Techneut schreef op maandag 6 augustus 2018 @ 21:17:
Arbeidsfactor oftewel cosphi.
Tot nu toe heb ik me hierover nooit zorgen gemaakt, hoewel ik weet dat het wel terdege meespeelt. Kort geleden stond ik echter bij twee mensen die spraken over LED-verlichting. Eén van hen die zei dat hij hier een tegenstander van was vanwege de lage arbeidsfactor. Ik heb het alleen maar aangehoord, maar niet aan de discussie deelgenomen. Op zich is het natuurlijk wel waar, maar . . . .
Ik las een poos geleden echter dat moderne LED-lampen inwendig voldoende cos phi gecompenseerd zijn, dus zal het bezwaar alleen gelden voor de oudere generatie LED's.
Om te beginnen zal een fabrikant van massaproducten zijn producten niet beter maken dan strikt noodzakelijk. Dat geldt voor ledlampen niet anders, bijv.
deze zojuist willekeurig geprikte huidige generatie 8 W ledfilamentlamp van Philips met een arbeidsfactor (= powerfacor = PF) van 0,5. Dat vind ik eerlijk gezegd niet al te best, maar het hoeft op dit moment niet beter...
Aan verlichting heeft de EU eisen opgesteld en vastgelegd in
verordeningen. Eén van de eisen is arbeidsfactor, oftewel cosφ.
Die hangt af van het opgemomen vermogen en voor ledlampen gelden de volgende eisen:
Onder 2 W: geen eis.
Tussen 2 en 5 W: minimaal 0,4.
Tussen 5 en 25 W: minimaal 0,5.
Boven 25 W: minimaal 0,9.
Die 8 W Philips voldoet dus gewoon aan de huidige eisen. Pas als die opgeschroefd worden zal Philips de lamp beter moeten maken.
Voordat ik hier zelf uitgebreid metingen aan ga doen, kan ik me misschien de moeite besparen, m.a.w., heeft iemand dit misschen al gedaan? En verder, ook nooit bi stil gestaan, hebben die dingen nou een inductieve- of capacitieve cos phi? In het laatste geval zou het soms zelf als compensatie kunnen dienen, met de meeste apparaten hebben we namelijk met inductief te maken.
Je hoeft niet te meten. De arbeidsfactor is terug te vinden in datasheets van lampen, zoals het voorbeeld hierboven, en op losse drivers staat het vaak gewoon gedrukt. Volgens mij is het ook een eis dat fabrikanten dit gegeven openbaar maken.
Als je geen cosφ kunt vinden, geen nood. Op de lamp zelf staat altijd de opgenomen stroom gedrukt. Zo heb ik hier een 7 W 650 lm ledfilampentlamp van LightZone (Aldi). De stroom die de lamp opneemt zou 60 mA bedragen. 230 V * 0,06 A = 13,8 VA. Dat is duidelijk meer dan 7 W.
Deel 7 door 13,8 en je krijgt een arbeidsfactor van 0,51.
Je meter registreert dus 7 W werkelijk verbruik, maar de verliezen in de leidingen komen wel voor rekening van 13,8 W, en niet slechts 7 W. Vandaar dat bij grote vermogens arbeidsfactorcompensatie zo belangrijk is.
Om het verschil tussen werkelijk en schijnbaar vermogen aan te geven worden de eenheden W resp. VA gebruikt. De verhouding tussen die twee geeft de arbeidsfactor. Alleen als de arbeidsfactor 1 is geldt W = VA (een gloeilamp, bijvoorbeeld).
Alle elektronische voorschakelapparaten, drivers e.d. zijn capacitief. De netspanning wordt immers gelijkgericht en in de meeste gevallen afgevlakt met... een capaciteit. Ouderwetse draadgewonden VSA's (bekendst: die van de TL-buizen, maar ook hogedruk gasontladingslampen) zijn inductief, dat geldt ook voor elektromotoren.
Slimme meters kunnen zowel werkelijk vermogen (W) als schijnbaar vermogen (VA) meten. Boze tongen roepen nu dat de energiebedrijven ons straks gaan afrekenen op die laatste. De 7W ledlamp van het voorbeeld zou dan ineens 13,8 W aan kosten kunnen opleveren. Of dat echt gaat gebeuren is natuurlijk afwachten... En het is inderdaad zo dat inductieve lasten en capacitieve lasten elkaar compenseren, vandaar ook dat vroeger in grote hallen de helft van de TL-armaturen moesten worden uitgerust met een seriecondensator...om de cosφ van het geheel rond 1 te houden.
[
Voor 3% gewijzigd door
jitter op 02-09-2018 07:21
]