Dit is iets wat natuurlijk voor alle elementen geldt.
Daarom deel ik kwaliteitsklasses bij een vergelijk tussen elementen eigenlijk altijd in in wat voor technologie je krijgt voor je geld.
Dus is het een bonded stylus tip of nude, heb je een aluminium cantilever of iets meer exotisch als boron etc, is het een MM of MC element....
Dat is enigzins tegenstrijdig, omdat de klank van een element natuurlijk bepaald of je 'm mooi vind klinken of niet, maar dat is dan weer persoonlijk en geen goed vergelijkingscriterium.
Maar goed, om persoonlijk een vergelijk voor jezelf te maken is ook heel moeilijk.
Zo heb ik bijv. een denon dl-160 (elliptisch MC) en een AT-14Sa (shibata MM), waarbij ik duidelijk hoor dat de denon veel meer detail geeft, zeker op moeilijke stukken (binnenste groeven), maar de AT heeft soms weer een wat wilder karakter, meer geschikt voor popmuziek. Moeilijk om te zeggen welke dan mooier klinkt

. De Denon is in ieder geval technisch gezien verreweg superieur, ondanks dat deze een elliptische naald heeft. Dat gezegd hebbende is het wel een extreem klein en licht naaldtipje, en het is natuurlijk MC. Beide hebben wel een tapered alu cantilever, maar bij de Denon is ie veel fijner/spitser.
Zelf vind ik wel dat er vaak een aanzienlijk verschil lijkt te zitten tussen nude tips en bonded tips, zeker als het een nude square shank (of nude rectangular shank) is.
Deze zijn natuurlijk ook veel moeilijker/duurder te maken, dus heb ik ook het idee dat er meer aandacht gegeven wordt aan het slijpen.
En met een square/rectangular shank is uitlijning in de cantilever natuurlijk beter mogelijk.
Het voorbeeld met de dl-160 en at-14SA geeft voor mij wel aan dat een exotischere tip niet altijd per sé meer detail geeft als een elliptische naald. Hoe precies het geslepen wordt, hoe groot het diamantje zelf is (massa) etc maakt denk ik ook uit.
Eigenlijk zou het interessant zijn om een lijstje in prioriteitsvolgorde te maken wat het belangrijkste is bij het afspelen van een plaat om tot een goede geluidskwaliteit te komen. Dus zeg maar de keten tussen platenhoes en eindversterker (dus versterker/speakers buiten beschouwing laten).
Dit is denk ik mijn lijstje:
1. Schone plaat (dus hoe goed deze gereinigd is). Slijtage, krassen en warps reken ik ook hieronder. Dus eigenlijk de algehele staat van de plaat. Een schone naaldtip hoort hier ook bij, en eigenlijk ook de slijtage van de naald.
2. Persing (sommige platen klinken gewoon ruk, en van anderen knalt de muziek eraf. Iedereen heeft z'n eigen favorieten, maar er zijn wel een paar platen die als benchmark gelden waarbij vrijwel alle processen in de opname en persingsketen perfect zijn uitgevoerd, of in ieder geval met een bepaalde gedachte, doel of theorie)
3. Element. Dus het type element, en hoe deze uitgelijnd staat in de arm. Er is natuurlijk een wisselwerking met de arm qua compliantie/gewicht. Als dat alles goed is, bepaald het element voor een groot gedeelte de klankkleur (veel bas of veel hoog, levendig geluid etc) en detail in de weergave, dus hoe goed het element spoort in de groef.
4. Phonopre. Beetje een gedeelde plaats met de volgende plaats. Met een phonopre kan je het geluid beïnvloeden, en ze kunnen natuurlijk ook ruizen. Dit is een ongewenst bijgeluid, maar de volgende plaats kan ook een hele reeks bijgeluiden veroorzaken. Het gaat er voornamelijk om dat echt goedkope voorversterkers ook echt het geluid kunnen verpesten. Vanaf een bepaald niveau zijn ze gemiddeld gezien goed. Het probleem van ruis is opgelost. In de hogere klasses kan je het geluid tweaken, met afsluitweerstand, capaciteit, versterkingsfactor etc. Maar dit zijn kleine aanpassingen. Die corresponderen met kleine klankverschillen tussen dure elementen.
Wel is het zo dat elektrisch gezien de phonopre verreweg de grootste versterkingsfactor heeft in een stereoketen, en dat dit ook gebeurt met zeer zwakke signalen (dus een stoorsignaal is al snel een wezenlijk onderdeel van het bronsignaal), dus de benodigde kwaliteit van de versterkende componenten ligt wel in een andere orde dan bij bijv. een eindversterker. Een phonopre versterkt tussen de 40dB en 60dB, dus tussen de 100 en 1000x in volts (20log(V/V0)), terwijl een gemiddelde eindversterker maximaal 40x ongeveer versterkt.
5 Draaitafel. Ik reken hier maar even de arm en draaiplateau samen.
Draaitafels hebben natuurlijk een afwijking in draaisnelheid, maar ze kunnen met name veel bijgeluiden veroorzaken als ze niet 100% in goede staat zijn. Dat kan bijv ook geruis van het motortje zijn wat niet gelijk door de luidsprekers te horen is, maar wel te horen is als je op korte afstand van je tafel zit.
De afstelling van de arm, dus naalddruk, antiskating, uitlijning heb ik als 'belangfactor' bij het element geplaatst.
Als een draaitafel bijgeluiden veroorzaakt (mechanische tikken, ruis/brom of afwijking in toerental) en de rest van de keten is wel goed, dan is het natuurlijk opeens het belangrijkste onderdeel in de keten en moet het opgelost worden, maar dit is dus meer een lijst met invloed op de klank als alles in principe goed functioneert.
Dus eigenlijk is de draaitafel de minst belangrijke schakel qua klank
Neemt niet weg dat er veel mis mee kan gaan en bijgeluiden zeker een rol kunnen gaan spelen.
Dat en natuurlijk dat uitlijningsmogelijkheden weergave van het element kunnen beinvloeden en die staat weer op 3.
Wat zijn jullie gedachten hierover?
[
Voor 65% gewijzigd door
mr_petit op 05-09-2019 11:52
]