Talbot heeft alleen de IRM 3- en 4-wagenstellen (eerste serie) gebouwd, ook wel bekend als DD-IRM en in het begin gemarket als "RegioRunner" (stond ook met koeienletters op de zijkant).
Die werden later verlengd (de "V" in "VIRM") met een vierde wagen voor de drietjes en twee wagens om van de bestaande viertjes zesjes te maken. Die verlenging werd door Bombardier uitgevoerd die ook de latere series heeft gebouwd (op basis van de mallen van Talbot).
Het ontwerp en zijn mankementen kun je Talbot echter niet aanrekenen: zij waren alleen de bouwer; het ontwerp kwam van NS en TNO en de elektrische installatie van HOLEC (later Alstom).
Dat gold destijds overigens voor alle treinstellen van NS: men ontwierp het zelf, heel af-en-toe gebaseerd op iets uit het buitenland, maar dan wel zwaar "ver-NS-d". Daar is men pas vrij recentelijk vanaf gestapt; nu bestelt NS wel standaardmodellen en laat er hoogstens links en rechts wat op aanpassen (zoals de instaphoogte).
De Koploper was gebaseerd op de ICR-rijtuigen, die op hun beurt weer waren gebaseerd op het onderstel van de Franse Corail-rijtuigen uit de late jaren '60/vroege jaren '70. De opbouw van ICR en Koploper was wel door NS ontworpen en de bouw werd gedaan door Talbot.
Je merkt daardoor wel verschil: de Koploper werd de hemel ingeprezen en de IRM juist niet. Ze werden door een ander team binnen NS ontworpen, ook voor heel verschillende doeleinden; dat Talbot ze bouwden was daarop niet van invloed.
De fout die NS met IRM maakte, was het veranderen van het einddoel. De stellen waren bedoeld voor een nieuw product in de dienstregeling, de InterRegio. Dat was een product tussen de Stoptrein/Sprinter en de InterCity; massaal vervoer tussen twee nabij gelegen grote stations zonder tussenstop. Denk Nijmegen - Den Bosch zonder stop in Oss of de kleinere stations.
Men zou dus niet al te lang in die treinen zitten, dus de stoelen hoefden niet zo comfortabel te zijn als bij de Koploper. InterCity-diensten, waar je wel lang in zou zitten, zouden worden gereden door Mat54, Koploper, getrokken materieel met ICR en nieuw te bestellen treinen. Daar zou dan een hoger niveau van comfort in gerealiseerd worden.
Tijdens de bouw van IRM werd het InterRegio-plan van tafel geveegd. Men zou op de oude voet doorgaan en de IRM's werden voorzien in de InterCity-diensten. Daar waren ze niet echt voor geschikt (qua comfort), maar voor stoptrein/Sprinter-diensten waren ze nog veel minder geschikt (traag optrekken, lange halteringen door de smalle deuren/kleine balkons en hoge instap).
Die koerswijziging werd ingezet door de massale populariteit van de OV-Studentenkaart. NS kreeg hierdoor, op de lange afstanden waar juist de InterCity's voor bedacht waren, te maken met grote hoeveelheden reizigers.
Helaas zijn we daardoor al bijna 30 jaar op lange afstanden overgeleverd aan het matige comfort van VIRM(m), hoewel het wel wat verbeterd is sinds die eerste deelserie. De nieuwe InterCity-treinen zijn er nooit gekomen doordat er ineens IRM's beschikbaar waren. En omdat IRM zo makkelijk te bouwen was, zijn er ook vervolgorders geplaatst.