Voornemens van plan deze email naar Enexis te sturen naar aanleiding van "Afwijzing klacht".
Woonplaats:17-11-2020.
Beste mensen van Enexis,
Geachte Consumenten incasso, Mw/Dhr medewerker/ster
In uw laatste brief ,ongedateerd-ontvangen op 15-11-2020. heeft u aangegeven dat U mijn klacht afwijst betreffende factuur 123456789.
Hierop de volgende opmerkingen:
Ik heb geen klacht, dus een klachtafwijzing raakt kant nog wal.
U geeft aan het gas te hebben afgesloten op basis van een periode zonder contract.
U geeft aan dat U het gas heeft afgesloten op Uw initiatief, NIET de mijne. Voor de goede orde, ik heb hiervoor GEEN opdracht verstrekt.
De afsluitkosten zijn dan ook betwist in mijn brief van 2 november 2020, ik verwijs U hier naar.
Verder wil ik U meegeven dat de door U aangehaalde brieven van 06-02-2020 en 27-02-2020 ongeopend door mij aan de afzender (Enexis) zijn geretourneerd om de eenvoudige reden dat de geadresseerde (Gebruikers van gas) hier niet woont.
U geeft aan dat U hierop geen reactie heeft gehad. Dit is niet juist. De ongeopende geretourneerde brieven zou U in mijn dossier moeten kunnen terug vinden.
Van de inhoud van deze brieven heb ik geen kennis.
U geeft aan dat voor afsluiting geen opdracht nodig is, dit is correct . Het is uw eigendom en alleen U kunt daarover beslissen. Ik heb in alle correspondentie hierover altijd meegedeeld dat ik alle medewerking zou verlenen aan de eventuele werkzaamheden die verricht moeten worden die U nodig acht en hiervoor geen opdracht ga verstrekken en een eventuele factuur hiervoor zal betwisten.
Hieronder nog een aantal argumenten waarom ik deze factuur niet betaal, dit ook naar aanleiding en wellicht verduidelijking van eerdere communicatie.
Artikel 2.9.2 van de Tarievencode Gas legt mij als voormalige aangeslotene geen verplichting tot betaling op, maar schrijft voor hóe netbeheerders kosten van eenmalige werkzaamheden als afschakelen of verwijderen moeten specificeren en in rekening brengen, verondersteld dat die eenmalige werkzaamheden geschieden op verzoek van de voormalige aangeslotene.
Op grond van fundamenteel consumentenrecht is het u verboden om bij opzegging van de ATO aanvullende betalingen te eisen, zoals het tarief voor het verwijderen van de aansluiting.
Vonnis Rechtbank Assen ook van toepassing in mijn geval
Netbeheer Nederland erkent op basis van vonnis rechtbank Assen dat verschillend over dit onderwerp kan worden gedacht, waarmee het contra proferentem beginsel van toepassing is.
Samenvattend: Er is dus geen enkele juridische titel voor het in rekening brengen van kosten van werkzaamheden waar ik geen opdracht toe heb gegeven.
1. Artikel 2.9.2 van de Tarievencode Gas legt mij als voormalige aangeslotene geen verplichting tot betaling op, maar schrijft voor hóe netbeheerders kosten van eenmalige werkzaamheden als afschakelen of verwijderen moeten specificeren en in rekening brengen, verondersteld dat die eenmalige werkzaamheden geschieden op verzoek van de voormalige aangeslotene.
Artikel 2.9.2 van de Tarievencode Gas luidt als volgt:
“Bij de beëindiging van de aansluitovereenkomst brengt de netbeheerder eventuele kosten voor het fysiek afschakelen of het verwijderen van de aansluiting via een eenmalige bijdrage in rekening bij de voormalig aangeslotene, met inachtneming van de systematiek van voorcalculatie zoals beschreven in artikel 2.10, eerste lid.”
Het daarin aangehaalde artikel 2.10, eerste lid uit dezelfde Tarievencode luidt als volgt:
“De hoogte van de in artikel 2.8 en artikel 2.9 bedoelde voorcalculaties voor eenmalige werkzaamheden baseert de netbeheerder op de voor-calculatorische projectkosten, met toepassing van de standaardofferte voor werkzaamheden bedoeld in artikel 2.11.”
