Ik zal de laatste zijn die zegt dat een beschermd stadsgezicht alleen voordelen heeft, maar ik heb mijn mening toch wel bijgesteld. Zoals met elke regel zijn er voor- en nadelen. Dat een beschermd stadsgezicht een openluchtmuseum zou zijn spreek ik tegen. Dat mag ik zeggen, ik woon er middenin, notabene bijna in het Unesco Werelderfgoed.
Ik ervaar dagelijks de dynamiek en zie dat er goede discussie gevoerd wordt over de kwaliteit van de omgeving. Bouwplannen worden zorgvuldiger vormgegeven en uitgevoerd. Ik kan hier in de omgeving wat Trespa-architectuur aanwijzen van vóór het beschermd stadsgezicht. Goedkoop en plat, geen andere woorden voor. Dat gebeurt nu niet meer.
Dat een beschermd stadsgezicht zou betekenen dat er op de voorzijde pertinent geen zonnepanelen mogen is onjuist. Er moet een vergunning voor worden aangevraagd. In Amsterdam is minstens één
monumentaal schoolgebouw te vinden met zonnepanelen aan de voorzijde. Dat is een zorgvuldig vormgegeven installatie met full black panelen op een dak met zwarte pannen. Met vergunning! Met rode pannen is dat uiteraard lastiger, maar er zijn rode panelen. Een Tangraminstallatie maakt geen kans.

Amsterdam maakt er werk van om duurzaamheid te promoten, hoewel de huidige raad met VVD en D66 iets te liberaal is en weinig duurzaam. Toch zijn er ook in
beschermd gebied de nodige zonnepanelen te vinden, niet alleen op mijn dak. Bovendien weet je als burger aardig waar je aan toe bent. De websites zijn op orde en op basis van
dit soort kaarten kan je precies kijken onder welk regime jouw huis valt.
Mijn advies is om goede voorlichting te geven over wat wel kan en mag. Dat geeft meer energie, letterlijk én figuurlijk, dan actie te voeren over iets dat niet meer zou mogen.
De aanwijzing tot beschermd stadsgezicht is overigens een rijksaangelegenheid. Daar speelt een gemeente nauwelijks een rol.
[
Voor 10% gewijzigd door
ericplan op 06-11-2014 10:09
. Reden: links aangepast + plaatje ]