B_FORCE schreef op vrijdag 24 februari 2017 @ 02:05:
[...]
Interessant artikel, maar dat de 'morele intuïties' nu eenmaal vast staan is in absolute zin natuurlijk niet waar.
Dat zou betekenen dat mensen (en misschien zelfs culturen) nooit zullen veranderen en misschien nooit zelfs zullen ontwikkelen.
Er is bijvoorbeeld ook nog sprake van onderdrukking en brainwashing, soms onbedoeld, soms met opzet.
Begin bv maar met een random Amerikaan over het socialisme, of sociaal achtige gedachtes, en ze beginnen direct over Stalin. Socialisme is natuurlijk veel meer dan dat, maar de Amerikaanse overheid heeft er sinds de jaren 40 heel erg veel aan gedaan om het als puur kwaad uit te leggen.
Als morele intuïties vast zouden staan, zouden we nu bijvoorbeeld ook nog steeds slaven verhandelen.
Moreel gezien vond men dat destijds heel normaal. Tegenwoordig denken mensen daar toch heel anders over.
Zelfs individuen kunnen zelfs tijdens hun latere leven een volkomen ander moreel ontwikkelen.
Zo zijn er mensen die opgegroeid zijn met (zware) christelijke morelen en inmiddels agnost of zelfs atheïst zijn.
Eigenlijk is het vrij eenvoudig. Mensen zoeken altijd bevestiging van hun perceptie, ze leven echter in de realiteit (van anderen). Het verschil is waar men zich beweegt tussen de noodzaak tot verandering, de reflex tot afwijzen daarvan en de vereiste van controle erover. Daaromheen zit een schil van aangeleerd gedrag. De brandstof voor die continue beweging is opvallend genoeg hetzelfde als het product: emotie.
Dat kan heel nuttig zijn, maar natuurlijk ook destructief. Het is immers niet alleen maar iets waar we afspraken over maken (wat ook negatief gericht kan zijn), maar ook onderhevig aan stromen van beeld, gevoel en informatie. Aangeleerd gedrag is ons grootste potentieel voor ontwikkeling, ontplooiing en weerstand aan negativiteitsfenomenen, maar het is tevens onze grootste kwetsbaarheid als we het niet continu onderhouden (en beschermen tegen de cycli van overtuigingen).
Logisch dan ook dat we als groepen na pijnlijke lessen van realiteit investeren in kaders ervoor, maar ook verklaarbaar dat we (zowel op niveau van groep als individu) er een patroon aan willen opleggen vanuit subjectieve perceptie. Hier wringt een eerste schoen.
De reden daarvoor zit hem in niet in de arena van het individu (waar we ons bijvoorbeeld vanuit ons moderne denken - maar ook ideologie - op blindstaren) maar in het gegeven dat er een frappante wisselwerking is tussen individu en groep én de inertie van veranderingen in gedrag ten gevolge van veranderende omstandigheden (ongeacht realiteit of perceptie daarvan).
Eenvoudig, en toch complex. Het individu staat immers niet op zichzelf, en we zien meestal pas iets als we er tegenaan lopen ook al was het er al een tijd. Als groep zijn we ons van dit soort uitdaging bewust, als individu - met name in het Westen - niet echt. Als groep proberen we dus in meer of mindere mate daar omgang mee te hebben, traag en gebrekkig aangezien het een menselijke groep is - maar dat is wel afhankelijk van actieve deelname van de componenten van de groep (individu, subgroepen) aan dat soort processen (hier zit ook de reden waarom ons systeem het minst slechte is, maar ook zo frustrerend - er is een match met de wisselwerking van individu/groep maar inertie en emotie zijn in perceptie negatief).
Die discrepantie in ons subjectieve denken (de basis van onze algemene overtuigingen in deze tijden - de keerzijde van de Verlichting) laat ons de rol van het individu overschatten, de functie van de groep onderschatten (dit is tevens waarom we te vaak ruimte laten voor kwetsbaarheden welke het individu in staat stellen of stimuleren gebruik te maken van de groep, best saillant - het is een factor van ontwikkeling beschaving, en ten ondergang ervan) en de wisselwerking ertussen ontkennen (met als resultaat het benaderen van individu als grondstof ongeacht welke dekmantel van overtuiging we er verder aan ophangen).
De afspraken die we met elkaar maken, bijvoorbeeld voor stabiliteit of keuzes van de groep, zijn vaak bewuste constructies (van gedachten, procedures, ideeën) maar heel vaak ook helemaal niet - de groep kent eigen sturing en gedrag - zolang het merendeel van componenten actief geëngageerd is met de groep (ook zo'n saillante vereiste van gezondheid van sturing en gedrag van de groep).