Uit deze beide artikelen samen blijkt al dat artikel 2.9.2 van de Tarievencode Gas van toepassing is op situaties waarin er eenmalige werkzaamheden plaatsvinden, die geschieden op verzoek van de voormalige aangeslotene. De systematiek van voorcalculatie dient immers in acht te worden genomen, en dat betekent volgens artikel 2.10 eerste lid de toepassing van de standaard offerte voor eenmalige werkzaamheden in artikel 2.9.2. Artikel 2.9.2 is dus geen basis voor de netbeheerder om te handelen, en zeker niet om kosten in rekening te brengen bij de voormalige aangeslotene, indien daar geen offerte en opdracht aan vooraf zijn gegaan.
Dat gezegd hebbend, ga ik graag nog wat dieper in op de achtergronden van de Tarievencode Gas, en speciaal artikel 2.9.2, om bovengenoemde bewering verder te onderbouwen:
De Tarievencode Gas (hierna ook kortweg TCG) is een gedragscode van de netbeheerders, jegens de netgebruikers, geaccordeerd door de ACM. Dat blijkt zonneklaar uit artikel 1.1 van de TCG, waarin staat:
"Deze code bevat de door netbeheerders jegens netgebruikers, waaronder afnemers, te hanteren tariefstructuren, zoals bedoeld in artikel 12a van de Gaswet"
Artikel 1.1 geeft daarmee de reikwijdte aan van de TCG, en voor wie die Tarievencode bestemd is. Uit de zinsnede “door netbeheerders jegens netgebruikers, waaronder afnemers, ...” blijkt zonneklaar dat de TCG regels voor de netbeheerders bevat, m.b.t. hun gedrag ‘jegens’ netgebruikers, waaronder afnemers. Verder blijkt uit artikel 12a van de Gaswet duidelijk dat de TCG niet de kosten (het tarief) zelf voorschrijft, maar “de elementen en wijze van berekening beschrijft” van het tarief. Het gaat hier dus om de manier waarop netbeheerders tarieven dienen te berekenen, en specificeren naar de netgebruikers. Een tariefstructuur is niet het tarief zelf.
Zelfs al zou de TCG op een of andere manier toch ook verbindend voor de netgebruikers zijn, dan nog zal in specifieke artikelen (zoals 2.9.2) een specifieke verplichting voor mij moeten worden geformuleerd voordat ik daaraan gebonden ben. Artikel 2.9.2 formuleert die verplichting niet, maar schrijft de netbeheerders voor op welke wijze zij kosten in rekening brengen in gevallen van eenmalige werkzaamheden (op verzoek van de voormalige aangeslotene), namelijk (1) via een eenmalige bijdrage, en (2) met in achtneming van de systematiek van voorcalculatie.
De TCG regelt de manier waarop netbeheerders kosten in rekening brengen (de ‘tariefstructuur’), en maximeert die op sommige punten (alleen niet in het geval van eenmalige werkzaamheden, zoals fysiek afschakelen dan wel verwijderen). De TCG introduceert echter geen betalingsverplichtingen voor afnemers die niet privaatrechtelijk (in de ATO en de AV) zijn vastgelegd.
Artikel 2.9.2 van de TCG moet dus gelezen worden als de wijze waarop netbeheerders kosten in rekening brengen bij fysieke afschakeling dan wel verwijdering van de aansluiting, indien daar privaatrechtelijk een titel voor ontstaat (bv. een opdracht daartoe door de afnemer).
Dat er in artikel 2.9.2 twee opties genoemd worden (fysieke afschakeling dan wel verwijdering) geeft ook al aan dat er elders een titel moet worden gevonden voor de verschuldigdheid van kosten. Wat bepaalt immers anders welke van deze opties aan de orde is?
Tot slot mag - zoals gezegd - volgens dit artikel de netbeheerder alleen kosten in rekening brengen ‘met inachtneming van de systematiek van voorcalculatie’, met toepassing van de standaard-offerte. Dit woord offerte impliceert dat de afnemer vervolgens expliciet opdracht moet geven voordat er een factuur gestuurd kan worden.
