Omdat muziektheorie iets is waarover ik eindeloos de nerd uit kan hangen en er nog niet genoeg plekken op het internet zijn waar je erover kan lezen, presenteer ik:
Muziektheorie - van n00b tot net-niet-n00b
Dit is een pianotoetsenbord, of in ieder geval twee octaven ervan:
Om het makkelijk te houden heb ik de naam van alle witte toetsen erop gezet, CDEFGAB en dan nog een keer, want zo simpel is dit spelletje

De zwarte toetsen krijgen de naam van de dichtstbijzijnde witte toets, met een # (kruis) of b (mol) erbij, afhankelijk van o.a. de toonsoort, maar daar gaan we het nu even niet over hebben want ik wil het een béétje kort en leesbaar houden. De zwarte toets rechts naast C noemen we dus C# (Cis) of Db (Des) afhankelijk van de context. Het mooie is dat het in de praktijk weinig uitmaakt hoe je hem noemt, tenzij je het juist over harmonie hebt. Maar da's voor nerds, dus ach

Tussen elk paar witte en/of zwarte toetsen zit een halve toon, ook wel semitoon genoemd, verschil in toonhoogte. Een snelle blik leert ons dus ook dat tussen E en F, en tussen B en C een halve toon verschil zit, terwijl er tussen alle andere witte toetsen een héle toon verschil zit. Waarom? Te lang verhaal voor deze post, dus laten we het op 'conventie' houden.
De witte toetsen zijn geheel toevallig ook de noten die passen in de toonsoort
of toonladder C majeur, vaak ook wel C genoemd. Dat betekent heel kort gezegd dat alle witte toetsen vrij aardig met elkaar samenspelen. Als je een beetje willekeurig pingelt op alleen de witte toetsen, ga je zelden iets écht vals spelen
Maar wat zijn dan die nummers? Jaja, dat is waar het leuk wordt!
Als ik een akkoord wil vormen, dan begin ik op een toets, sla ik er één over en speel ik de volgende. Dat herhaal ik nog een keer en een basisakkoord, of drieklank (triad) is gevormd

De drieklank gebouwd vanaf C is dus C, E, G, of 1, 3, 5. Een C Majeur akkoord

Als we het zelfde trucje doen vanaf D, dan krijgen we D, F, A. Een D Mineur akkoord

Waarom majeur en mineur? Kijk eens goed hoeveel semitonen er tussen de C en de E (de 1 en de 3 van het C Majeur akkoord) zitten? Zwart, wit, zwart, wit, dat zijn er vier! Vanaf dan is het nog wit, zwart, wit, oftewel drie extra semitonen naar de G (de 5). 4 semitonen noemen we een
grote terts (terts, want drie tonen omhoog in de toonladder, ik zei toch dat het simpel was?). 3 semitonen noemen we een
kleine terts (nog steeds drie toonladdertonen omhoog, maar de totale afstand is kleiner. Volgt u het nog? Mooi!)
Een majeurakkoord vormen we door eerst een grote terts vanaf de grondtoon te spelen, en dan een kleine terts omhoog te gaan. Een mineurakkoord doet dat precies andersom: eerst een kleine terts, dan een grote.
Als we op die manier alle drieklanken vormen in de toonsoort krijgen we:
I: C E G - C Majeur
II: D F A - D mineur
III: E G B - E mineur
IV: F A C - F Majeur
V: G B D - G Majeur
VI: A C E - A mineur
VII: B D F - B... shit, whut?

