Lennart_1337 schreef op zaterdag 29 januari 2011 @ 15:12:
Heb gister de film "unstoppable" gezien.
Volgens de film werkte de dodemans knop niet omdat de lucht remmen niet doorgekoppeld waren vanaf de locomotief (dit begreep ik er tenminste van), en dat daarom geen remming werd ingezet.
Maar ik dacht dat alle treinen in de wereld de veilige kant op remden, dus bij geen luchtdruk == remmen en dat er juist lucht nodig is om de remmen open te houden.
Ik dacht dus dat het allemaal onzin was maar blijkbaar heeft er dus echt een trein 66mile rond gereden zonder machinist, weet iemand hoe zoiets kan?
En andere reacties...
Misschien dat een kleine uitleg van het basisremsysteem van treinen behulpzaam kan zijn bij het begrijpen van hoe het bovenstaande mogelijk is.
Het grootste deel van de treinen in de wereld is voorzien van een zelfwerkende doorgaande rem die door George Westinghouse in 1869 is bedacht.
Dit systeem is in de loop der jaren steeds verder verfijnd en is heel lang het enige luchtdruksysteem geweest om treinen te laten remmen.
Dit systeem werkt in zijn eenvoudigste uitvoering als volgt.
Door de gehele trein loopt een leiding waar een druk op staat van 5 bar. Om deze druk te verkrijgen moet de machinist de remkraan in zijn cabine in de goede stand zetten en er moet voldoende druk in de hoofdreservoirs van de trein aanwezig zijn om het systeem te voeden.
De leiding die door de trein loopt wordt de treinleiding genoemd (klinkt logisch nietwaar) en op deze leiding zijn per rijtuig/wagen een of meerdere kleppen en reservoirs aangesloten. De druk in de reservoirs zal dus ook 5 bar bedragen. De kleppen regelen dat de luchtdruk vanuit de treinleiding in de reservoirs komt of, als er geremd moet worden, vanuit de reservoirs naar de remcilinders gevoerd wordt. Als de rem weer los moet dan regelt de klep dat de lucht vanuit de remcilinder naar buiten kan ontsnappen. Vanwege dit driewegverkeer worden de kleppen triplekleppen genoemd.
Als het systeem bedrijfsklaar is (remkraan in de juiste stand en 5 bar aanwezig) dan kunnen de remmen in werking gesteld worden door een verlaging van de druk in de treinleiding. Deze drukverlaging kan gecontroleerd of ongecontroleerd plaatsvinden.
In het eerste geval gebeurt dit door de machinist. Als hij zijn remkraan bedient laat hij een bepaalde hoeveelheid lucht uit de treinleiding weglopen. De triplekleppen reageren hierop door de verbinding treinleiding – reservoir af te sluiten en de verbinding reservoir – remcilinder te openen totdat er weer evenwicht is tussen treinleidingdruk en reservoirdruk. Beide verbindingen zijn nu afgesloten. Afhankelijk van de hoeveelheid lucht die de machinist heeft laten weglopen zal de druk in de remcilinder dus groter of kleiner zijn, of wel de trein remt harder of zachter.
Een ongecontroleerde drukverlaging krijg je als er aan de noodrem getrokken wordt, de dodeman werkt of de als de trein in tweeën breekt. In deze gevallen wordt er in principe een ‘gat’ in de treinleiding gemaakt waardoor de druk snel tot vrijwel nul zakt en er maximale remkracht verkregen wordt.
Dit is dus een betrouwbaar systeem. Dat is dan ook de reden dat dit systeem nog steeds verplicht is op alle moderne treinen.
Maar het is echter geen failsafesysteem in alle omstandigheden. Het werkt namelijk alleen als er luchtdruk aanwezig is. Wordt een trein ergens geparkeerd zonder dat de luchtdruk op peil gehouden wordt dan zal na verloop van tijd alle luchtdruk verdwenen zijn door de onvermijdelijke lekkages in het leidingnet. Het kan dagen (maar ook veel korter) duren voor het zover is dat alle luchtdruk verdwenen is maar het gevolg is zondermeer dat de remmen loskomen. Dit hoeft echter geen bezwaar te zijn als de handrem is vastgezet. Op alle locomotieven en reizigersmaterieel en op sommige goederenwagens is een handrem of iets wat daar voor gebruikt wordt (bij VIRM bijvoorbeeld de magneetremmen) aanwezig.
Is de handrem niet vastgezet en ligt het spoor op een helling dan zal de trein gaan rollen en hebben we een op hol geslagen trein. Ook in Nederland is dit wel eens voorgekomen.
Op de Kijfhoek maakt men er gecontroleerd gebruik van. Nadat een goederentrein is aangekomen laat men alle luchtdruk uit treinleiding, reservoirs en remcilinders weglopen (door de juiste bedieningshandeling gaat dit gemakkelijk en snel) waardoor de remmen loskomen. Hierna worden de wagens over de heuvel geduwd waar zij los of in groepjes (ze zijn vooraf ontkoppeld) door de zwaartekracht vanaf zullen rollen. Afhankelijk van hun gewicht en snelheid en de ruimte die nog aanwezig is op het spoor waar ze naartoe rollen zullen de railremmen, door de wielen af te knijpen, de snelheid er weer uit halen zodat ze zachtjes tegen de al aanwezige wagens aan lopen. Een computer regelt de kracht van de railremmen.
Zoals eerder gezegd werkt de doorgaande rem alleen goed als er luchtdruk aanwezig is. Als hier niet goed op gecontroleerd wordt kan het ook mis gaan. Als een locomotief aan een aantal rijtuigen gekoppeld wordt en de luchtverbinding tussen locomotief en rijtuigen wordt niet gemaakt (men vergeet bijv. de afsluitkranen te openen) dan is er een probleem als de verbinding niet gecontroleerd wordt. Zijn de remmen van de rijtuigen los dan zal wegrijden geen probleem zijn. Maar zodra er geremd moet worden zal in dit geval alleen de locomotief remmen en de rijtuigen niet. Ook als de dodeman werkt. Uiteindelijk zal de trein wel tot stilstand komen maar met alleen een locomotief die remt kan dat wel even duren.
Daarom moet bij het samenstellen van een trein altijd gecontroleerd worden of de remmen van alle aangekoppelde rijtuigen of wagens werken, d.w.z. remmen vast en remmen ook weer los.
Nog even over de werking van de dodeman.
Een dodeman werkt alleen als de machinist een rijrichting (vooruit of achteruit) gekozen heeft. Als dit niet het geval is zal de dodeman niet gaan werken als de trein uit zichzelf gaat rollen, bijvoorbeeld omdat de machinist zijn cabine verlaat en de op een helling staande trein niet op de rem heeft gezet.
Nog even voor de volledigheid: ondanks dat dit een behoorlijk lang stuk is geworden is het zeker niet compleet en representatief voor alle materieelsoorten. Het geeft zoals gezegd alleen de basiswerking weer die zowel in Europa als in Amerika gelijk is. Er zijn echter heel veel variaties, uitzonderingen en uitbreidingen op deze basis.
Hopelijk hebben jullie er toch wat aan.