Deze lezing wordt bevestigd door te kijken naar de ontstaansgeschiedenis van dit artikel. Het is begin 2011 in de TCG opgenomen bij besluit van de NMa (103133_1/257)[1] en op initiatief van de Raad van Bestuur van de NMa (dus niet op initiatief van de netbeheerders). Uit de toelichting op het besluit blijkt dat deze paragraaf primair is toegevoegd door de RvB van de NMa omdat de Raad “het van belang [vindt] om aangeslotenen te beschermen tegen de voor aangeslotenen nadelige gevolgen (latent dan wel manifest) van deze kennis- en informatieasymmetrie.” (Paragraaf 6.1, r.o. 76, p24; onderstreping door mij).
Met deze Paragraaf 2.5 (in de toenmalige nummering) beoogde de Raad “vergaande standaardisering”. Die “schept vooraf helderheid voor aangeslotenen over wat zij mogen verwachten van de producten die de gasaansluitdienst voortbrengt en de prijzen en condities daarvoor.” (Paragraaf 6.1, r.o. 76, p24; onderstreping door mij). De bedoeling van deze paragraaf is dus glashelder: bescherming van de aangeslotenen, door vooraf helderheid te scheppen.
In de toelichting (randnummer 90, op pagina 28) wordt ook nadrukkelijk aangegeven dat netbeheerders maatwerk als afschakelen dan wel verwijderen aanbieden op basis van een voorcalculatorische opgave van de kosten. Het woord ‘aanbieden’ in de zinsnede “…te bepalen dat netbeheerders het wijzigen, verwijderen of fysiek af- of inschakelen van een bestaande gasaansluiting aanbieden op basis van een voorcalculatorische opgave van de kosten…,” in combinatie met de voorwaarde van ‘een voorcalculatorische opgave van de kosten’ kan niet anders gelezen worden dan een offerte met al dan niet een daaropvolgende opdracht.
Deze lezing correspondeert verder met het feit dat de tarieven voor fysiek afschakelen of verwijderen niet zijn gereguleerd zijn door de ACM. Voor niet-gereguleerde tarieven is het natuurlijk zéker noodzakelijk dat de voormalige aangeslotene eerst expliciet akkoord gaat met de werkzaamheden.
Kortom, artikel 2.9.2 van de TCG is helemaal niet relevant, aangezien ik geen offerte heb gevraagd, en ook geen opdracht verleend voor fysiek afschakelen.
Het recente vonnis van de Rechtbank Noord-Nederland in een volstrekt vergelijkbare zaak van een gasverlater uit Meppel (ECLI:NL:RBNNE:2020:2734;
http://deeplink.rechtspra...d=ECLI:NL:RBNNE:2020:2734) vormt serieuze onafhankelijke ondersteuning voor de bovenstaande opvattingen over de Tarievencode Gas.
Ik verwijs u overigens graag ook naar het lezenswaardige hoofdstuk 5 'De Tarievencode Gas ontcijferd' in de bundel ‘De afsluitboete bestaat niet’ (Bos 2020), dat u kunt vinden op
https://www.polderhuis.org/abn, waarin een en ander nog eens op een heldere manier wordt uitgelegd.
Zonder verder af te doen aan bovenstaande argumentatie, maak ik verder bezwaar tegen het gebruik van artikel 2.9.2 uit de Tarievencode Gas als grond om kosten bij mij in rekening te brengen, omdat noch in de AV, noch in de ATO klip en klaar verwezen wordt naar die Tarievencode Gas.
Immers, op grond van Artikel 52b, lid 1 Gaswet dienen de voorwaarden, verbonden aan een leverings- of transportovereenkomst met een afnemer als bedoeld in artikel 43, eerste lid, transparant, eerlijk en vooraf bekend te zijn:
Artikel 52b
1 De voorwaarden, verbonden aan een leverings- of transportovereenkomst met een afnemer als bedoeld in artikel 43, eerste lid, zijn transparant, eerlijk en vooraf bekend. De voorwaarden worden in ieder geval voor het sluiten van de overeenkomst verstrekt en zijn gesteld in duidelijke en begrijpelijke taal.
