Crotchy schreef op maandag 29 mei 2017 @ 15:43:
[...]
Het feit dat D66 zeer moeilijk doet over CU, en het land hier nu de dupe van is.
Principes is een ding, maar van te voren al een partij als CU uitsluiten, en voor de bühne een toneelstuk opzetten vind ik een vies tactisch spelletje.
Zeker wanneer regeren met CDA geen probleem lijkt te zijn, is het gewoon niet goed uit te leggen, behalve door de andere partijen proberen te manipuleren een minder passende keuze te nemen.
Een VVD en GL zijn niet te verenigen, dat ziet iedereen. Maar als je je eigen partij met CDA kunt verenigen is CU ook geen enkel probleem.
En een kleinere linkse partij erbij gooien puur om D66 een sterkere positie te geven binnen het kabinet... tja... Dat wordt de komende 4 jaar gewoon vuurwerk binnen het kabinet.
P.S. ik ben absoluut geen CDA/CU stemmer
Perceptie is (g)een feit? Of heb ik iets gemist? Ik begrijp dat het beeld complex is, en dat het maar al te vaak moeilijk is om er achter te kijken - maar dat wil niet zeggen dat een geschapen beeld waarheid is. En daar wringt de schoen: geschapen beeld.
Dat doen we zelf, dat doen anderen, maar het resultaat blijft hetzelfde: we baseren onze redenatie op basis van onze perceptie. Dit is heel menselijk, maar slechts zelden echt productief.
Als je bijvoorbeeld kijkt naar het gebruik van termen als "landsbelang". Prima, dat is een concept wat in dit soort processen prioriteit zou moeten hebben. Toch heeft het dit per definitie niet. Sterker nog, het is enkel een subjectief beeld wat ingezet wordt als marketing in dienst van selectieve doelstellingen.
Als een D66 een CU uitsluit op basis van X, dan stelt een CDA dat dit niet in het belang van het land is, omdat er grotere belangen moeten wegen.
Als een CDA een GL uitsluit op basis van Y, dan stelt een CDA dat dit in het belang is van het land, omdat zij het meest geschikt zijn om te bepalen welke belangen groter zijn.
Je kan hier allerlei onderwerpen, termen, concepten, partijen en personen gebruiken om dit soort lakmoesproefjes uit te voeren - de onvermijdelijke observatie blijft hetzelfde. Stuk voor stuk is er sprake van inzet van concepten voor het gebruik van het beeld, waarbij enkel relevant is wie het beeld schept voor smaak van waarheid als connotatie.
Dat zou eigenlijk best wat meer frappant mogen zijn voor mensen. We noemen dit "politiek", maar dat is het niet - behalve wanneer elke menselijke interactie een vorm van politiek zou zijn. Dit is immers basale menselijke interactie. We zoeken vanuit reflex het gelijk, omdat we een ingebouwde reflex hebben tot bevestiging van gedetecteerde of geschapen patronen. We stellen dat we rationeel zijn, vergeten echter dat redenatie pas na onze perceptie - en dus ons gevoel - komt. Subtiel maar significant verschil.
Het heeft eigenlijk weinig zin om vast te lopen in dit soort loopgraven. Niet enkel omdat er altijd een pijnlijk moment komt van in de spiegel kijken, maar ook omdat het een enorme verspilling van energie is. Energie die nuttigere resultaten geeft wanneer het zich richt op het uitwerken van effecten. Het klinkt misschien vreemd, maar ook hier zijn prima lakmoesproefjes bij te halen, overtuiging of motivatie is nauwelijks relevant in verhouding tot effecten van de interactie tussen alle verschillende overtuigingen en motivaties. Dat ligt gevoelig, het staat haaks op onze perceptie (!) van rationaliteit en individualiteit, maar ook op ons gevoel (!) van participatie, identiteit (vanuit zowel ons beeld als onderdeel van groter beeld) en ons aangeleerde gedrag (op basis van instrumentatie conformistisch gedrag zoals bijvoorbeeld het concept zelfredzaamheid of maakbaarheid).
Ik zou prima opnieuw uit de doeken kunnen doen hoe het juist frappant is dat de focus van het CDA in zowel verkiezingen als campagne als proces van verkenningen nu haaks staat op het landsbelang vanuit hun visie. Veel nut heeft dat niet, ook al is het prima te controleren en uit te werken. Maar dat is een arena van emotie en beeld. Nuttiger dus om te kijken naar effecten van de interactie binnen de volledige dynamiek.
Daar vallen twee algemene observaties op. Ten eerste is er binnen die dynamiek een duidelijk zichtbare en grote component van wat we kennen als machtspolitiek, ten tweede is er een kleine maar meer zichtbare component van identiteitspolitiek aanwezig. Het laat zich raden waar we dus ons blind op staren. Beeld, en niet het daadwerkelijke gewicht van wat veel meer aanwezig is.
Er wringen dus twee schoentjes. Niet enkel staren we ons blind op het verkeerde beeld. Maar we gaan op die manier ook voorbij aan waar de grootste inertie daadwerkelijk toetsbaar aanwezig is. En dat staat haaks op het beeld en onze perceptie. Maar goed, dat zou niet verrassend mogen zijn, realiteit is zelden conform onze perceptie.
Na die oefening kan gekeken worden naar toepassing van een heel oude, bruut eenvoudige en altijd prioritaire lakmoesproef:
cui bono. Wie heeft baat. In deze context, wie heeft baat bij welk beeld, bij welk effect. Daar zit het antwoord op de vraag waar het struikelblok ligt.
Dat antwoord is niet moeilijk uit te werken, toch gaan we ook hier op begrijpelijke wijze snel voorbij aan de kern - al was het maar omdat we een gedragsreflex hebben om patronen te zoeken en op te leggen (evolutie van onze hersenen, heel mooi, heel knap, maar ingebouwde kwetsbaarheden als andere kant van de medaille).
We zouden bijvoorbeeld heel makkelijk het CDA als struikelblok kunnen detecteren hier. Maar dat is niet het hele verhaal, wat zit er immers binnen de dynamiek wat effectief baat heeft bij de focus van specifieke vormen van interactie en gedrag daarbinnen? Wat we kennen als macht- en partijpolitiek.
Het struikelblok in deze verkenning alsmede de komende formatie is voor één deel zeer zeker een specifieke partij, maar veel meer nog de focus van twee partijen in de mix: op machtspolitiek voor partijpolitiek belang. Dat staat per definitie haaks op het daadwerkelijke collectieve belang.
Als we dus achter het beeld kijken, dan moeten we eigenlijk met één vinger naar zowel CDA als VVD wijzen, en met één vinger naar onszelf.
Populisme: de weigering van complexiteit en de poging om simplistische antwoorden te formuleren op ingewikkelde vraagstukken middels gebruik van elke mogelijke prikkel van gedrag - i.p.v. moeite te doen voor gezonde participatie.