Die IBM T220 en T221 waren juist echt waardeloze schermen, slechte refreshrates, response times, helderheid, contrast, kleurweergave en heel slecht goed aan te sturen. De IBM T220 werd met vier single link DVI-D aansluitingen aangestuurd in vier kolommen van 960x2400 pixels. Zelfs bij de laatste revisie van de T221 hadden ze nog niks beters bedacht dan vier stukken van 1920x1200.
CRT's lijken wat meer de alleskunners te zijn, maar op de meeste individuele vlakken heeft TFT de prestatiekroon. Het blijkt alleen heel erg lastig te zijn, of misschien zelfs onmogelijk, om dat allemaal in één scherm te combineren.
Vooral op professioneel grafisch gebied is TFT the way to go. Als je in dat segment een topscherm neemt, zoals de Fogra gecertificeerde Quato Intelli Proo 240 excellence LED, met LG Display LM240WU5 S-IPS paneel met 10 bit kleurdiepte, matrix RGB LED backlighting met 105 area local area dimming, uniformity control, 3x16bit 3D LUT, 110% NTSC 1953 (CIE 1931) kleurbereik, 100% Adobe RGB, 100% sRGB, etc., dan is er echt geen CRT die daar tegenop kan.
Nog een goede reden om met z'n allen richting het oplossend vermogen van ons oog te willen. Dan is dat geneuzel over native of niet native ook niet interessant meer.
Als je echt recht voor het midden van het scherm zit, dan zitten we daar aan de randen van het scherm al bijna aan.
Het menselijk oog kan twee punten als afzonderlijke punten onderscheiden als de hoek tussen de twee lichtstralen het menselijk oog in gaan met een hoek groter dan 1/60 van een graden.
Als je een beeldscherm hebt met een resolutie van 2560 pixels horizontaal, dan heb je dus 1280 pixels links en rechts van het midden.
De hoek tussen de twee de lichtstralen van de laatste twee pixels die het oog binnen komen is gelijk aan
arctan(1280/X) - arctan (1279/X), waarbij X de afstand tot het scherm is gemeten in pixels. Maar aangezien het hier om een relatieve eenheid gaat, maakt het niet uit welke eenheid je voor de constanten en variabelen gebruikt, zolang die maar consistent is. Pixels/pixel geeft hetzelfde resultaat als millimeters/millimeter.
Voor 0 < X < ∞ wordt de uitkomst van die vergelijking nooit groter dan 0.0224°. Hij is groter dan 0.0167° bij 571 < X < 2867 pixels, wat met een pixelpitch van 0.2505 mm neer komt op een afstand van 143 tot 718 mm. Er is alleen één grote maar, bijna niemand kan met die nauwkeurigheid zien als het licht al met minimaal een hoek van 24° scheef ten opzichte van recht van voren je oog binnen komt. Je moet bij 2560 pixels resolutie horizontaal dus eigenlijk per definitie al je hoofd draaien of opzij bewegen om duidelijk aan de randen van je scherm te kunnen zien.
Ga je kijken naar 3840 (of 4096) pixels horizontaal, iets wat je ook steeds vaker ziet op de super high-end HD-TV's en HD-beamers, dan komt die hoek nooit boven de 0.0150° uit (0.0140° bij 4096 pixels). Op welke afstand je dan ook van het scherm gaat zitten, als je recht voor het midden van het scherm ziet zal je nooit de pixels aan de zijranden van elkaar kunnen onderscheiden. Ook niet als je je hoofd bijdraait, je zal echt opzij moeten bewegen.