Alleen al op grond van de volstrekte obscuriteit van dit artikel voor afnemers kunt u daar mijns inziens al geen rechten aan ontlenen.
2. Op grond van fundamenteel consumentenrecht is het u verboden om bij opzegging van de ATO aanvullende betalingen te eisen, zoals het tarief voor het verwijderen van de aansluiting.
U stelt of lijkt te suggereren dat het voor de beëindiging van de ATO noodzakelijk is dat de aansluiting wordt verwijderd, en dat ik de kosten daarvan moet betalen, ook al geef ik daar geen opdracht toe. Dit is mijns inziens in strijd met dwingende consumentbeschermende regelgeving, waarbij o.a. de volgende richtlijnen van toepassing zijn:
Oneerlijke bedingen (93/13/EEG6);
Oneerlijke handelspraktijken (OHP) ( 2005/29/EG7);
richtlijn Consumentenrechten (2011/83/EU8);
richtlijn interne markt Aardgas (2009/73/EG9);
de boeken 3 en 6 BW, meer specifiek o.a. 6:193a ev. (oneerlijke handelspraktijken); 6:227a ev. (overeenkomst langs elektronische weg); 6:230a ev. (inzake dienstenrichtlijn); 6:230g ev. (overeenkomsten tussen handelaren en consumenten); 6:231 ev. (algemene voorwaarden); 7:400 ev. (opdracht).
Ik zal niet op al deze richtlijnen ingaan, maar volsta met de volgende verwijzingen:
Geen aanvullende betaling noodzakelijk
Artikel 6:230j BW bepaalt: “De consument is niet zonder zijn uitdrukkelijke instemming gebonden aan een verbintenis tot een aanvullende betaling van een geldsom ter verkrijging van een prestatie die niet de kern van de prestatie is. Uit het gebruik van standaardopties die de consument moet afwijzen, kan geen uitdrukkelijke instemming worden afgeleid.“
Ik heb evident niet ingestemd met een verbintenis tot aanvullende betaling, en dat zal ik ook niet doen. Het is verder evident dat het verwijderen van de aansluiting niet de kern van de prestatie van Enexis voortvloeiende uit de ATO was of is. Op grond van 6:230i lid 1 BW is dit dwingend recht, zodat ieder andersluidend beding ongeldig is.
Geen schadevergoeding verschuldigd bij opzegging
Indien verwijdering van de aansluiting op kosten van de contractant inderdaad een voorwaarde zou zijn voor de daadwerkelijke beëindiging van de ATO, is dat een oneerlijk beding. De ATO is immers een overeenkomst van opdracht, zoals de geschillencommissie energie en water al op 10 februari 2006 oordeelde (ref. ENE05-2890)[2]. Ingevolge artikel 7:408 lid 1 BW kan de opdrachtgever (dat ben ik) te allen tijde de overeenkomst opzeggen, en ingevolge lid 3 van dat artikel is de consument ter zake van een opzegging geen schadevergoeding verschuldigd. Dit onverminderd artikel 406, waarin nog is vermeld dat onkosten verbonden aan de uitvoering van de opdracht moeten worden vergoed voor zover deze niet in het loon zijn begrepen. De uitvoering van de opdracht ziet op aansluiting en transport van gas, en daarvoor dekt het loon (het vastgestelde tarief) alles, inclusief de onkosten. Sterker nog, het capaciteitstarief dat Enexis in rekening heeft gebracht via mijn energieleverancier en die ik heb betaald, omvat ook de kosten van onderhoud, en onderhoud geschiedt o.a. t.b.v. de instandhouding en veiligheid. Voorts valt hieronder de afschrijving van de meetinstallatie, en vervanging van de meter. De daarbij behorende voorrijkosten en het weghalen van de meter, welke kosten ook gemaakt worden bij verwijdering van de aansluiting, zijn derhalve al voldaan door mij, en alle andere contractanten. Aangezien er sprake is van een overeenkomst voor onbepaalde tijd voor het verrichten van continue diensten geldt art. 7:411 lid 1 bovendien niet. Op grond van deze dwingende consumentenbeschermende bepalingen ben ik bij opzegging dus niet wegens die opzegging, onkosten, loon, of schadevergoeding verschuldigd.