Van B naar D is een kleine terts, maar van D naar F ook! Geen probleem, hebben we een naam voor. Dit ding heet
B Halfverminderd (B Half diminished) en klinkt... spicy
Deze akkoorden noemen we de
Diatonische akkoorden in de toonsoort. Dat betekent dat het de akkoorden zijn die je vormt met de noten die ook in de toonladder zitten.
"Maar ik wil jazz, geef me de jazz!" Ok, ok! Dat trucje van
tertsen stapelen kunnen we verderduwen. C E G B wordt CMaj7, bijvoorbeeld. C E G B D wordt CMaj9. Maar je hoeft ze niet allemaal te spelen. Zo is het in jazz bijvoorbeeld gebruikelijk om de 5 weg te laten, en bijvoorbeeld C E B te spelen voor een CMaj7. Noten vanaf (of na, als je jazzert bent) de 7 noemen we
extensions, of korter
tensions.
Als je nu een akkoordenschema wil verzinnen hebben we niet alleen een manier om erover te praten, maar ook meteen de handvatten om er iets mee te doen.
Een veelvoorkomende progressie is I - IV - V - I. Met het lijstje erbij weten we dus dat dat een C akkoord is, dan een F akkoord, een G akkoord en weer terug naar een C akkoord. Ook weten we dat dat dus CEG - FAC - GBD - CEG is.
MAAR DAT KLINKT STOM, dus pak ik heel even een zijspoortje naar omkeringen. Als we nu die laatste CEG spelen als GCE, dan spelen we dezelfde noten, maar in plaats van na ons G akkoord omlaag te gaan terug naar het C akkoord, gaan we juist nog een beetje omhoog. En dat voelt net wat natuurlijker

Ok, terug naar 'er iets mee doen'. We hebben een toonladder en een akkoordenschema. Omdat het akkoordenschema en de toonladder uit dezelfde noten zijn opgebouwd kunnen we met de toonladder een melodietje over het akkoordenschema spelen. En het mooie? Dat klinkt eigenlijk nooit vals

Er is nog een tweede aanpak om een melodietje te spelen, en dat is gebruik maken van de
arpeggio's. Weer een extra term, juj

Maar een arpeggio is simpel, het is namelijk een akkoord, maar dan gespeeld als losse noten. Dus een C-akkoord is de noten C, E en G tegelijkertijd. Een C-arpeggio is de noten C, E en G, maar dan níet tegelijkertijd.
Het zal je vast niet verbazen dat een melodie met dezelfde noten als het akkoord eigenlijk altijd prettig klinkt. Dus als je over ons eerdere akkoordenschema over elk akkoord de noten van de bijbehorende arpeggio speelt, heb je ineens niet alleen een progressie, maar ook mogelijkheden voor melodietjes die de beweging van het akkoordenschema volgen.
Nog twee dingen, dan ben ik klaar. Ding één! Als je de noten van C Majeur speelt, maar begint op de A in plaats van op de C, dan speel je magisch ineens A mineur. Als je dan ook die I - IV - V - I progressie aanpast zodat't vanaf A begint, dan krijg je Am - Dm - Em - Am, en dat klinkt helemaal droevig

Bam, mineur en majeur, twee kanten van dezelfde medaille. Dit trucje kun je natuurlijk ook met andere noten in de toonladder toepassen. Dan krijg je de kerktoonladders/modi/modes, en die mag je lekker zelf opzoeken
Het laatste ding is ook meteen een introductie naar wat meer geavanceerde theorie, en iets dat veel mensen die een beetje theorie kennen niet weten. Maar omdat ik het zelf zo verrekte handig vind ga ik het delen.
Je weet nu hoe je C Majeur kan 'maken', maar wat als je een andere toonsoort wil? C is namelijk niet zo handig voor EDM-achtige dingen, omdat je je basnoten niet echt lekker kan plaatsen in een frequentiebereik waar club-subs goed spelen. Andere toonsoorten hebben in plaats van een bepaalde witte toets een of meerdere zwarte toetsen. Nu kun je natuurlijk van buiten leren welke dat zijn (en dat is ook handig voor veelgebruikte toonsoorten). Zo heeft G Majeur 1 kruis, en dat is de F#. Dus in plaats van een F speel je een F# en tadaa, G Majeur. Maar zou het nou niet handig zijn om te weten hoe we dat kunnen construeren? Jazéker!
1. Neem je huidige toonsoort: C
2. Spring omhoog naar de 5: G
3. Verhoog wat nu je 7 is (F) met een halve noot (F#)
4. TADAA! Nieuwe toonsoort, G Majeur
Nog een keer?
1. Toonsoort is G
2. De 5 is dus D
3. Verhoog de C naar C#
4. TADAA! D Majeur
Omlaag? Zeker

1. Toonsoort is C
2. Verlaag de 7 van B naar Bb
3. Spring een 5 omlaag naar F
4. TADAA! F Majeur
En nu hou ik echt op, want volgens mij is hier geen touw meer aan vast te knopen