Mevrouw
Kuiken:
Oké, ik probeer het gewoon te begrijpen. Het is een gesprek op uw verzoek. Er wordt een
ministeriële commissie ingesteld. Die heeft een belangrijk doel. Het speelt zich af rondom de
aanpak van de Bulgarenfraude. Er vindt op uw verzoek een gesprek plaats, maar er wordt
geen enkele aantekening van gemaakt?
De heer
Rutte:
Nee, maar dat gebeurt bij bijna geen enkel gesprek. We maken geen aantekeningen, nee.
Daar hebben we de tijd niet voor. Daarvoor is het ministerie te klein.
Mevrouw
Kuiken:
Dus uw verklaring is: omdat het niet logisch is om hier aantekeningen van te maken, …
De heer
Rutte:
Nee. Als u gaat kijken naar archieven van Algemene Zaken: die zijn maagdelijk, beperkt.
Nogmaals, omdat wij met heel weinig mensen werken, heel efficiënt, en onze taak is het
bevorderen van de eenheid van het regeringsbeleid en dat de besluiten op een verstandige
manier tot stand komen, waarbij het maken van verslagen van gesprekken waar iedereen bij
was, om dat nog weer eens te gaan vastleggen … Anders natuurlijk dan de verslagen van de
ministeriële commissie zelf of van de onderraden zelf of van de ministerraad: daar worden
natuurlijk uitgebreide verslagen van gemaakt.
Mevrouw
Kuiken:
Dus uw ambtenaren, of uw ambtenaar, maken geen aantekeningen en de ambtenaar van
zo'n …, in dit geval het ministerie van Veiligheid en Justitie …?
De heer
Rutte:
Ik meende dat in het dossier één stuk zat; dat was een soort ingangsnotitie voor die
commissie. Ik dacht dat ik die had gezien, dat u die is toegekomen.
Mevrouw
Kuiken:
Dat heeft u goed nagezocht, maar mijn vraag is meer in algemeenheid. Rondom die hele
commissie vinden we gewoon heel weinig informatie. Er vindt wel een gesprek plaats met
een dg. Dan vraag ik mij af: daar zit een ambtenaar van u bij, dat kan niet anders; althans, ik
denk te weten dat het zo werkt.
De heer
Rutte:
Ja, dat zal haast. Dat is zeer waarschijnlijk.
Mevrouw
Kuiken:
Dat is zeer waarschijnlijk. Mijn ervaring is ook dat zo'n dg zo'n gesprek ook niet alleen doet,
dus daar zit vrij waarschijnlijk ook iemand bij. Mijn vraag is dan: is er niemand van die
mensen, ook niet de ondersteuning, die een aantekening maakt van zo'n belangrijk gesprek,
dat op uw verzoek plaatsvindt, over de start van een Ministeriële Commissie Fraude?
De heer
Rutte:
Nee hoor. Ik heb deze week bijvoorbeeld op dinsdag gesproken met de baas van Apple,
samen met een raadsadviseur. Daar maken we na afloop geen notitie van. Nee.
Mevrouw
Kuiken:
Oké. Is dat ook kwetsbaar op een of andere manier, als het gaat over geheugen? We
hebben in de afgelopen twee weken gemerkt dat dat voortdurend een grote rol heeft
gespeeld in de wijze waarop kennis bewaard en gedeeld wordt.
De heer
Rutte:
Nee, het is niet mijn ervaring dat dat een probleem is, nee.
Mevrouw
Kuiken:
Waarom is dat niet uw ervaring?
De heer
Rutte:
Als het mijn ervaring wel zou zijn, zou ik nu zeggen: het is een probleem. Maar het is mijn
ervaring niet, dus volgens mij is dat geen probleem.
offtopic:
(

"ik zie het niet dus is het er niet." *plof* kop weer terug in het zand. Schaamteloos eigenlijk.)
Mevrouw
Kuiken:
Oké. Als we het hebben over het samenspel met de Kamer en het samenspel met
journalisten, wordt er natuurlijk ook voortdurend een discussie gevoerd over de Wet
openbaarheid van bestuur.
De heer
Rutte:
Ja.
Mevrouw
Kuiken:
Speelt dat nog een rol in de afweging om wel of niet aantekeningen te maken?
De heer
Rutte:
Nee, geen enkele.
Mevrouw
Kuiken:
Geruchten dat er nu wordt gezegd "schrijf niks op of gebruik andere mediakanalen", die wij
als Kamerleden natuurlijk ook horen, zijn die ergens op gestoeld of is dat …?
De heer
Rutte:
Ja, maar dan in een grappende zin, maar niet serieus. Ja, maar niet serieus.
Mevrouw
Kuiken:
Dus dat speelt geen enkele rol in het wel of niet noteren van aantekeningen?
De heer
Rutte:
Nee.
Mevrouw
Kuiken:
Wordt er weleens gezegd tegen ambtenaren "nou, schrijf maar beperkt op of niet
gedetailleerd op", omdat dat helpt op het moment dat hier gewobt wordt, zoals we dat in
jargon noemen -- voor de buitenwereld -- op het moment dat de Wet openbaarheid van
bestuur in werking treedt?
De heer
Rutte:
Daar heb ik geen beeld van, nee, dat dat gebeurt.
Mevrouw
Kuiken:
U heeft er geen beeld van of het gebeurt niet?
De heer
Rutte:
Dat kan ik niet zeggen. Ik kan alleen zeggen dat ik daar nooit de opdracht heb gegeven om
niks op te schrijven. Binnen AZ gebeurt dat gewoon niet, heel weinig.
Mevrouw
Kuiken:
Nee, goed dat u mij er nog even op wijst. Ik zal nog wat preciezer zijn. Wordt er weleens
gezegd tegen ambtenaren "schrijf niet al te precies op", want dat voorkomt, of dat helpt, op
het moment dat de Wet openbaarheid in werking wordt …
De heer
Rutte:
Dat heb ik zo niet meegemaakt, nee.
Mevrouw
Kuiken:
U doet dat niet?
De heer
Rutte:
Nee, binnen AZ wordt al heel weinig opgeschreven, maar niet om die reden. Dat is omdat wij
een andere rol hebben in het staatsbestel. Wij maken geen wetten. Wij moeten ervoor
zorgen dat de grote besluitvormingsmachine van de overheid ordentelijk functioneert en dat
in een goede sfeer, op een verstandige wijze, met goede onderbouwing, met
maatschappelijke steun, besluiten tot stand komen, politiek. Dat is taak van Algemene Zaken
en van mij als minister-president in het Nederlandse bestel. In dat kader worden er op zoveel
plekken aantekeningen gemaakt en bijgehouden, en zorgen wij ervoor dat de ministerraad,
de onderraden, de vakcommissies allemaal goed verslagen worden.
Mevrouw
Kuiken:
Heeft u uw ambtenaren onderling weleens horen zeggen: joh, het is handiger … Huiselijk
gezegd: dat ze onderling tegen elkaar zeggen "wees voorzichtig met wat je opschrijft"?
De heer
Rutte:
Ja, grappend, zoals ik net zei. Vanwege natuurlijk de Wob en de Wet open overheid die
eraan komt, wordt dat weleens grappend zo gezegd, maar ik heb niet de indruk dat iemand
daardoor minder opschrijft.
Mevrouw
Kuiken:
Mijn ervaring is dat elke grap vaak wel een kern van waarheid heeft …
De heer
Rutte:
Zeker, zeker.
Mevrouw
Kuiken:
… dus welke kern van waarheid zit hierachter?
De heer
Rutte:
Nou, niet dat die tot actie wordt omgezet.