3. Vonnis Rechtbank Assen ook van toepassing in mijn geval
Ik wijs u verder graag op het recente vonnis van de Rechtbank Noord-Nederland in een volstrekt vergelijkbare zaak van een gasverlater uit Meppel (ECLI:NL:RBNNE:2020:2734;
http://deeplink.rechtspra...d=ECLI:NL:RBNNE:2020:2734). Zowel de inhoudelijke gronden voor de afwijzing van de vordering van de netbeheerder, als de te late (of niet) ter handstelling van de AV zijn ook in mijn geval van toepassing. Een en ander laat onverlet dat ik ook van mening ben dat de AV geen grondslag bieden voor een vordering van kosten voor ongevraagde afsluiting of verwijdering.
U geeft aan dat deze rechtszaak op zichzelf staat en verwijst naar het beleid van Enexis. Uiteraard is het beleid van Enexis, zeker als dit zich jegens mij als consument uit, onderhevig aan wetgeving. In deze zaak wordt door de netbeheerder (net als door Enexis) verwezen naar artikel 2.5.1.12 (inmiddels door u gecorrigeerd naar 2.9.2) om de kosten voor ongevraagd ‘verwijderen’ van de gasaansluiting te verantwoorden. Op basis waarvan vindt Enexis dat dit een andere situatie is of niet van toepassing is in mijn situatie?
Voor de volledigheid zal ik ingaan op de meest cruciale onderdelen van de uitspraak.
De vordering van netbeheerder Rendo is als volgt:
“Rendo vordert van (Consument) € 399,30 voor het 'verwijderen' van de gasaansluiting in zijn woning. Rendo is daartoe overgegaan nadat (Consument) de met haar gesloten aansluit- en transportovereenkomst voor gas (hierna: de ATO) had opgezegd en haar had laten weten dat hij definitief geen gebruik meer wenst te maken van de gasaansluiting.
Rendo stelt dat zij op grond van die ATO, de bijbehorende Algemene Voorwaarden, de Tarievencode Gas en de Gaswet voor die verwijdering een eenmalige vergoeding aan (Consument) in rekening mag en moet brengen.”
Ik zie geen verschil met mijn situatie.
De conclusie van de kantonrechter is als volgt:
“Alles overziende is de kantonrechter van oordeel dat Rendo onvoldoende heeft onderbouwd dat er een wettelijke grondslag is om de kosten voor het (ongevraagd) verwijderen van de gasafsluiting aan (Consument) in rekening te brengen.
Dat Rendo op grond van artikel 10 van de Gaswet verplicht is te zorgen voor een veilig gasnet en netverlies moet voorkomen en daarom genoodzaakt is om een aansluiting, waarvan definitief of gedurende een langere tijd geen gebruik meer wordt gemaakt, te verwijderen, leidt niet tot een andere conclusie. (Consument) betwist de noodzaak om over te gaan tot verwijdering, maar ook als die er wel zou zijn volgt daaruit nog niet dat Rendo de verwijderingskosten die zij voor de uitvoering van die wettelijke taak moet maken aan (Consument) in rekening kan brengen. Ook niet indien bedacht wordt dat de meter eigendom is van Rendo en zich in de woning van (Consument) bevindt. De kantonrechter neemt daarbij in aanmerking dat (Consument) de ATO op ieder gewenst moment mocht opzeggen en daarna (wat Rendo kan controleren) ook geen gebruik meer van de aansluiting heeft gemaakt. Het argument van Rendo dat ook verwijderingskosten door tarieven en vergoedingen moeten worden gedekt is goed te volgen, maar voor het doorberekenen aan een aangeslotene moet een contractuele of wettelijke basis bestaan.”
