbers noemde dit kruimelen. Jack de Vries had het altijd over pepernoten strooien, een voor een. Mark noemt het masseren van rimpel effecten.
Dertig jaar geleden zat kennis hiervan nog in de curricula, over domeinen van relevantie voor journalistiek heen. Maar nog maar net, en in beperkte zin. Daarna is het volledig er uit verdwenen. Bij de zesde Bart Tromp lezing door Tjeenk Willink kwam het voor de discussietijd op tafel, maar bij publicatie van de geannoteerde tekst was het verdwenen. Misschien nog erger, wat aanwezig was van media keek als een botsauto van ongeïnformeerdheid.
Want men gaat niet breed, en men gaat vooral niet hoog en men legt het niet dichtbij en hapklaar op het bord. En ja, ik zie dat in het masseren van WoB verzoeken heel goed terug, want het is een herkenbaar draaiboek van timen van wat waar en wanneer gehonoreerd wordt op welke wijze voor welk effect voor welke partij bij verzoek. Het wijkt dermate abnormaal af van elk ander WoB traject dat de journalist zich eens heel serieus af mag vragen waarom het bij een Shell Papers of een zeker vliegveld zo frappant anders gaat dan bij de onderzoeken bij deze kwestie.
Het beheer van onderzoek ligt totaal niet bij media in deze.
[
Voor 15% gewijzigd door
Virtuozzo op 30-12-2020 20:48
]
Populisme: de weigering van complexiteit en de poging om simplistische antwoorden te formuleren op ingewikkelde vraagstukken middels gebruik van elke mogelijke prikkel van gedrag - i.p.v. moeite te doen voor gezonde participatie.