Ons brein is geëvolueerd op basis van en gericht op het ontdekken van patronen. De keerzijde van die medaille is het opleggen van patronen. Het individu zit daarmee, de groep ook. Nog iets wat we vanuit ons moderne denken onderschatten. Vanuit groupthink programmeren we onszelf. Dat groepsdenken is net als bij het individu onderhevig aan vorming vanuit perceptie en blootstelling. Dit is waarom we als groepen zo vaak volharden in het vormen en vasthouden aan concepten en kaders die niet (meer) correct zijn of zelfs maar productief. Het is heel moeilijk om een patroon los te laten als je het als individu eenmaal hebt opgelegd, nog moeilijker als groep. Hier wringt één schoen.
Gelukkig zijn er nog andere factoren, het individu wordt immers ouder en ondergaat vanzelf een verschuiving in perceptie. Tevens staat het individu bloot aan verschuivingen van omstandigheden. Soms komt dan realiteit in aanraking met perceptie, en volgt een noodzaak of impuls tot verandering. Door de bank genomen is dat best gradueel, zelfs bij ons gedrag binnen de door ons geschapen systemen. Bij groepen ook, al lijkt dat niet zo vanuit het perspectief van het individu binnen de groep. Vergeet echter niet dat we zelf ook factoren scheppen. Denk hierbij aan technologie - pak het gegeven van informatiestromen, dat is iets waar we vanaf het moment dat we uit de bomen klommen bezig mee zijn geweest. En waar we altijd in een oefening van balans voor omgang met consequenties en effecten mee zitten.
De complicatie is wel dat de inertie op dat niveau veel groter is, en het energetisch potentieel ook. Met als resultaat weerstand tegen verandering (ongeacht of het noodzaak is, of de perceptie van - eigen omstandigheden kunnen een factor zijn, hoeft ook niet) terwijl er wel een impuls daarvoor is. Als je dan weet dat ook de groep een samengestelde dynamiek is van subgroepen die niet in hetzelfde tempo bewegen (ongeacht richting van geheel of interne verschillen - frappant) dan zal het duidelijk zijn dat er spanningsvelden ontstaan. En dat zit structureel in de weg van omgang met die keuze van afwijzen / aannemen van verandering.
Mooi schoolvoorbeeld van dat laatste kwam recent voorbij in het topic over de Amerikaanse Verkiezingen. Waar de Democraten een organisatorische cyclus kenden van herinrichting op basis van periodiciteit en centrale sturing, waren de Republikeinen een verdeelde structuur van verschillende pijlers en netwerken. Beiden waren ideologisch behoorlijk anders in het verleden, dat is inmiddels flink veranderd. De Democraten zijn organisatorisch conservatief geworden maar progressief in focus en denken. De Republikeinen zijn een voorbeeld geworden van gulzige organisatie van pijlers die in elkaars voedingssysteem zitten en conservatief in focus en denken (zelfs reactionair). Eerdergenoemde spanningsvelden waren bij de eerste enkel cyclisch, bij de laatste permanent. Het resultaat van die ontwikkeling is tegenwoordig zichtbaar. Moraliteit was niet relevant daarbij, wel instrumentatie. Subtiel maar significant verschil. Een beslissing op het niveau van de groep.
Als je naar de geschiedenis kijkt van de spreekwoordelijke mensheid dan is het centrale punt altijd de cyclus van onze omgang met de wisselwerking tussen individu en groep, onze omgang met wat we zelf scheppen en onze omgang met de enige constante: verandering.
Het treft me af en toe dat Nederland de afgelopen decennia steeds meer de focus is gaan leggen op het individu, en steeds minder op de groep. Dit treft me omdat Nederland steeds kleiner geworden is in die tijd.
Je zou juist proportioneel meer moeten inzetten op vermogen van groep (en dus perceptie, gevoel, vermogens, ontplooiing en zo verder van en voor het geheel) om hetzelfde gewicht te kunnen blijven uitoefenen (en dus beheersing of invloed te houden over afhankelijkheden van de groep als geheel die in toenemende mate - technologie, handel, geopolitiek, geo-economie,grondstoffenreservoirs e.d. - extern zijn aan Nederland. En dus zowel aan groep als individu.
Het valt me dan op dat er een gevoelsmatig patroon van reactie is op effecten van de toegenomen focus op individu als enige component van en voor ontwikkeling. Dat patroon is in toenemende mate conservatief (zelfs reactionair) en emotioneel (afwijzend, negatief versterkend en besmettend tussen subgroepen) terwijl Nederland in de wereld nog steeds consistent kleiner is aan het worden en dus juist behoefte heeft aan patronen van innovativiteit (progressieve focus zelfs) - wat prima mogelijk is maar de centrale vereiste ontbreekt: brandstof en product zijn immers altijd emotie maar die is negatief ten gevolge van keuzes. Dit is waar het echte glazen schoentje wringt.
Populisme: de weigering van complexiteit en de poging om simplistische antwoorden te formuleren op ingewikkelde vraagstukken middels gebruik van elke mogelijke prikkel van gedrag - i.p.v. moeite te doen voor gezonde participatie.