De ratio decidendi is helder geformuleerd en niet anders te interpreteren dan dat Enexis ook in mijn geval geen grondslag heeft voor het in rekening brengen van kosten voor ‘verwijdering’. Indien u van mening blijft dat dit anders is zie ik graag een inhoudelijke reactie.
4. Netbeheer Nederland erkent op basis van vonnis rechtbank Assen dat verschillend over dit onderwerp kan worden gedacht, waarmee het contra proferentem beginsel van toepassing is.
U heeft indertijd aangegeven om de website van Netbeheer Nederland in de gaten te houden. Ik heb de website bekeken en een nieuwsbericht[3] van 6 oktober 2020 aangetroffen waarin wordt aangegeven dat netbeheerders de aansluiting volledig moeten weghalen als de consument geen gas meer gebruikt.
Netbeheer Nederland vervolgt het nieuwsbericht:
“Recent werd in een zaak die was aangespannen door netbeheerder RENDO de consument in het gelijk gesteld. Het ging om een specifieke zaak, die niet maatgevend is. Ook de minister erkent dit in de beantwoording van de Kamervragen. Hoewel het steeds om individuele gevallen gaat, is duidelijk dat ook juridisch verschillend over dit onderwerp kan worden gedacht. De minister constateert in de Kamerbrief dat de huidige onduidelijkheid onwenselijk is van mening dat hier op korte termijn een oplossing voor moet komen.”
Netbeheer Nederland erkent hiermee dat “juridisch verschillend over dit onderwerp kan worden gedacht”. Op grond van het contra proferentem beginsel (o.a. BW 6 238.2) prevaleert dan de voor mij als consument gunstigste uitleg.
De Minister en Netbeheer Nederland staan hier dus anders in dan Enexis. Zoals ik eerder al schreef heeft de kantonrechter in een volstrekt vergelijkbare geoordeeld dat de kosten niet verhaald kunnen worden. Het valt te verwachten dat vergelijkbare zaken ook door een andere rechter identiek zullen worden beoordeeld.
5. Samenvattend
Ik zie dus geen enkele juridische titel voor het in rekening brengen van kosten van werkzaamheden waar ik geen opdracht toe heb gegeven. Ik heb de ATO rechtmatig opgezegd via de leverancier, de opzegtermijn van tien werkdagen is verlopen, zodat de ATO ook beëindigd is. Noch in de ATO en de AV, noch in artikel 2.9.2 Tarievencode Gas is een geldige juridische titel te vinden om mij kosten in rekening te brengen voor het verwijderen van de aansluiting, als ik daar geen opdracht toe geef. Indien u toch van mening blijft dat u een wettelijke grondslag heeft dan geeft uw brancheorganisatie ook aan er juridisch verschillend over gedacht kan worden (ondanks dat de kantonrechter zeer duidelijk is in het vonnis), waardoor het contra proferentem beginsel in werking treedt.
U bent en blijft overigens nog steeds van harte welkom om op afspraak de door u gewenste werkzaamheden aan de gasaansluiting te verrichten die u wenst, maar het moge duidelijk zijn dat ik daartoe geen opdracht geef, en het ook bij voorbaat afwijs indien u de kosten voor die handelingen bij mij in rekening brengt.
Tot slot
Overigens ben ik van mening dat de communicatie die uw bedrijf over dit onderwerp voert gevaarlijk dicht in de buurt van misleiding komt, door stelselmatig te verwijzen naar (wettelijke) verplichtingen t.a.v. afsluiting zonder dat u in staat bent de betreffende regelgeving aan te duiden.
Door direct en indirect (via de energieleverancier) te suggereren dat een gasverlater op een of andere manier verplicht zou zijn opdracht te geven tot afsluiten of verwijderen van de gasaansluiting, wordt die gasverlater aangezet tot een aparte overeenkomst van opdracht. Pas op grond daarvan ontstaat een betalingsverplichting. Er bestaat echter geen verplichting tot het geven van een opdracht of hebben van een leveringscontract voor de consument.
Gezien al het bovenstaande krijgt U van mij geen datum van betaling.
Met vriendelijke groet,
Gasexit
---
Nog opmerkingen?