@
Carpjes:
Allereerst: Liander leunt in zijn onderbouwing voor het in rekening brengen van kosten nu vrijwel geheel op de nogal vrije interpretatie van de Geschillencommissie Energie van artikel 3.6 en de term 'noodzakelijke handelingen' daarin. Die vrije interpretatie stond in
uitspraak 119641 (Anonymous vs. Liander). Die uitspraak is echter door Liander zelf voor vernietiging voorgedragen bij de kantonrechter, die dat toewees bij gebrek aan verweer. Liander leunt dus zwaar op een uitspraak van de GE, die Liander tegelijk zelf uit de weg heeft geruimd omdat de inhoud Liander niet zinde.
In artikel 3.6 van de algemene voorwaarden is geregeld dat Liander bij de beëindiging van de aansluit- en transportovereenkomst (ATO) de noodzakelijke handelingen mag uitvoeren.
Laten we wat preciezer zijn: in artikel 3.6 is m.b.t. de 'noodzakelijke handelingen' alleen geregeld dat de contractant gebonden blijft aan hetgeen in of krachtens de aansluit- en transportovereenkomst is bepaald, indien de netbeheerder niet binnen de opzegtermijn in de gelegenheid is gesteld
de voor de beëindiging van de aansluit- en transportovereenkomst noodzakelijke handelingen te verrichten. Die opzegtermijn is volgens artikel 3.6 tien werkdagen voor de contractant, en dertig dagen voor de netbeheerder.
Hieruit volgt dat de 'noodzakelijke handelingen' alleen die handelingen betreffen
die noodzakelijk zijn voor het beëindigen van de overeenkomst. Niet meer en niet minder. Ik ontzeg Liander niet het recht die noodzakelijke handelingen uit te voeren. Ik bestrijd alleen dat die noodzakelijke handelingen in artikel 3.6 meer betreffen dan de handelingen die noodzakelijk zijn voor het beëindigen van de overeenkomst.
Bovendien blijkt uit dit artikel verder dat die noodzakelijke handelingen alleen noodzakelijk zijn binnen tien werkdagen na opzegging. Daarna is de ATO hoe dan ook geëindigd, en is de contractant niet meer gebonden aan de ATO en de bijbehorende Algemene Voorwaarden,
inclusief artikel 3.6.
Wat de noodzakelijke handelingen zijn, dat bepaalt Liander en is afhankelijk van de omstandigheden in dat geval. In uw situatie, uw woning is gasvrij gemaakt, moet de aansluiting verwijderd worden.
De 'noodzakelijke handelingen' ex art 3.6 betreffen, zoals gezegd alleen die handelingen die noodzakelijk zijn voor het beëindigen van de overeenkomst. Verwijdering is niet noodzakelijk voor het beëindigen van de overeenkomst, aangezien in de meeste gevallen (bijvoorbeeld bij verhuizing) de overeenkomst ook eindigt zónder verwijdering. Per definitie kan verwijdering dan niet noodzakelijk zijn voor het beëindigen van de overeenkomst. De noodzakelijke handelingen betreffen zeker niet alle handelingen die Liander in bepaalde omstandigheden noodzakelijk acht. De omstandigheid van een 'gasvrije woning' (
whatever that may be) is niet relevant voor de beëindiging van de overeenkomst, en dus ook niet voor de voor de beëindiging van de overeenkomst noodzakelijke handelingen.
Ook moet Liander de kosten die aan de verwijdering verbonden zijn aan u doorbelasten.
Artikel 3.6 geeft geen enkele aanwijzing dat Liander de kosten voor de voor de beëindiging van de overeenkomst noodzakelijke handelingen moet doorbelasten. Sterker nog: artikel 3.6 spreekt in het geheel niet over kosten die gepaard gaan met de voor de beëindiging van de overeenkomst noodzakelijke handelingen.
In artikel 5.3 en 14.1 van de algemene voorwaarden is bepaald dat Liander de verwijderkosten aan u mag doorbelasten.
In artikel 5.3 noch in artikel 14.1 wordt bepaald dat de voor de beëindiging van de overeenkomst noodzakelijke handelingen uit artikel 3.6 in rekening kunnen worden gebracht. In deze artikelen wordt alleen aangegeven dat de contractant kosten verschuldigd is voor afsluiting of verwijdering indien hij daartoe opdracht heeft gegeven, of als deze werkzaamheden het gevolg zijn van verwijtbaar handelen van de contractant. Daarvan is in mijn geval geheel geen sprake.
Los daarvan is de ATO sowieso allang geëindigd en ben ik überhaupt niet meer gebonden aan deze artikelen in de Algemene Voorwaarden.
Dit is eveneens geregeld in artikel 2.5.1.12 van de Tarievencode Gas.
Artikel 2.5.1.12 geeft aan hóe (de manier waarop) Liander eventuele kosten voor afsluiting of verwijdering in rekening moet brengen, maar formuleert helemaal geen betalingsverplichting voor de 'voormalige' aangeslotene. Dat zou ook niet passen in het karakter van de Tarievencode Gas. Die code is namelijk een door de ACM geformaliseerde gedragscode van en voor de netbeheerders (zie artikel 1.1.1 van de Tarievencode Gas). Bovendien biedt artikel 12a van de Gaswet helemaal geen bevoegdheid voor het introduceren van betalingsverplichtingen voor afnemers in de Tarievencode Gas.
Verder zou je natuurlijk nadrukkelijk moeten aangeven dat je de opvatting huldigt dat het Europese alsmede het Nederlandse Consumentenrecht uitdrukkelijk verbiedt om kosten in rekening te brengen bij beëindiging van een overeenkomst, o.a. omdat dit onredelijk bezwarend is en daarmee vernietigbaar. De door Liander in rekening gebrachte 687 euro is zo'n onredelijk bezwarend beding. Wijs Liander er ook op dat een rechter gehouden is ambtshalve te toetsen op deze dwingende consumentenbeschermende regelgeving. Zie voor een nadere uitwerking hiervan
deze post.
[
Voor 18% gewijzigd door
Bram-Bos op 20-11-2019 08:15
]