Hieronder een kleine bewerking van wat ik @
Ed.juh gestuurd heb als tip voor hoe je begint met 'klassiek' te kopen.
De goede/belangrijke orkesten zitten in de grote steden in Europa en de VS. En dan heten ze doorgaans symphonisch of philharmonisch orkest. Sommige steden hebben meerdere orkesten, zoals Berlijn of London, want daar zat het centrum van de platenindustrie.
Een mogelijke top-3 van geweldige orkesten zou kunnen zijn:
- Chicago symphony
- New York philharmonic
- Concertgebouworkest Amsterdam
Alle radio-symphonie orkesten van Duitsland zijn over het algemeen goed, maar Frankfurt en Hamburg zijn uitzonderlijk.
Naast een orkest heb je dan nog te maken met een dirigent. De dirigent doet zo'n beetje doet wat een regisseur voor een film is: zorgen dat alle spelers een uniform artistiek concept uitdragen. Een orkest zou in principe ook zonder dirigent kunnen spelen, maar echt mooi of verrassend wordt het dan niet.
Over het algemeen zijn alle dirigenten die met de grote orkesten (mogen) werken goed, en platenmaatschappijen zullen ook geen objectief-ondermaatse dirigenten contracteren. Dus je zult weinig slechte dirigenten vinden in de platenbakken. Al zijn er best goede dirigenten die een bepaald werk niet snappen (maar toch hebben opgenomen), en dan zit je met een saaie en ongeïspireerde plaatopname. Koop daarom vooral meerdere uitvoeringen van hetzelfde werk. Een goede uitvoering maakt echt veel verschil.
In kringloopbakken zul je veel Von Karajan als dirigent aantreffen. Over die man zijn de meningen verdeeld. Maar over het algemeen was het niet de beste dirigent ooit, al vond hij (denk ik) zelf heel erg van wèl. Hij kon best een mooi geluid uit een orkest krijgen, maar dat was niet altijd ook het geluid dat de componist voor ogen had. Karajan was vaak beter in zijn jonge jaren (jaren 60) en in niet-Duitse werken.
Wees dan ook niet bang oudere opnames te kopen. Nieuwe opnames zijn niet automatisch beter. Niet qua techniek en ook niet qua uitvoering van het werk. Veel goede dirigenten of zangers of pianisten zijn immers dood, dus daar is geen nieuwe opname van te krijgen. En microfoon- en opnametechniek waren vanaf eind jaren 50
wel zo'n beetje voldoende uitontwikkeld, dus wees niet bang voor platen met gedateerde hoezen.
Ik ben zelf wel wat terughoudend met platen die onscherpe vaseline-dames op de hoes hebben, of rare bloemen-arrangementen. Dat zijn vaak 'alle-13-goed greatest hits' uitgaven en/of uitvoeringen met niet-bestaande orkesten en ghost-dirigenten. En die kunnen heel 'verrassend' zijn, maar niet persé een goede eerste keus. Of het zijn platen met alleen 'highlights' uit grotere werken (alsof je een boek koopt met daarin alleen maar losse alinea's uit andere boeken...). Hoezen met landschappen zijn vaak wel veilig.
Waar je ook nog op zou kunnen letten, is of er op de hoes of ergens in het binnenwerk vermeld staat, wanneer en waar de opname gemaakt is. Iedere goede uitgave vermeldt de stad, de concertzaal of studio, en (vaak tot de dag specifiek) wanneer de opnames waren. Minder informatie dan dat is eigenlijk raar. Staat er niets over vermeld, dat is het vaak een budget-volksuitgave met 3e-rangs artiesten die je eigenlijk niet wil, of een uitgave uit de jaren 60 (en val dan voor een inschatting van kwaliteit terug op je orkest- en dirigentkennis).
Zo heb ik een flink aantal platen gespeeld door het Residentie Orkest onder Willem van Otterloo, en die zijn absoluut geweldig, maar daar is geen datum op te vinden. Maar dus uit de jaren 60.
Ik heb nu nog niets gezegd over componisten en composities, maar je kunt ongetwijfeld op internet een lijstje vinden van de 100 'belangrijkste' klassieke werken, ofzo. Al zal er over zo'n lijstje lang en bloedig gestreden kunnen worden. Smaken verschillen en worden fel verdedigd. Algoritmes en Youtube kunnen je ook verder helpen.
Op het Youtube-kanaal van het Radio-symphonieorkest Frankfurt (HR-sinfonieorchester) vind je een enorme hoeveelheid van hun concerten, gratis en van geweldige kwaliteit.
Alles ist richtig, auch das Gegenteil. Nur »zwar - aber«, das ist nie richtig. (Kurt Tucholsky)