defiant schreef op zaterdag 4 maart 2017 @ 13:28:
[...]
Het probleem is dat veel mensen het CDA nog als een middenpartij beschouwen, maar sinds de kabinetten Balkenende heeft het CDA de positie van de VVD willen overnemen. Een echte middenpartij zal een coalitie over links tevens nooit uitsluiten.
Voor mensen met een centrumrechtse positie op het politieke vlak is dit natuurlijk uitstekend nieuws, maar voor links is dit natuurlijk een herhaling van een klassiek scenario waarin in ze in een no-win situatie terecht komt. Want voor een meerderheid is waarschijnlijk maar 1 linkse partij nodig en deze zal compromissen moeten maken met coalitie die vanuit zichzelf behoorlijk rechts is. De impact op het beleid zal dus tegen vallen en met 2 andere linkse partijen in de oppositie zullen linkse kiezers, net zoals nu bij de PvdA, weer teleurgesteld raken dat hun partij de sociaal economische inrichting van Nederland niet heeft kunnen veranderen.
Dat is het spijtige aan de omstandigheden van het CDA: er is potentieel, er wordt ingezet op posities en slimme marketing, maar de lessen van de Val zijn nog steeds niet geleerd. Althans, waar de vorige partijleiding daar niet omheen kon en werd vervangen door de huidige leiding was de focus van die laatste niet op het internaliseren van de fundamentele breuklijnen maar het alles op alles zetten om terug een machtspartij te worden.
Nu ja, daar zijn ze vrijwel in geslaagd: mensen zien het CDA anders als tijdens of direct na de Val, je zou zelfs kunnen zeggen dat de algemene perceptie veranderd is - in een voor de partijleiding gunstige zin. Maar inderdaad, je wijst terecht op de focus van die huidige leiding. En op een van de lakmoesproefjes om te bepalen waar verschil ligt in presentatie en effectieve focus & handelen.
Het klinkt misschien vreemd, maar het CDA was altijd een samengestelde partij waar de lijnen intern duidelijker waren dan van buitenaf. De huidige leiding zou eigenlijk ook de lessen van de Val moeten leren, in plaats van opnieuw aan de welhaast ingebouwde verzuchting naar de kansel toe te geven, ook al is het op basis van overtuigingen. Je moet altijd controleren waar het nut ligt, is dat de kiezer of de partij. Het spijt me oprecht, maar gezien het enorme verschil tussen presentatie en effectieve focus, alsmede de verontrustende bereidheid om zonder oog voor kosten op termijn alles te doen om opnieuw de machtspartij te worden, is toch echt duidelijk dat de focus voor nut ligt bij de partij. Zonder veel oog voor de kiezer, al helemaal gezien de uitspraken op de laatste partijbijeenkomst die een resolute terugkeer stelden naar een bijna autocratisch model van preek en parochie. Terwijl de lijn juist andersom zou moeten lopen, niet nut voor partij, maar focus op termijneffecten voor de kiezer waar de partij zich naar richt, in plaats van dat de kiezer zich naar partij zou moeten richten.
Een van de grotere tekens aan de wand voor deze interne problematiek is de voortdurende situatie omtrent hiërarchie van partij organisatie. Ik zal niet opnieuw het voorbeeld aanhalen van hoe er omgegaan wordt met leden die op eigen kracht in een Tweede Kamer komen, of het voorbeeld van hoe omgegaan wordt met leden die met eigen bewustzijn stemmen - conform vereisten grondwet - in plaats van zich blind naar de instructies van partijleiding te richten. Er zijn genoeg voorbeelden te vinden in consistente lijn die duidelijk maken dat het CDA nog steeds niet de lessen geleerd heeft.
En dat maakt het CDA in praktisch opzicht gevaarlijk. Mijn eigen partij is de afgelopen acht jaar hard veranderd, met maar al te vaak negatieve effecten - niet enkel voor partij maar belangrijker nog voor de uitwerkingen van partijbelang boven landsbelang stellen. Tevens is er veel te veel focus ontstaan vanuit de praktische toepassing van machtspolitiek op flirten met zaken die van nature uit onbeheersbaar zijn en altijd jezelf veranderen in negatieve zin als je het toch probeert. Ik denk niet dat we nog een tweede partij in ons bestel nodig hebben die zich op eenzelfde manier doet gedragen - en zoekt zaken te beheersen. Een partij die dit doet is al teveel. Twee schept een dynamiek die enkel deuren openzet naar niet langer flirten met negativiteitsfenomenen, maar praktisch gebruik ervan. Laten we één ding niet vergeten, het CDA is de oorsprong van de krampachtige inzet op instrumentatie voor conformistisch gedrag wat de huidige omstandigheden - en veel van de tegenwoordige negativiteitsfenomenen - geschapen heeft juist omdat men die verzuchting van de Kansel heeft.
