Hier de link naar het vonnis:
https://uitspraken.rechts...d=ECLI:NL:GHDHA:2019:2995
Partijen in de uitspraak:
*
[E], [F]: 2 lassers die als ZZP-er via de intermediair werkten.
*
belanghebbende: de intermediair is de belanghebbende in de zaak, immers aan deze heeft de belastinginspecteur een naheffingsaanslag loonheffingen opgelegd.
De kern van de uitspraak:
10. Gelet op hetgeen partijen daartoe over en weer hebben aangevoerd acht de rechtbank aannemelijk dat [E] en [F] deelnamen aan het economisch verkeer met het doel winst te behalen en dat er een redelijke verwachting was dat winst zou worden behaald.
[Belanghebbende] heeft echter onvoldoende feiten gesteld en aannemelijk gemaakt om daaruit te kunnen concluderen dat de werkzaamheden werden uitgevoerd binnen of met behulp van een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid. Van investeringen door [E] en [F] is niet gebleken en de enkele stelling van [belanghebbende] dat [E] en [F] eigen materialen en gereedschappen gebruikten is daartoe onvoldoende. [Belanghebbende] heeft die stelling bovendien met geen enkel bescheid gestaafd.
De rechtbank acht aannemelijk dat [E] en [F] hun werkzaamheden met een zekere duurzaamheid uitvoerden, maar [belanghebbende] heeft onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld en aannemelijk gemaakt waaruit volgt dat zij voldoende zelfstandigheid hadden tegenover hun opdrachtgevers
[...]
Verder heeft [belanghebbende] niets aangevoerd op grond waarvan zou kunnen worden aangenomen dat [E] en [F] enige vorm van ondernemersrisico liepen.
Er is door de rechter getoetst aan de definitie van een onderneming en de daaruit voortkomende zelfstandige uitoefening van het beroep. Dat geeft drie punten van toetsing:
a. deelname aan economisch verkeer, waaruit winst wordt gemaakt en naar redelijkheid winst te verwachten valt;
b. duurzame organisatie van kapitaal en arbeid;
c. voldoende zelfstandigheid ten aanzien van de klanten.
Op punt a is er geen probleem. De activiteiten zijn structureel van aard, winstgevend en er was ook redelijkerwijs winst mee te verwachten.
Op punt b ontbreken investeringen. De inzet van kapitaal is niet aangetoond, waarmee de zzp-ers slechts leveranciers van arbeid werden.
Op punt c hebben de zzp-ers te afhankelijk geweest van de intermediair. Dit is de echte speerpunt van het vonnis. Door overmatige afhankelijkheod is de intermediair tot een soort detacheringsbedrijf geworden. De ene zzp-er had geen andere klanten; de andere kennelijk wel maar daarvoor is verzuimd bewijs aan te dragen. Ook heeft de intermediair niets aangeleverd waaruit bleek dat de zzp-ers risico liepen.
Mijn gevoel is dat deze veroordeling tenminste gedeeltelijk te danken is aan een zwakke verdediging die heeft verzuimd om alle claims te ondersteunen met bewijsstukken of zelfs maar indicatieve stukken. Nu zitten we met een vervelend antecedent.
Het is zaak om in een eventuele belastingzaak een significant andere voorstelling van zaken te geven zodat dit niet op jou van toepassing is. Tips zijn:
(1) kapitaal. zorg voor investeringen op je balans; bij voorkeur spullen die rechtstreeks in je werk worden gebruikt.
(2) onafhankelijkheid: laat zien dat je inspant om voor meerdere opdrachtgevers te werken.
(3) risico. scheld eens een stukje van een factuur kwijt onder garantie. documenteer situaties waarin je met wanbetaling te maken hebt gehad.