De hyperpolitieke verleiding
Met het verdwijnen ervan is politiek steeds directer geworden met alleen verkiezingen als moment opname voor controle, afrekening en keuze voor de kiezer. Zoals het artikel ook al aangeeft is het tekenend dat de grootste partij geen enkele partijdemocratie kent, ontevreden kiezers van de PVV kunnen niet naar de ledenvergadering.
Ik denk dat het beter zou zijn als partijdemocratie weer gepromoot en gefaciliteerd wordt. Dat kan bijvoorbeeld op een vrijwillige manier, bijvoorbeeld door partijlidmaatschap te subsidiëren en gratis te maken.
Maar je zou ook kunnen denken aan het in de grondwet vastleggen van de verplichting van een ledenpartij. Daarnaast zou je lidmaatschap tevens kunnen koppelen aan deelname van partijen aan verkiezingen, partijen moet een drempel halen qua ledenaantal, op die manier forceer je dat partijen ook buiten verkiezingen om moeten investeren in de relaties met de (potentiële) kiezer.
Politieke verontwaardiging is tegenwoordig overal. Maar omdat de traditionele instituties zijn uitgehold, blijft het engagement vluchtig. ‘Hyperpolitiek’ noemt de Belgische historicus Anton Jäger dat, en vooral radicaal-rechts gedijt er goed bij.
‘Er heerst toch een gevoel dat er de afgelopen tien à vijftien jaar, zeker in het Westen, iets wezenlijks is verschoven in de politieke cultuur. Met de term hyperpolitiek probeer ik een ogenschijnlijke paradox te verklaren: het engagement is terug en tegelijkertijd zijn de politieke organisatievormen zwak gestructureerd. De politisering schiet omhoog, maar dat is niet terug te zien in het ledenbestand van politieke partijen of organisaties.’
Om scherper te krijgen wat deze hyperpolitiek precies kenmerkt, schetst Anton Jäger het contrast met de ‘massapolitiek’ van de jaren vijftig en zestig, toen grote partijen de dienst uitmaakten, de zuilen nog stevig overeind stonden en het sociale leven was ingebed in allerlei verenigingen. Ook toen was de politisering hoog, maar de belangenstrijd werd uitgevochten via de geijkte kanalen. Politiek bedrijven voldeed nog aan de bekende omschrijving van de Duitse socioloog Max Weber: ‘Krachtig en langzaam boren in harde planken, met gedrevenheid en inschattingsvermogen.’
Hoe anders is dat nu. Nieuwe partijen komen op als een komeet, om de verkiezing erop weer te imploderen. Nog voordat het stof van de ene demonstratie heeft kunnen neerdalen, zwelt de volgende protestgolf alweer aan. En ook de vakbond kan nog niet echt profiteren van de hernieuwde actiebereidheid. Het engagement is vluchtig, wat maakt dat de opbrengst mager is.
Peter Sloterdijk heeft politieke partijen ooit omschreven als “woedebanken”: een plek waar je woede deponeert die zij dan vervolgens in beleid verzilveren. Het probleem is dat die woedebanken failliet zijn.’
Dit is een analyse waar ik me wel in kan vinden, deelname aan de democratie was vroeger geïnstitutionaliseerd via lidmaatschap van politieke partijen en maatschappelijke organisaties. Invloed op beleid ging hierdoor meer indirect dan direct via verkiezingen. Als je invloed wilde uitoefenen op beleid, dan kon dat via de ledenvergadering van de politieke partij waarmee men zich associeerde of via de instituties van het maatschappelijke middenveld.Het probleem is alleen dat de neergang van de partijdemocratie hand in hand gaat met groeiende sociale kloven. Het is moeilijker geworden om bepaalde maatschappelijke problemen aan te pakken, omdat mensen zich niet duurzaam laten organiseren. Dat lijkt me de schaduwzijde van het verhaal: deels is die individualisering een bevrijding, maar het is ook een oorzaak van een enorme reddeloosheid en machteloosheid. Zeker omdat werkgevers en zakenwereld zich nog altijd goed hebben georganiseerd. We vergeten weleens dat veel van de verworvenheden die we vandaag nog koesteren, zoals de welvaartsstaat, het resultaat zijn van een massapolitieke strijd.
Met het verdwijnen ervan is politiek steeds directer geworden met alleen verkiezingen als moment opname voor controle, afrekening en keuze voor de kiezer. Zoals het artikel ook al aangeeft is het tekenend dat de grootste partij geen enkele partijdemocratie kent, ontevreden kiezers van de PVV kunnen niet naar de ledenvergadering.
Ik denk dat het beter zou zijn als partijdemocratie weer gepromoot en gefaciliteerd wordt. Dat kan bijvoorbeeld op een vrijwillige manier, bijvoorbeeld door partijlidmaatschap te subsidiëren en gratis te maken.
Maar je zou ook kunnen denken aan het in de grondwet vastleggen van de verplichting van een ledenpartij. Daarnaast zou je lidmaatschap tevens kunnen koppelen aan deelname van partijen aan verkiezingen, partijen moet een drempel halen qua ledenaantal, op die manier forceer je dat partijen ook buiten verkiezingen om moeten investeren in de relaties met de (potentiële) kiezer.
"When I am weaker than you I ask you for freedom because that is according to your principles; when I am stronger than you I take away your freedom because that is according to my principles"- Frank Herbert