En dat zet de deur open die in historisch opzicht altijd het punt van omslag geeft waar gevestigde politiek de beheersing verliest over de kleine stap van marketing naar populisme om vervolgens altijd de controle over dat soort krachten te verliezen. Niet gezond. Het CDA heeft al eens een tik daarvan gekregen, maar nu blijkt - alweer - dat men daar geen oog voor heeft. Men zet keihard in op de oude verzuchtingen.
Eigenlijk zou het CDA nog een termijn in oppositie moeten blijven, om ook het huidige dominante deel de lessen van de Val te laten leren. Maar goed, de kans daarop is klein, gezien de effectiviteit van de marketing. Dat moeten we het CDA nageven, ze hebben heel hard zitten studeren op moderne instrumentatie en toepassingen van machtspolitiek in navolging van de innovaties gedaan door de VVD. En effectief is het. Als je kijkt naar de discussies, interviews, toespraken, reacties erop, er is nauwelijks nog gedachte aan het struikelen van het oude CDA. In plaats daarvan weet men resonantie te scheppen op basis van triggers die heel slim uitgezocht zijn, die niet enkel stemgedrag in de hand werken maar ook nog eens de perspectieven op het CDA zelf doen veranderen. Dat is best knap. Maar het blijft beïnvloeding en oneigenlijk gebruik, omdat vervolgens het verschil tussen het beeld en bewegingsgedrag aldus geschapen en de effectieve focus van nut zo enorm groot is. Dat is zorgwekkend.
CDA zou een effectieve middenpartij in politieke dynamiek kunnen zijn, misschien zou het dat wel moeten zijn. Maar is het niet. Niet in organisatorische zin, niet in visie partijleiding, niet in politiek handelen, enkel in beeld.
De enige onzekerheid blijft toch de positie van D66, van oudsher leunt deze partij niet zwaar op haar sociaal economische beleid (voor deze verkiezingen was het sociaal en economisch beleid van D66 ronduit rechts/liberaal) en heeft deze partij weinig moeite om mee te buigen naar rechts. De vraag is of de centrum-linkse kiezer die voor D66 ook qua sociaal economisch beleid het beleid krijgt wat ze eigenlijk wil.
Want in het verleden was dit het grootste probleem van D66, ze wonnen kiezers op links, maar voerde vervolgens sociaal economisch rechts beleid uit. Hierdoor ontstond de term
regeren is halveren.
De enige positie beschikbaar voor D66 is eenzelfde als de positie van de PvDA in de afgelopen twee termijnen: buigen naar rechts, of breken, hoe dan ook de prijs betalen. Een positie van jezelf compromitteren. Waarbij gezegd moet worden dat D66 andere kwetsbaarheden en stimuli kent dan een PvDA, maar het valt net zo hard uit te spelen. Je hoeft enkel Wilders voor Pechtold te zetten en daar gaat men. De rest is een zaak van de achterkamer. Het draaiboek voor omgang van VVD/CDA met D66 is hetzelfde als omgang met een PvDA. Dit zou Pechtold moeten verontrusten, maar helaas, hij blijft te makkelijk om te leiden.
Het valt mij op dat ongeacht alle uitspraken van campagne er een interesse overeenkomst is in focus van beeldvorming bij een aantal partijen. We hebben het vaak over "links" en "rechts", zonder veel na te denken over de vraag wie precies waar zit en of er wel sprake is van daadwerkelijke organisatie in zulke labels. Aan de linkerkant is dit er niet. Aan de rechterkant wel, het valt me op dat zowel VVD als CDA - maar op punten ook D66 - zich in hun campagnes heel bewust richten op beheersing van collectieve perceptie. Alles om over links gaan tegen te houden, bot gezegd. Slim, maar het is wel polariserend, en het zet opnieuw die deur naar bruin gedrag en omwenteling open op termijn. Verstandig is dat niet.
Populisme: de weigering van complexiteit en de poging om simplistische antwoorden te formuleren op ingewikkelde vraagstukken middels gebruik van elke mogelijke prikkel van gedrag - i.p.v. moeite te doen voor gezonde participatie.